ECLI:NL:TACAKN:2015:67 Accountantskamer Zwolle 15/290 Wtra AK

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2015:67
Datum uitspraak: 01-06-2015
Datum publicatie: 01-06-2015
Zaaknummer(s): 15/290 Wtra AK
Onderwerp:
Beslissingen: Klacht gegrond met doorhaling
Inhoudsindicatie:   Niet betalen van een eerder door de Accountantskamer opgelegde geldboete. Recidive. Alsnog doorhaling in het accountantsregister met termijn van minimale niet-herinschrijving van 6 maanden.

ACCOUNTANTSKAMER

BESLISSING van 1 juni 2015 in de zaak met nummer 15/290 Wtra AK , welke zaak ingevolge artikel 5, lid 4 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) is voortgevloeid uit de zaak met nummer 14/614 Wtra PE van

de KONINKLIJKE NEDERLANDSE BEROEPSORGANISATIE van ACCOUNTANTS (Nba) ,

kantoorhoudende te Amsterdam,

K L A A G S T E R ,

raadsman: mr. A. Sukkel,

t e g e n

drs. Y ,

registeraccountant,

wonende te [woonplaats],

B E T R O K K E N E .

1. Het verloop van de procedure

1.1  De Accountantskamer heeft kennisgenomen van:

-        haar beslissing van 10 oktober 2014 met nummer 14/1029 Wtra AK welke zaak ingevolge artikel 5, lid 4 Wet  tuchtrechtspraak accountants (Wtra) is voortgevloeid uit de zaak met nummer 13/1241 Wtra PE van klaagster tegen betrokkene;

-        haar beslissing van 10 oktober 2014 in de zaak van de Nba tegen betrokkene met nummer 14/614 Wtra PE;

-        een last tot tenuitvoerlegging van die beslissing, gegeven door haar voorzitter op 9 december 2014;

-        een brief van 14 januari 2015 van haar voorzitter aan betrokkene;

-        de oproeping van betrokkene van 10 februari 2015 om op 10 april 2015 door de Accountantskamer te worden gehoord;

-        een e-mail van betrokkene van 10 april 2015.

1.2 Betrokkene is op 10 april 2015 niet verschenen en heeft zich toen evenmin laten vertegenwoordigen. Daarvan heeft hij de Accountantskamer bij de e-mail van 10 april 2015 in kennis gesteld.

2. De vaststaande feiten

Op grond van de stukken stelt de Accountantskamer het volgende vast.

2.1 Bij de beslissing van de Accountantskamer van 10 oktober 2014, met nummer 14/1029 Wtra AK is betrokkene de nadere maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving van betrokkene in de registers bedoeld in artikel 1, onder i. Wtra voor de duur van één maand opgelegd, kort weergegeven omdat betrokkene niet tijdig heeft voldaan aan zijn plicht tot betaling van een bij de beslissing van 23 december 2013 met nummer 13/1241 Wtra PE opgelegde geldboete ten bedrage van € 1.000,-.

2.2 Bij de beslissing van de Accountantskamer van 10 oktober 2014 met nummer 14/614 Wtra PE is aan betrokkene, wegens ‑ kort weergegeven ‑ het niet naleven van zijn PE-verplichtingen, onder meer als maatregel een geldboete van € 400,- opgelegd. In die beslissing is betrokkene erop gewezen dat bij niet tijdige betaling van de opgelegde geldboete de Accountantskamer op grond van artikel 5, vierde lid, Wtra kan beslissen dat betrokkene de maatregel van doorhaling moet worden opgelegd. Die beslissing is op 24 november 2014 onherroepelijk geworden. Bij de last tot tenuitvoerlegging van die beslissing van 9 december 2014 is betrokkene de gelegenheid geboden de geldboete te voldoen vóór 9 januari 2015. In de brief van 14 januari 2015 is betrokkene een laatste gelegenheid geboden de genoemde boete alsnog binnen een termijn van 2 weken te betalen en is (nogmaals) gewezen op artikel 5, lid 4 Wtra. Betrokkene heeft de boete niet voldaan.

