ECLI:NL:TADRAMS:2014:279 Raad van Discipline Amsterdam 14-102A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2014:279
Datum uitspraak: 20-10-2014
Datum publicatie: 21-10-2014
Zaaknummer(s): 14-102A
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: Klacht betreft de eigen advocaat. Verweerder heeft een bedrag als voorschot van klager ontvangen zonder daarvoor een kwitantie te hebben verstrekt. Ook heeft verweerder de met klager gemaakte (financiële) afspraken, onder meer met betrekking tot de hoogte van zijn uurtarief en de wijze van declareren, onvoldoende met klager besproken en is hij de toezegging om de zaak persoonlijk te behandelen onvoldoende nagekomen. Klacht deels gegrond. Berisping.

Beslissing van 20 oktober 2014

in de zaak 14-102A

naar aanleiding van de klacht van:

de heer

gemachtigde:

de heer

klager

tegen:

mr.

voorheen advocaat te     

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 15 april 2014 met kenmerk 4014-0041, door de raad ontvangen op 17 april 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 25 augustus 2014 in aanwezigheid van de gemachtigde van klager. Verweerder is zonder kennisgeving vooraf niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- de in paragraaf 1.1 bedoelde brief van de deken;

- de stukken genummerd 1 tot en met 8, genoemd in de inventarislijst bij de brief van de deken.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Verweerder heeft klager bijgestaan in diens strafzaak tijdens de procedure in hoger beroep in de periode augustus 2010 tot en met mei 2013.

2.3 Klager heeft aan verweerder, in deelbetalingen, een bedrag ad € 20.000,- betaald voor de kosten van de juridische bijstand door verweerder.

2.4 Verweerder heeft voor zijn werkzaamheden een uurtarief van € 500,- gerekend.

2.5 Uit de door verweerder aan klager verstrekte urenspecificatie volgt dat, naast verweerder, meerdere kantoorgenoten van verweerder de zaak van klager hebben behandeld.

2.6 Bij brief met bijlagen van 13 januari 2014 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a) verweerder een bedrag ad € 20.000,- als voorschot van klager heeft ontvangen zonder daarvoor een kwitantie aan klager te hebben overhandigd;

b) verweerder een fors uurtarief heeft gerekend, zonder dit tarief eerst aan klager mee te delen en hij de afspraken met klager omtrent de besteding van het in rekening gebrachte voorschot niet op schrift heeft gesteld;

c) verweerder aan getuigen schriftelijk vragen heeft gesteld, terwijl klager ervan uit ging dat verweerder de getuigenverhoren in persoon zou bijwonen;

d) verweerder – in strijd met wat door klager was verzocht – de zaak van klager meestal door een van zijn kantoorgenoten liet behandelen.

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft geen verweer gevoerd.

5 BEOORDELING

5.1 De raad stelt voorop dat de klachten behandeling behoeven ook al is verweerder inmiddels bij beslissing van 30 oktober 2012 door de raad geschrapt als advocaat, welke beslissing op 22 april 2013 door het Hof van Discipline is bekrachtigd. De klachten betreffen immers het handelen van verweerder als advocaat.

Ad klachtonderdeel a)

5.2 Klager stelt dat hij verweerder in termijnen een bedrag ad

€ 20.000,- heeft betaald voor zijn dienstverlening, terwijl verweerder hem geen kwitantie heeft overhandigd. Gezien de verklaringen van klager ter zitting van de raad, die verweerder niet heeft weersproken, gaat de raad uit van de juistheid van klagers stelling dat hij geen kwitantie heeft ontvangen. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder hierdoor tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Een advocaat is immers gehouden tot nauwgezetheid en zorgvuldigheid in financiële aangelegenheden (gedragsregel 23 lid 1). Verweerder heeft deze regel in ernstige mate geschonden.

