ECLI:NL:TACAKN:2017:21 Accountantskamer Zwolle 16/3048 Wtra AK

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2017:21
Datum uitspraak: 17-03-2017
Datum publicatie: 17-03-2017
Zaaknummer(s): 16/3048 Wtra AK
Onderwerp:
Beslissingen: Klacht gegrond met tijdelijke doorhaling
Inhoudsindicatie:   Niet betalen opgelegde boete. Tijdelijke doorhaling voor 1 maand.

ACCOUNTANTSKAMER

BESLISSING van 17 maart 2017 in de zaak met nummer 16/3048 Wtra AK , welke zaak ingevolge artikel 5, lid 4 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) is voortgevloeid uit de zaak met nummer 16/545 Wtra PE van

de KONINKLIJKE NEDERLANDSE BEROEPSORGANISATIE van ACCOUNTANTS (Nba) ,

kantoorhoudende te Amsterdam,

K L A A G S T E R ,

raadsvrouw: mr. A.M. Manshande-Nonhof,

t e g e n

Y ,    

accountant-administratieconsulent,

wonende te [plaats1],

B E T R O K K E N E .

1. Het verloop van de procedure

1.1       De Accountantskamer heeft kennisgenomen van:

-        haar beslissing van 12 augustus 2016 in de zaak van de Nba tegen betrokkene met nummer 16/545 Wtra PE;

-        een last tot tenuitvoerlegging van die beslissing, gegeven door haar voorzitter op 6 oktober 2016;

-        een brief van 15 november 2016 van haar voorzitter aan betrokkene;

-        de oproeping van betrokkene van 20 december 2016 om door de Accountantskamer te worden gehoord.

1.2       Betrokkene is op 13 maart 2017 niet verschenen en heeft zich evenmin laten vertegenwoordigen. Desgevraagd heeft hij de Accountantskamer daarover voorafgaand aan de zitting telefonisch geïnformeerd.

2. De vaststaande feiten

Op grond van de stukken stelt de Accountantskamer het volgende vast.

2.1       Bij de beslissing van de Accountantskamer van 12 augustus 2016 is aan betrokkene, wegens ‑ kort weergegeven ‑ het niet naleven van zijn PE-verplichtingen, onder meer als maatregel een geldboete van € 1000,- opgelegd. In die beslissing is betrokkene erop gewezen dat bij niet tijdige betaling van de opgelegde geldboete de Accountantskamer op grond van artikel 5, vierde lid, Wtra kan beslissen dat betrokkene de maatregel van (tijdelijke) doorhaling moet worden opgelegd. Die beslissing is op 26 september 2016 onherroepelijk geworden. Bij de last tot tenuitvoerlegging van die beslissing van 6 oktober 2016 is betrokkene de gelegenheid geboden de geldboete te voldoen vóór 6 november 2016. In de brief van 15 november 2016 is betrokkene een laatste gelegenheid geboden de genoemde boete alsnog binnen een termijn van 2 weken te betalen en is (nogmaals) gewezen op artikel 5, lid 4 Wtra. Betrokkene heeft de boete niet voldaan.

3. De gronden van de beslissing

Omtrent het niet (tijdig) voldoen aan de last tot tenuitvoerlegging van 6 oktober 2016 overweegt de Accountantskamer het volgende.

3.1       Van betrokkene is op de last tot tenuitvoerlegging, op de brief van 15 november 2016 of op de oproeping voor de zitting geen reactie ontvangen.

3.2       Aldus is van betrokkene niet vernomen welke redenen hij had tot het achterwege laten van betaling van de geldboete. De Accountantskamer gaat er daarom van uit dat  betrokkene geen rechtvaardiging had voor het achterwege laten  van de betaling van de aan hem opgelegde boete. Deze nalatigheid levert strijd op met de wet en met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep.

3.3       Alles in aanmerking nemende acht de Accountantskamer het passend en geboden om betrokkene thans de in artikel 2, eerste lid, aanhef en sub d. Wtra bedoelde ‑ nadere ‑ maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving in de registers als bedoeld in artikel 1 onder i. van de Wtra voor na te melden duur op te leggen.

De Accountantskamer heeft bij dit oordeel rekening gehouden met de hoogte van de niet betaalde boete, met de omstandigheid dat betrokkene herhaaldelijk is gewaarschuwd voor eventuele ambtshalve toepassing van het bepaalde in het vierde lid van artikel 5 Wtra en met het gegeven dat van betrokkene in dat verband geen reactie is ontvangen.

4. De beslissing

De Accountantskamer:

·       legt ter zake aan betrokkene op de maatregel als bedoeld in artikel 2, onder d. Wtra, te weten die van tijdelijke doorhaling van de inschrijving van de accountant in de registers voor de duur van één maand, welke maatregel ingaat op de tweede dag volgend op de dag waarop deze beslissing onherroepelijk is geworden én de voorzitter van de Accountantskamer een last tot tenuitvoerlegging heeft uitgevaardigd;

·       verstaat dat de AFM en de voorzitter van de Nba na het onherroepelijk worden van deze uitspraak én de uitvaardiging van een last tot tenuitvoerlegging door de voorzitter van de Accountantskamer, zorgen voor opname van deze tuchtrechtelijke maatregel in de registers, voor zover betrokkene daarin is of was ingeschreven.

Aldus beslist door mr. M.B. Werkhoven, voorzitter, mr. C.H. de Haan (rechterlijk lid) en P. van de Streek AA (accountantslid), in aanwezigheid van mr. G.A. Genee secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 17 maart 2017.

_________                                                                            __________

secretaris                                                                               voorzitter

Deze uitspraak is aan partijen verzonden op: ­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­________________________

_______________________________________________________________________________________      _

Ingevolge artikel 43 Wtra kan tegen deze uitspraak binnen 6 weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld door middel van het indienen van een beroepschrift bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (adres: Postbus 20021, 2500 EA  Den Haag). Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en de gronden van het beroep te bevatten.