ECLI:NL:TNORARL:2017:41 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/320361 / KL RK 17/54

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2017:41
Datum uitspraak: 08-09-2017
Datum publicatie: 28-09-2017
Zaaknummer(s): C/05/320361 / KL RK 17/54
Onderwerp:
  • Registergoed
  • Ondernemingsrecht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Een notaris dient bij de uitoefening van zijn ambt de belangen van de bij een rechtshandeling betrokken partijen met de grootst mogelijke zorgvuldigheid te behartigen. Deze vereiste zorgvuldigheid brengt in beginsel mee dat, indien een notaris in een akte van levering van (certificaten van) aandelen opneemt dat de koper zonder tussenkomst van hem, notaris, de koopprijs aan de verkoper heeft voldaan en verder in de akte vermeldt dat de verkoper aan de koper kwijting verleent voor de voldoening van de koopprijs, die notaris, alvorens hij de leveringsakte passeert, bij de verkoper verifieert of de koopsom daadwerkelijk is ontvangen, althans hem informeert wat de gevolgen zijn als (volledige) betaling uitblijft. Laat een notaris dit na, dan kan hem dat tuchtrechtelijk worden aangerekend, wat met name het geval zal zijn indien na het passeren mocht blijken dat de koopsom niet (volledig) is voldaan. Bijzondere omstandigheden kunnen er evenwel toe leiden dat van een notaris niet behoeft te worden verlangd dat hij voor het passeren van de akte informatie inwint over de betaling van de koopsom of dat hij de verkoper informeert. In deze zaak is sprake van bijzondere omstandigheden. De kamer verklaart de klacht ongegrond.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk: C/05/320361 / KL RK 17/54

Beslissing van de kamer voor het notariaat op de klacht van

de naamloze vennootschap

(…) N.V. ,

statutair gevestigd te (…), (…),

klaagster,

gemachtigde: mr. P. de Koning, advocaat te Tilburg,

tegen

mr. (…) ,

notaris te (…).

Partijen worden hierna klaagster en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

-      een brief van 10 mei 2017, met bijlagen, van de gemachtigde van klaagster

-      een brief van 24 mei 2017, met bijlagen, van de notaris.

1.2 De klacht is behandeld ter openbare zitting van de kamer van 9 augustus 2017. Ter zitting zijn verschenen (…), statutair directeur van klaagster, vergezeld van de gemachtigde van klaagster, en de notaris. Allen hebben het woord gevoerd. De gemachtigde van klaagster mede aan de hand van pleitnotities, die door hem zijn overgelegd.

2. De feiten

2.1 De notaris heeft op 3 november 2015 een akte gepasseerd, waarbij klaagster haar certificaten van aandelen in de besloten vennootschap (…) B.V. (verder te noemen: de vennootschap) ten titel van inkoop heeft geleverd aan de vennootschap.

2.2 In de leveringsakte is onder meer het volgende opgenomen (waarbij d e vennootschap wordt aangeduid met Vennootschap en klaagster met Verkoper):

                  "ARTIKEL 3. KOOPPRIJS, BETALING, KWIJTING

                1. ...

                2. Betaling

                De Vennootschap heeft de totale koopprijs ad tweehonderd drieëndertigduizend achthonderd euro  (€ 233.800,00) voldaan aan Verkoper zonder   

tussenkomst van mij, notaris.

                3. Kwijting

                Verkoper verleent de Vennootschap hierbij kwijting voor de voldoening van de Koopprijs."

2.3 Voorafgaande aan het passeren heeft de notaris op 13 oktober 2015 de conceptakte van levering aan de vennootschap gezonden en op 15 oktober 2015 aan de directeur van klaagster.

2.4 Op 29 oktober 2015 heeft de notaris aan de directeur van klaagster bericht dat de akte overeenkomstig het concept waarop de volmacht was afgegeven, zo snel mogelijk zal worden gepasseerd.

2.5 De vennootschap heeft op 5 november 2015 een bedrag van € 219.340,- aan klaagster voldaan.

3. De klacht

Klaagster stelt het volgende. De vennootschap heeft van de koopprijs een bedrag van € 219.340,- aan klaagster betaald. Tegen de vordering tot voldoening van het restant van de koopprijs heeft de vennootschap zich verweerd met een beroep op artikel 3. van de leveringsakte, waarin is opgenomen dat de koopprijs is betaald en dat partijen elkaar ter zake finale kwijting verlenen. De notaris heeft zijn zorgplicht geschonden doordat hij in de akte heeft vermeld dat de vennootschap de koopprijs "heeft voldaan", zonder dat hij klaagster erop heeft gewezen dat door afwikkeling van de levering op deze wijze een vorderingsrecht van klaagster kon worden gefrustreerd door de vennootschap. Aan de notaris was eerder alleen meegedeeld dat in de conceptakte niet behoefde te worden opgenomen dat betaling van de koopprijs via zijn derdengeldrekening diende te lopen. De zorgplicht van de notaris is des te meer geschonden, omdat de levering heeft plaatsgevonden op basis van volmachten, die op 19 oktober 2015, dus ver voor de levering, door klager zijn getekend en afgegeven. Betaling voorafgaand aan de al eerder geplaatste handtekening op 19 oktober 2015 is geen onderwerp van gesprek of correspondentie geweest. Partijen hebben de notaris geen specifieke instructie gegeven over het (moment van) betalen, anders dan dat zij hem hebben meegedeeld dit onderling te zullen regelen. Dit wordt ook verwoord in het e-mailbericht van 3 november 2015 dat namens de notaris aan partijen is verzonden. De bevestiging door partijen dat de koopsom was betaald had vóór het passeren moeten plaatsvinden.

