ECLI:NL:TNORARL:2018:21 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/329268 KL RK 17-184

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2018:21
Datum uitspraak: 07-06-2018
Datum publicatie: 22-06-2018
Zaaknummer(s): C/05/329268 KL RK 17-184
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   Klager verwijt de notaris dat hij de nalatenschap van moeder onvoldoende voortvarend afhandelt. Klager ontvangt geen reactie van de notaris en wordt doorlopend geconfronteerd met vertragingen en tegenwerkingen. Verder houdt de notaris, volgens klager ten onrechte, een bedrag in depot op zijn derdengeldenrekening totdat de nalatenschap van moeder is afgewikkeld. Voorts verwijt klager de notaris dat hij de reguliere mogelijkheden tot het indienen van klachten frustreert. Dit druist in tegen het rechtsgevoel van klager. Klager voelt zich verre van integer en met minachting door de notaris behandeld.   De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd en de kamer heeft de klacht op alle onderdelen ongegrond verklaard.

 

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN


Kenmerk: C/05/329268 / KL RK 17-184

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[ naam klager ],

wonende te [ woonplaats klager ],

klager

gemachtigde: [ naam gemachtigde ],  wonende te [ woonplaats gemachtigde ]

tegen

[ naam notaris ],

notaris te [ vestigingsplaats notaris ]

Partijen worden hierna respectievelijk klager en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

-          de klacht, met bijlagen, van 7 november 2017;

-          de aanvulling op de klacht van 19 november 2017.

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 6 april 2018 behandeld, waarbij zijn verschenen de gemachtigde van klager enerzijds en de notaris anderzijds.

2. De feiten

2.1 De moeder van klager, [ naam moeder ] (hierna: moeder), is op 5 april 2015 overleden.

2.2 Klager heeft de notaris een boedelvolmacht gegeven om hem bij te staan bij de afwikkeling van de nalatenschap van moeder. Die volmacht heeft klager begin 2017 ingetrokken.

2.3 Nadien heeft de notaris diverse malen een onderhandse volmacht ontvangen waarin klager [ naam gemachtigde ] (hierna: de gemachtigde) machtigt om hem bij de afwikkeling van de nalatenschap te vertegenwoordigen. De notaris heeft geen volmacht ontvangen waarbij de handtekening van klager is gelegaliseerd door een notaris.

2.4 De notaris heeft een bedrag van € 43.169,40 uit de nalatenschap in depot op zijn derdengeldenrekening.

3. De klacht en het verweer

3.1 De klacht valt uiteen in de volgende onderdelen:

1)      Stagnerende afwikkeling nalatenschap

Op 7 december 2015 is de woning van moeder verkocht. Hierna kon de nalatenschap worden afgewikkeld. Het gehele jaar 2016 was er geen voortgang in de afwikkeling. Op geen enkele brief, e-mail of terugbelverzoek van (de gemachtigde van) klager heeft de notaris gereageerd. Op 1 december 2016 heeft de gemachtigde een notaris uit Hengelo (O) om raad gevraagd. Die notaris heeft toen contact gehad met de notaris. Vanaf dat moment was de verhouding verstoord en werd (de gemachtigde van) klager doorlopend geconfronteerd met vertragingen en tegenwerkingen.

Na uitbetaling van een voorschot heeft de notaris nog steeds een bedrag van

€ 43.169,40 in depot op zijn derdengeldenrekening. Dit bedrag is beduidend aan de hoge kant. De notaris wil dit bedrag gebruiken als ‘verzekering’ om algehele kwijting en decharge te verkrijgen. Klager heeft begrepen dat dit gebruikelijk is maar niet op wettelijke gronden is gebaseerd. Klager wil de notaris civielrechtelijk aansprakelijk stellen voor de geleden schade. Het afgeven van een algehele kwijting en decharge zou dit onmogelijk maken.

Klager verzoekt de kamer om de notaris te bewegen het restantbedrag over te maken naar de beheerrekening van klager.

