ECLI:NL:TGZRSGR:2014:118 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2013-167
ECLI: | ECLI:NL:TGZRSGR:2014:118 |
---|---|
Datum uitspraak: | 02-12-2014 |
Datum publicatie: | 02-12-2014 |
Zaaknummer(s): | 2013-167 |
Onderwerp: | Niet of te laat komen |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Klacht tegen een tandarts: Onjuiste, te hoge rekening gestuurd. Gegrond. Vervolgens rekening herzien en daarna kwijtgescholden. Herziene rekening ruim gerekend en afgeleverde werk verdient geen schoonheidsprijs, maar onvoldoende aanwijzing om vast te stellen dat de herziene rekening onjuist is. Ongegrond. Berisping. |
Datum uitspraak: 2 december 2014
Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft de volgende beslissing gegeven inzake de klacht van:
A,
wonende te B,
klager,
tegen:
C, tandarts
werkzaam te D,
verweerder.
1. Het verloop van de procedure
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het klaagschrift met bijlagen, ontvangen op 29 juli 2013,
- de brief van 23 september 2013 van klager,
- het verweerschrift met bijlagen,
- de repliek met bijlage,
- de dupliek met bijlage,
- de brief van 20 januari 2014 van verweerder, met bijlage (overzichtsfoto)
- de brief van 22 januari 2014 van klager,
- de brief 6 april 2014 van verweerder.
De partijen hebben afgezien van de mogelijkheid om in het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.
De mondelinge behandeling door het College heeft plaatsgevonden ter openbare terechtzitting van 7 oktober 2014. Klager is met zijn moeder (patiënte van verweerder) verschenen en heeft hun standpunt mondeling toegelicht. Verweerder was niet aanwezig.
2. De feiten
2.1 Klagers moeder E, geboren in 1936, is in februari 2013 patiënte geworden van verweerder, nadat haar eigen tandarts uit dezelfde praktijk naar het buitenland was gegaan. Op 21 mei 2013 is zij behandeld door verweerder. De behandeling heeft drie kwartier geduurd. Klagers moeder ontving een rekening van € 458,94.
2.2 Klager heeft bij zijn eigen tandarts ten behoeve van zijn moeder, op 12 juni 2013, een second opinion laten uitvoeren. Deze tandarts (F) heeft hiervan verslag gedaan in een brief van 16 september 2013. Uit zijn onderzoek bleek dat de door verweerder uitgevoerde behandeling niet overeenkwam met de verrichtingen die hij in rekening had gebracht. Klager heeft verweerder toen verzocht de rekening aan te passen.
2.3 Verweerder heeft op 22 juni 2013 een herziene rekening gestuurd (met een onjuiste behandeldatum) ten bedrage van € 340,14. Klager heeft verweerder laten weten dat hij ook dit bedrag te hoog vond en derhalve niet terecht. Op 24 juli 2013 heeft de assistente van verweerder klagers moeder gebeld met de mededeling dat de rekening niet betaald hoefde te worden.
3. De klacht
De klacht luidt – zakelijk weergegeven - als volgt.
1. Verweerder heeft een onjuiste en te hoge rekening gestuurd.
2. Verweerder heeft deze rekening herzien door met codes te goochelen, waarna deze nog steeds niet redelijk was, en heeft de rekening vervolgens kwijtgescholden.
4. Het standpunt van verweerder
Verweerder heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig wordt daarop hieronder ingegaan.
5. De beoordeling
5.1 Op grond van de schriftelijke stukken stelt het College vast dat de eerste rekening die verweerder heeft gestuurd onjuist was. De vijf gefactureerde indirecte pulpa-overkappingen waren, voor zover deze door verweerder al waren aangebracht, niet nodig. De twee gefactureerde kronen van plastisch materiaal zijn niet aangebracht. Dit klachtonderdeel is gegrond.
5.2 Wat betreft de tweede, herziene, rekening stelt het College allereerst vast dat verweerder het bedrag van de rekening terecht heeft verlaagd. Ook dan heeft het College vraagtekens bij het in rekening brengen van drievlaksvullingen en etsen voor alle elementen die door verweerder zijn behandeld. Dit is erg ruim gerekend. Daar komt bij, dat het afgeleverde werk naar het oordeel van het College zeker geen schoonheidsprijs verdient. Na bestudering van de foto’s overweegt het College evenwel, anders dan de tandarts die de second opinion heeft gegeven, dat er onvoldoende aanwijzingen zijn om vast te stellen dat deze herziene rekening onjuist is. Er is weliswaar bij een aantal elementen meer dan één vlak gevuld, maar het is niet goed vast te stellen dat er geen drie vlakken zijn gevuld. Dit klachtonderdeel is daarom ongegrond.
5.3 De conclusie is dat de klacht gedeeltelijk gegrond is. Verweerder heeft in strijd gehandeld met de zorg die hij ten opzichte van patiënte behoorde te betrachten zoals bedoeld in artikel 47, eerste lid Wet BIG.
5.4 Het College acht de hierna te noemen maatregel passend, omdat het onterecht in rekening brengen van kosten onzorgvuldig en laakbaar is. Hieraan doet niet af dat verweerder de rekening later heeft verlaagd en kwijtgescholden. Sterker nog, het handelen van verweerder – eerst een te hoge rekening sturen, dan een aanpassing doen en vervolgens de rekening kwijtschelden – is laakbaar en schaadt het vertrouwen in de beroepsgroep.
6. De beslissing
Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag beslist als volgt:
legt op de maatregel van berisping.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.A. Dozy, voorzitter, mr. E.T.M. Olsthoorn-Heim, lid-jurist, M.M.L.F. Smulders, J.M.W. Croes en H.W. Luk, leden-tandartsen, bijgestaan door mr. C.G. Versteeg, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 2 december 2014.
voorzitter secretaris
Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door:
a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;
b. degene over wie is geklaagd;
c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van het Staatstoezicht op de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hem toevertrouwde belangen aangaat.
Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te
Den Haag, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.