ECLI:NL:TNORARL:2017:10 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden KL RK 16 - 143

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2017:10
Datum uitspraak: 04-04-2017
Datum publicatie: 06-04-2017
Zaaknummer(s): KL RK 16 - 143
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond met waarschuwing
Inhoudsindicatie:   Gezien de omstandigheden was naar het oordeel van de kamer extra voorzichtigheid van de zijde van de notaris geboden. Een belangrijk aspect van deze voorzichtigheid is het nemen van voldoende tijd om na te gaan of een cliënt consistent is in zijn tegenover de notaris geuite wens. Op de vraag van de kamer aan de notaris tijdens de mondelinge behandeling van de klacht om welke reden het levenstestament nog op dezelfde dag is herroepen, heeft de notaris geantwoord dat dit de uitdrukkelijke wens van [A] was en dat het bovendien een eenvoudige handeling betrof. De kamer is van oordeel dat de wens van [A] en de relatieve eenvoud van het intrekken van een volmacht gelet op de hierboven vermelde omstandigheden niet zwaarwegend genoeg waren om nog dezelfde dag tot intrekking van de volmacht over te gaan.

Kenmerk: C/05/312875 / KL RK 16-143

beslissing van de kamer voor het notariaat van 4 april 2017

op de klacht van

[…],

klaagster,

gemachtigde: mr. G. van Atten, advocaat te Amsterdam,

tegen

mr. […],

notaris te […].

Partijen worden hierna respectievelijk klaagster en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit

-          de klacht, met bijlagen, van 8 december 2016;

-          het verweer, met bijlage, van de notaris van 11 januari 2017.

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 17 februari 2017 behandeld, waarbij zijn verschenen klaagster, vergezeld door haar gemachtigde, enerzijds en de notaris anderzijds.

2. De feiten

2.1 Klaagster is gehuwd met de heer [A] (hierna: [A]). Uit dit huwelijk zijn drie kinderen geboren.

2.2 In 2011 is bij [A] op 51-jarige leeftijd de diagnose van frontotemporale dementie gesteld.

2.3 De notaris heeft op 18 november 2013 voor zowel klaagster als haar echtgenoot een levenstestament opgesteld. Het levenstestament van [A] bevat een volmacht aan klaagster en bij belet of ontstentenis van klaagster aan zijn drie kinderen gezamenlijk. In het levenstestament van klaagster is een volmacht aan haar kinderen gezamenlijk opgenomen.

2.4 Sinds januari 2014 woont [A] in het verpleeghuis […] te […], een specialistisch zorg- en behandelcentrum voor onder meer jong dementerenden.

2.5 Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) heeft op 11 maart 2014 besloten dat gedwongen opname van [A] in de gesloten afdeling in een Wet Bopz aangemerkte instelling noodzakelijk is.

2.6 Op 22 januari 2015 heeft [A] contact opgenomen met de notaris en een afspraak gemaakt voor de volgende dag, 23 januari 2015.

2.7 Op 23 januari 2015 is [A] door zijn tante meegenomen naar het kantoor van de notaris. Bij het gesprek met de notaris was behalve deze tante ook zijn advocaat

mr. […] aanwezig.

[A] heeft de notaris verzocht om zijn levenstestament te herroepen en nog een aantal andere zaken te regelen.

Dezelfde dag heeft aan het eind van de middag een vervolgbespreking met [A] plaatsgevonden, in aanwezigheid van alleen zijn tante. Tijdens deze bespreking is de herroeping van het levenstestament door de notaris gepasseerd. De notaris heeft de overige zaken die [A] aan hem had verzocht, uitgesteld.

3. De klacht en het verweer

3.1 Klaagster verwijt de notaris dat hij onvoldoende heeft onderzocht of [A] in staat was om zijn wil te bepalen toen hij de notaris verzocht om zijn levenstestament te herroepen. Er was voldoende aanleiding om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van [A]. De notaris was op de hoogte van zijn ziekte. Juist vanwege deze progressieve ziekte, waarvan bekend was dat deze gevolgen zou hebben voor de wilsbekwaamheid van [A], is door de notaris eind 2013 een levenstestament opgesteld. Verder was de notaris ervan op de hoogte dat [A] in een verpleeghuis verbleef. Desondanks heeft de notaris nog dezelfde dag de akte gepasseerd, zonder dat hij op enig moment alleen met zijn cliënt heeft gesproken en zonder te informeren bij het verpleeghuis. Niet valt in te zien waarom de notaris de herroeping dezelfde dag nog moest passeren, terwijl hij het wel nodig vond om de andere zaken die [A] hem had gevraagd uit te stellen en wellicht een medische verklaring op te vragen.

3.2 Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling

4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De notaris heeft het volgende als verweer naar voren gebracht. [A] heeft zelf het notariskantoor benaderd voor het maken van een afspraak. Tijdens de beide gesprekken op 23 januari 2015 die de notaris met hem heeft gevoerd, kon [A] duidelijke antwoorden geven op de vragen van de notaris en bleek hij zich terdege bewust te zijn van de gevolgen van het herroepen van zijn levenstestament, namelijk dat de volmacht aan zijn echtgenote zou worden ingetrokken. De notaris heeft niet de indruk gekregen dat [A] werd beïnvloed door zijn tante of zijn advocaat. De advocaat heeft verklaard dat hij zijn cliënt op dat moment wilsbekwaam achtte. De notaris was bekend met de aard van de ziekte van [A] en het feit dat hij verbleef in een verpleeghuis. Ondanks het feit dat er derhalve indicatoren aanwezig waren, heeft de notaris tijdens het voeren van de gesprekken geen moment getwijfeld aan de wilsbekwaamheid van [A] om zijn levenstestament dezelfde dag te herroepen. Hij vond het om die redenen niet nodig nader onderzoek te doen naar de geestesgesteldheid van zijn cliënt.

4.3 De vraag ligt voor of de notaris voldoende heeft onderzocht of [A] wilsbekwaam was voordat hij zijn medewerking heeft verleend aan de herroeping van het levenstestament. De notaris was op de hoogte van de ziekte van [A] en dus ook van de progressieve aard daarvan. Verder was hij ermee bekend dat [A] inmiddels was opgenomen in een gesloten instelling met BOPZ-indicatie. Bovendien had de notaris anderhalf jaar eerder voor [A] een levenstestament opgesteld waarin zaken waren geregeld met het oog op de gezondheidssituatie van [A].

Gezien deze omstandigheden was naar het oordeel van de kamer extra voorzichtigheid van de zijde van de notaris geboden. Een belangrijk aspect van deze voorzichtigheid is het nemen van voldoende tijd om na te gaan of een cliënt consistent is in zijn tegenover de notaris geuite wens.

Op de vraag van de kamer aan de notaris tijdens de mondelinge behandeling van de klacht om welke reden het levenstestament nog op dezelfde dag is herroepen, heeft de notaris geantwoord dat dit de uitdrukkelijke wens van [A] was en dat het bovendien een eenvoudige handeling betrof. De kamer is van oordeel dat de wens van [A] en de relatieve eenvoud van het intrekken van een volmacht gelet op de hierboven vermelde omstandigheden niet zwaarwegend genoeg waren om nog dezelfde dag tot intrekking van de volmacht over te gaan.

Nu geen noodzaak bestond om met spoed aan de wens van [A] te voldoen, had de notaris meer tijd moeten nemen voor zijn beoordeling van de wilsbekwaamheid van [A].  

4.4 De klacht dient gegrond te worden verklaard. De notaris heeft niet zorgvuldig gehandeld door onvoldoende tijd te nemen om de wilsbekwaamheid van [A] te onderzoeken. De kamer acht de maatregel van waarschuwing passend en geboden.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

- verklaart de klacht gegrond;

- legt de notaris op de maatregel van waarschuwing op.

Deze beslissing is gegeven door mr. C.J.M. Hendriks, voorzitter, mr. J.T.J. Heijstek,

mr. J.G.T.M. Castrop, A. Roesink-Kragt en mr. A.M.S. Kuipers, leden, en in tegenwoordigheid van mr. W.E. Markus-Burger, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 4 april 2017.

De secretaris

De voorzitter