2)      Frustreren van reguliere mogelijkheden tot het indienen van klachten

In geval van ongenoegen over een notaris zijn er, in volgorde van zwaarte, de volgende vier stappen mogelijk:

o   Er in goed overleg samen uit zien te komen;

o   Via de kantoorklachtenregeling naar een oplossing streven;

o   De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (hierna: KNB) om bemiddeling verzoeken;

o   De kamer voor het notariaat recht laten spreken.

Omdat de notaris consequent niet reageerde, was de eerste optie niet mogelijk. Ook de tweede optie bood geen soelaas, omdat het kantoor van de notaris een dergelijke regeling niet heeft. Dit heeft geleid tot een eerdere klacht bij de kamer voor het notariaat. Bemiddeling via de KNB bleek ook geen oplossing te bieden, omdat de notaris - ondanks meerdere verzoeken van de KNB - niet reageerde.

Het feit dat de notaris elke poging van klager om met zijn klachten ergens terecht te kunnen met succes heeft weten te voorkomen, druist sterk in tegen het rechtsgevoel van klager. Klager voelt zich verre van integer en met minachting door de notaris behandeld.

3.2 Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling van de klacht, nader ingaan.

4. De beoordeling

4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

Klachtonderdeel 1 Stagnerende afwikkeling nalatenschap

4.2 Ter zitting heeft de notaris het volgende verweer gevoerd.

4.2.1 In haar testament heeft moeder klager benoemd tot enig erfgenaam. Omdat klager lichamelijk en geestelijker zwakker is, wilde moeder dat hij beschermd werd tegen de buitenwereld. Moeder heeft hierover met de notaris gesproken.

4.2.2 Nadat de notaris een boedelvolmacht van klager heeft ontvangen, is hij met de afwikkeling van de nalatenschap begonnen. Gedurende die afwikkeling van de nalatenschap veranderde klager telkens van mening. De ene keer wilde hij zijn dochter iets geven, de andere keer de bevriende klusjesman. Daarom heeft de notaris op enig ogenblik een moment van bezinning ingelast. De notaris heeft bij de afwikkeling van de nalatenschap elke keer gehandeld met in zijn achterhoofd de vraag hoe hij in het belang van klager kon handelen en hem zo goed mogelijk verzorgd kon achterlaten.

4.2.3 Na intrekking van de boedelvolmacht door klager heeft de gemachtigde zich bij de notaris gemeld. Tevens heeft de gemachtigde namens klager een klacht ingediend bij de notaris over het verloop van de afhandeling van de nalatenschap van moeder. Tijdens de interne klachtenprocedure van het kantoor van de notaris bleek dat de gemachtigde geen volmacht had. Op grond van zijn beroepsgeheim heeft de notaris daarom veel vragen van de gemachtigde niet kunnen beantwoorden.

De notaris heeft vervolgens wel een volmacht van de gemachtigde ontvangen, maar die volmacht was niet gelegaliseerd en daarom voor de notaris onvoldoende. De notaris mocht van de gemachtigde bovendien geen contact zoeken met klager en alleen schriftelijk contact hebben met de gemachtigde. Dit was voor de notaris een alarmerend signaal.

4.2.4 Inmiddels kan de nalatenschap van moeder verder worden afgewikkeld. De rekening en verantwoording is begin 2017 opgesteld en daarna diverse malen aan klager toegezonden. De rekening en verantwoording is naar klager gestuurd, omdat de gemachtigde geen officiële volmacht had. Omdat klager de rekening en verantwoording niet voor akkoord wil ondertekenen en geen kwijting en decharge wil verlenen, kan de nalatenschap niet definitief worden afgewikkeld.

4.3 De kamer overweegt als volgt.

4.3.1 Vooropgesteld dient te worden dat zowel de notaris als de gemachtigde het beste voor lijken te hebben met klager en in zijn belang willen handelen. De wijze waarop zij dit vorm willen geven, verschilt echter. Dit is op zichzelf geen reden om aan te nemen dat de notaris heeft tegengewerkt.