5.3 Klachtonderdeel a is dan ook gegrond.  

Ad klachtonderdeel b)

5.4 Een advocaat dient zijn cliënt op de hoogte te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Waar nodig ter voorkoming van een misverstand, onzekerheid of geschil dient hij belangrijke informatie en afspraken schriftelijk aan de cliënt te bevestigen. Wanneer een advocaat een opdracht aanvaardt, dient hij de financiële consequenties daarvan met zijn cliënt te bespreken en inzicht te geven in de wijze waarop en de frequentie waarmee hij zal declareren.

5.5 Uit het dossier en de verklaringen van klager ter zitting is de raad niet gebleken dat verweerder de financiële consequenties van zijn inschakeling, zoals de hoogte van zijn uurtarief, met klager heeft besproken of schriftelijk aan klager heeft meegedeeld. Ook heeft verweerder nagelaten klager inzicht te geven in de wijze waarop hij zal declareren, onder meer door klager mee te delen op welke wijze het door klager voldane voorschot zou worden besteed. Volgens klager heeft verweerder wel vooraf gezegd dat uit het voorschot de werkzaamheden tot en met de procedure bij de Hoge Raad zouden worden betaald, doch dit is niet schriftelijk bevestigd en thans krijgt klager niets van het betaalde voorschot terug, hoewel de hoger beroepsprocedure door verweerder niet is afgerond. De raad is van oordeel dat verweerder de financiële afspraken voordat hij met zijn werkzaamheden begon, had moeten vastleggen. Nu aangenomen moet worden dat verweerder dat heeft nagelaten, is klachtonderdeel b gegrond.

Ad klachtonderdeel c)

5.6 Met betrekking tot klachtonderdeel c overweegt de raad als volgt.

5.7 Klager stelt dat verweerder heeft toegezegd dat hij de getuigen zelf zou spreken, maar dat in plaats daarvan aan veel getuigen slechts schriftelijke vragen zijn gesteld. Uit de door klager overgelegde urenspecificatie van verweerder volgt dat in de zaak van klager in ieder geval één getuigenverhoor is bijgewoond. De raad heeft niet kunnen vaststellen dat door verweerder verzuimd is getuigenverhoren bij te wonen daar waar aanwezigheid van een advocaat wel vereist was. Er is niet gebleken dat verweerder op dit punt in strijd met de belangen van klager heeft gehandeld.

5.8 Klachtonderdeel c is dan ook ongegrond.

Ad klachtonderdeel d)

5.9 Uit de urenspecificatie volgt dat meerdere kantoorgenoten van verweerder klager hebben bijgestaan. De stelling van klager dat verweerder hem had toegezegd hem persoonlijk bij te staan, maar dat nagenoeg steeds en altijd onaangekondigd een kantoorgenoot in zijn plaats kwam (bij bezoeken aan klager en op zittingen, met uitzondering van de laatste zitting, waar verweerder zelf is gekomen), is niet weersproken door verweerder. Er is geen schriftelijke opdrachtbevestiging of afspraak of bewijs waar uit kan worden afgeleid dat verweerder de zaak niet (in overwegende mate) zelf zou behandelen. Klager mocht er dan ook op vertrouwen dat verweerder hem persoonlijk zou bijstaan.

5.10 Ook klachtonderdeel d is derhalve gegrond.

6 MAATREGEL

6.1 De raad is van oordeel dat de ernst van de feiten, in combinatie met verweerders antecedenten, de maatregel van berisping rechtvaardigt. Het feit dat verweerder reeds uit anderen hoofde van het tableau is geschrapt doet daaraan niet af.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart klachtonderdelen a, b en d gegrond;

- verklaart klachtonderdeel c ongegrond;

- legt aan verweerder op de maatregel van berisping.

Aldus gewezen door mr. A.P. Schoonbrood-Wessels, voorzitter, mrs. A.S. Kamphuis, M.W. Schüller, A.M. Vogelzang en C. Wiggers, leden, bijgestaan door mr. C.C. Horrevorts als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 20 oktober 2014.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 20 oktober 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan van de ongegrond verklaarde klachtonderdelen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

en van de gegrond verklaarde klachtonderdelen door:

- verweerder

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl