ECLI:NL:TADRAMS:2019:114 Raad van Discipline Amsterdam 18-869/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2019:114
Datum uitspraak: 20-05-2019
Datum publicatie: 23-05-2019
Zaaknummer(s): 18-869/A/A
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Geheimhoudingsplicht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetzaak. Klacht tegen eigen advocaat. Verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  Amsterdam

van 20 mei 2019

in de zaak 18-869/A/A

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 18 december 2018 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief van 31 mei 2018 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.

1.2    Bij brief aan de raad van 1 november 2018 met kenmerk 2018-658942, door de raad ontvangen op 5 november 2018, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3    Bij beslissing van 18 december 2018 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 18 december 2018 is verzonden aan klager.

1.4    Bij brief van 27 december 2018, door de raad ontvangen op 31 december 2018, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 9 april 2019 in aanwezigheid van klager.

1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 27 december 2018. Verder is kennisgenomen van de brief van klager van (de raad begrijpt) 9 januari 2018 en de e-mails van verweerder van 16 januari 2019, 6 februari 2019 en 7 februari 2019.

2    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3    VERZET

3.1    De gronden van het verzet strekken ertoe om de klacht opnieuw in volle omvang te beoordelen.

4    BEOORDELING

4.1    Alvorens tot een eventuele verdere inhoudelijke beoordeling van de klacht van klager te kunnen komen, dient sprake te zijn van een gegrond verzet. Daartoe moet worden nagegaan of in redelijkheid geen twijfel over de juistheid van de beslissing van de voorzitter kan bestaan. Mogelijke contra-indicaties zijn het niet toepassen van een juiste maatstaf door de voorzitter of wanneer van onjuiste feiten is uitgegaan.

4.2    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.3    Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

    verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. D.H. Steenmetser-Bakker, voorzitter, mrs. A. de Groot, C.C. Oberman, leden, bijgestaan door mr. N.M.K. Damen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 20 mei 2019.

Griffier    Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 20 mei 2019 verzonden.