Voor zover de klacht ziet op de afwikkeling van de nalatenschap in 2016, is de kamer van verder oordeel dat klager zijn klacht onvoldoende onderbouwd heeft op dit punt. Niet gebleken is dat de notaris in die periode de nalatenschap onvoldoende voortvarend heeft afgewikkeld.

Vanaf 2017, toen de boedelvolmacht aan de notaris werd ingetrokken en de notaris geen nieuwe volmacht, voorzien van een gelegaliseerde handtekening, heeft ontvangen, is de afwikkeling gestagneerd. Hoewel de notaris mogelijk meer had kunnen doen wat binnen zijn macht lag om alsnog een gelegaliseerde volmacht te verkrijgen, maakt dit enkele feit niet dat de notaris op dit punt een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Dat geldt te meer nu hij heeft geprobeerd conform de wens van moeder te handelen en klager probeerde te beschermen.

4.3.2 Ten aanzien van het bedrag wat nog in depot staat bij de notaris overweegt de kamer als volgt. De kamer acht het evenmin tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de notaris – zo lang de nalatenschap nog niet definitief is afgewikkeld - een geldbedrag in depot houdt voor mogelijk nog opkomende schuldeisers. Wel merkt de kamer daarbij het volgende op. Nu moeder in april 2015 is overleden en de nalatenschap sinds begin 2017 gereed is voor definitieve afwikkeling, wordt de kans steeds kleiner dat zich een tot nu toe onbekende schuldeiser meldt. Het bedrag van € 43.169,40 is daarom mogelijk aan de hoge kant. Dit enkele feit is echter ook onvoldoende om de conclusie te rechtvaardigen dat de klacht op dit punt gegrond is.

4.3.3 Gelet op vorenstaande zal de kamer dit klachtonderdeel ongegrond verklaren.

Klachtonderdeel 2 Frustreren van reguliere mogelijkheden tot het indienen van klachten

4.4 Ter zitting heeft de notaris het volgende verweer gevoerd.

4.4.1 Klager heeft eerder een klacht over de notaris ingediend bij de kamer. In die klachtenprocedure heeft de notaris verweer gevoerd en is alles aan de orde geweest. Daarom heeft de notaris ervoor gekozen in de onderhavige klachtenprocedure geen schriftelijk verweer te voeren, omdat dat een herhaling van zetten zou zijn.

4.5 De kamer overweegt als volgt.

4.5.1 Uit het dossier blijkt dat er tussen klager en de notaris meerdere (klacht)procedures aanhangig zijn (geweest).

4.5.2 De kamer merkt op dat het de notaris had gesierd als hij, voorafgaande aan de mondelinge behandeling, klager en de kamer had geïnformeerd over zijn motivatie om geen schriftelijk verweer te voeren in de onderhavige procedure. Ook richting de KNB had de communicatie van de notaris beter gekund.

4.5.3 Hoewel de communicatie van de notaris niet de schoonheidsprijs verdient, is niet gebleken dat notaris de klachtprocedure bewust heeft gefrustreerd. De notaris heeft meegewerkt aan de bemiddeling van de voorzitter in een eerdere klachtprocedure bij de kamer tussen klager en de notaris. Naar aanleiding van dat gesprek is die klacht ingetrokken. Ook heeft de notaris naar aanleiding van dat gesprek de gevraagde stukken aan klager toegezonden. Vrijwel direct na het bemiddelingsgesprek in die klachtprocedure is de onderhavige klacht ingediend.

4.5.4 Gelet op vorenstaande zal de kamer dit klachtonderdeel ongegrond verklaren.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

-          verklaart de klacht op alle onderdelen ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. D.T. Boks, voorzitter, mr. F.E.J. Goffin,

mr. H.J. Hettema, mr. J.T.J. Heijstek en A. Roesink-Kragt, leden, in tegenwoordigheid van mr. K.K.H. Wagemaker, secretaris, en door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op

7 juni 2018.

De secretaris

De voorzitter

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.