3. De gronden van de beslissing

Omtrent het niet (tijdig) voldoen aan de last tot tenuitvoerlegging van 9 december 2014 overweegt de Accountantskamer het volgende.

3.1 Van betrokkene is op de last tot tenuitvoerlegging en op de brief van 14 januari 2015  geen reactie ontvangen. Voor aanvang van de zitting heeft betrokkene de Accountantskamer bij de bovenvermelde e-mail van 10 april 2015 laten weten, de opgelegde boete op donderdagavond 9 april 2015 laat in de avond te hebben overgemaakt.  De boete is echter niet op het in de beslissing met nummer 14/614 Wtra PE vermelde rekeningnummer ontvangen.

3.2 Van betrokkene is niet vernomen welke redenen hij - tot 9 januari 2015- had tot het achterwege laten van betaling van de geldboete en evenmin waarom de betaling ondanks zijn e-mailbericht van 10 april 2015 niet alsnog is ontvangen. Op 22 april 2015 is nog telefonisch bij betrokkene geïnformeerd; hij zegde toen toe spoedig een betaalbewijs aan de Accountantskamer in te zenden. Tot op heden is een dergelijk bewijsstuk niet bij de Accountantskamer ingekomen. De Accountantskamer gaat er daarom vanuit dat betrokkene de geldboete niet heeft betaald. Evenmin is aan de Accountantskamer rechtvaardiging gebleken voor het uitblijven daarvan. Deze nalatigheid levert strijd op met de wet en met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep.

3.3 Alles in aanmerking nemende acht de Accountantskamer het passend en geboden om betrokkene thans de in artikel 2, eerste lid, aanhef en sub e. Wtra bedoelde ‑ nadere ‑ maatregel van doorhaling van de inschrijving in de registers als bedoeld in artikel 1 onder i. van de Wtra op te leggen, onder bepaling van de termijn van minimale niet-inschrijving op de hierna te vermelden duur.

De Accountantskamer heeft bij dit oordeel rekening gehouden met de omstandigheid dat betrokkene herhaaldelijk is gewaarschuwd voor eventuele ambtshalve toepassing van het bepaalde in het vierde lid van artikel 5 Wtra en met het gegeven dat sprake is van recidive. Betrokkene heeft immers al eerder een geldboete niet (tijdig) betaald, waarvoor een nadere maatregel  is opgelegd.  

4. De beslissing

De Accountantskamer:

·       legt aan betrokkene op de - nadere - maatregel van doorhaling van de inschrijving van de accountant in het register als bedoeld in artikel 2, onder e. Wtra, welke maatregel ingaat op de tweede dag volgend op de dag waarop deze beslissing onherroepelijk is geworden èn de voorzitter van de Accountantskamer een last tot tenuitvoerlegging heeft uitgevaardigd;

·       bepaalt de termijn waarbinnen betrokkene niet opnieuw in het register kan worden ingeschreven op 6 maanden;

·       verstaat dat de AFM en de voorzitter van de Nba na het onherroepelijk worden van deze uitspraak én de uitvaardiging van een last tot tenuitvoerlegging door de voorzitter van de Accountantskamer, zorgen voor opname van deze tuchtrechtelijke maatregel in de registers, voor zover betrokkene daarin is of was ingeschreven.

Aldus beslist door mr. M.B. Werkhoven, voorzitter, mr. A.L. Goederee en mr. E.W. Akkerman (rechterlijk leden) en mr. drs. J.B. Backhuijs RA en A.M.H. Homminga AA (accountantsleden), in aanwezigheid van mr. G.A. Genee secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 1 juni 2015.

_________                                                                            __________

secretaris                                                                               voorzitter

Deze uitspraak is aan partijen verzonden op: ­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­________________________

_______________________________________________________________________________________      _

Ingevolge artikel 43 Wtra kan betrokkene dan wel de Nba tegen deze uitspraak binnen 6 weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep instellen door het indienen van een beroepschrift bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (adres: Postbus 20021, 2500 EA  Den Haag). Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en de gronden van het beroep te bevatten.