4. Het verweer

De notaris voert aan dat hem geen verwijt treft. Hij betoogt dat er zijnerzijds vanuit mocht worden gegaan dat partijen de betaling van de koopsom in onderling overleg zouden regelen, zoals door hen ook was aangegeven. De notaris wijst erop dat de conceptakte op 15 oktober 2015 aan de directeur van klaagster ter beoordeling is toegezonden en dat dezelfde dag van hem het akkoord is ontvangen met het verzoek de akte zo snel mogelijk te passeren. Vervolgens is, aldus de notaris, aan de directeur van klaagster bericht dat nog een legal opinion ontbrak en is, nadat de stukken compleet waren, aan de directeur op 29 oktober 2015 meegedeeld dat de akte, overeenkomstig het concept, zal worden gepasseerd. De notaris is van mening dat partijen na toezending van de conceptakten voldoende tijd hebben gehad, ook na afgifte van de volmacht op het concept, om terug te komen op de afspraak dat betaling van de koopsom niet via zijn kantoor zou lopen.

5. De beoordeling

5.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient  daarom te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.2 De kamer overweegt als volgt. Een notaris dient bij de uitoefening van zijn ambt de belangen van de bij een rechtshandeling betrokken partijen met de grootst mogelijke zorgvuldigheid te behartigen. Deze vereiste zorgvuldigheid brengt in beginsel mee dat, indien een notaris in een akte van levering van (certificaten van) aandelen opneemt dat de koper zonder tussenkomst van hem, notaris, de koopprijs aan de verkoper heeft voldaan en verder in de akte vermeldt dat de verkoper aan de koper kwijting verleent voor de voldoening van de koopprijs, die notaris, alvorens hij leveringsakte passeert, bij de verkoper verifieert of de koopsom daadwerkelijk is ontvangen, althans hem informeert wat de gevolgen zijn als (volledige) betaling uitblijft. Laat een notaris dit na, dan kan hem dat tuchtrechtelijk worden aangerekend, wat met name het geval zal zijn indien na het passeren mocht blijken dat de koopsom niet (volledig) is voldaan. Bijzondere omstandigheden kunnen er evenwel toe leiden dat, in een geval als hiervoor genoemd, van een notaris niet behoeft te worden verlangd dat hij voor het passeren van de akte informatie inwint over de betaling van de koopsom of dat hij de verkoper informeert.

5.3 In de voorliggende zaak acht de kamer het volgende van belang. De notaris heeft in het verleden verschillende akten gepasseerd, waarbij certificaathouders hun certificaten van aandelen in de vennootschap ten titel van inkoop hebben geleverd aan de vennootschap. In die gevallen kwam het, zoals de notaris onbestreden heeft gesteld, meermaals voor dat partijen de notaris berichtten dat de koopprijs zonder zijn tussenkomst zou worden voldaan, waarna de notaris in de leveringsakten dan de bepalingen opnam vergelijkbaar met die zoals hiervoor onder 2.2 weergegeven. Dat deze handelwijze van de notaris vervolgens ooit tot enige (betalings)problemen tussen een verkoper en de vennootschap heeft geleid, is niet gebleken. Er bestond voor de notaris dan ook geen aanleiding wantrouwend te staan tegenover de door klaagster en de vennootschap gedane mededeling dat de betaling van de koopprijs buiten hem om zou worden geregeld. Ook was er voor hem geen reden de betaling en kwijting in de leveringsakte anders te formuleren dan in de eerdere akten tussen verkopers en de vennootschap was gebeurd. In tegenstelling tot dat wat klaagster betoogt, kon de notaris niet volstaan met alleen in de akte te vermelden dat betaling van de koopprijs niet via zijn derdenrekening zou lopen. De notaris dient – ook in het belang van rechtszekerheid voor derden – inhoudelijk een zodanige leveringsakte te concipiëren en te passeren dat deze geen onduidelijkheid laat bestaan over de voldoening van de koopprijs en de kwijting daarvoor.

De hiervoor genoemde bijzondere omstandigheden, in hun onderling verband bezien, maken dat de notaris niet onjuist heeft gehandeld door de akte te passeren zoals hij heeft gedaan, dus zonder vooraf bij klaagster navraag te doen over de betaling van de koopsom of zonder haar te informeren over de gevolgen bij niet-betaling. Het had, naar het oordeel van de kamer, eerder op de weg van klaagster gelegen contact met de notaris op te nemen en hem op de hoogte te stellen dat de koopprijs niet was voldaan. De directeur van klaagster heeft namelijk ter zitting verklaard met de gebruikelijke gang van zaken bij de levering, zoals door de notaris geschetst, bekend te zijn geweest en ook dat hij wist dat op 3 november 2015 de akte zou worden gepasseerd. Nu de koopprijs – kort voor de levering – nog niet was ontvangen door klaagster, had hij de notaris kunnen en moeten informeren.

5.4 Het voorgaande leidt ertoe dat de klacht ongegrond dient te worden verklaard.

6. De beslissing

De kamer voor het notariaat

verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.C.J. Heessels, voorzitter, mrs. V. Oostra, K.H.H.J. Kuhlmann, L.P. Oostveen-ter Braak en M.J.C. van Leeuwen, leden, en door de voorzitter in tegenwoordigheid van mr. J.G.W. Oor, secretaris, uitgesproken in het openbaar op 8 september 2017.

  de secretaris                                                                             de voorzitter 

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van het afschrift van de beslissing schriftelijk hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam. Postadres: postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.