ECLI:NL:TNORSHE:2018:9 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2017/71

ECLI: ECLI:NL:TNORSHE:2018:9
Datum uitspraak: 18-06-2018
Datum publicatie: 30-07-2018
Zaaknummer(s): SHE/2017/71
Onderwerp: Registergoed
Beslissingen: Klacht gegrond met waarschuwing
Inhoudsindicatie: Informatieplicht, passeren akte van levering van woning bij volmacht. Ten tijde van het passeren van de akte was klager voor de helft eigenaar van de woning; daarom moet hij worden aangemerkt als partij bij de akte. Volgens art. 43 lid 1 Wna moet een notaris de partijen bij de akte en de bij het verlijden van de akte eventueel verschijnende andere personen tijdig voor het passeren van de akte de gelegenheid geven om van de inhoud van de akte kennis te nemen. De toegevoegd notaris, die bekend was met de familieomstandigheden en de langdurige detentie van klager (die dus een vaste verblijfplaats had), heeft vooraf echter geen concept van de akte aan klager toegezonden. Bovendien heeft zij klager voorafgaand aan het passeren van de akte geen toelichting gegeven op de zakelijke inhoud daarvan, hem niet gewezen op de gevolgen die voor partijen uit de inhoud van de akte voortvloeien en hem ook overigens vooraf op geen enkele wijze geïnformeerd over de op handen zijnde eigendomsoverdracht van de woning, terwijl zij hem bovendien pas twee jaar later, nadat klager daar zelf om had gevraagd, een afschrift van de akte van levering en van de depotovereenkomst heeft toegezonden. Daardoor heeft klager al die tijd in het ongewisse verkeerd over zijn (mede-) eigendom en zijn financiële situatie. Waarschuwing.

Klachtnummer    : SHE/2017/71

Datum uitspraak : 18 juni 2018

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ’s-HERTOGENBOSCH

De kamer voor het notariaat neemt de volgende beslissing naar aanleiding van de klacht van:

de heer […] (hierna: klager),

verblijvende in […],

tegen

toegevoegd notaris mevrouw mr. […] (hierna: toegevoegd notaris),

werkzaam in […],

gemachtigde: de heer mr. F.A. Chorus, advocaat in Amsterdam.

1.         De procedure

1.1.       Bij brief van 1 juni 2017 heeft klager een klacht geformuleerd tegen de toegevoegd notaris. Dit klaagschrift met bijlagen is op 28 juni 2017 ontvangen door de kamer voor het notariaat (hierna: de kamer).

1.2.       De toegevoegd notaris heeft een verweerschrift met bijlagen ingediend, waarna de plaatsvervangend voorzitter van de kamer heeft bepaald dat de klacht tijdens een zitting van de kamer moet worden behandeld.

1.3.       De klacht is behandeld tijdens de zitting van de kamer van 19 maart 2018. Klager is ter zitting verschenen en heeft zijn klacht toegelicht, mede aan de hand van pleitaantekeningen. De toegevoegd notaris is eveneens ter zitting verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Zij heeft haar verweer nader toegelicht/doen toelichten.

2.          De feiten

2.1.       Klager is na het maken van huwelijkse voorwaarden gehuwd geweest met mevrouw [A]. Op [datum] hebben zij een dochter gekregen (hierna: D). De echtgenote had een zoon en een dochter uit een eerder huwelijk. Klager en de echtgenote waren ieder voor een gelijk deel eigenaar van de echtelijke woning aan de […] in […] (hierna: de woning).

2.2.       De echtgenote is op [datum] 2013 overleden. Klager is veroordeeld wegens doodslag van de echtgenote en verblijft in detentie.  

2.3.       De echtgenote had niet bij testament over haar nalatenschap beschikt.

2.4.       Bij notariële akte van 14 april 2014 heeft klager zijn zus mevrouw […] (hierna ook: de zus) aangesteld tot algemeen gevolmachtigde, aan wie alle volmachten worden verleend om zijn zaken te beheren, zijn  belangen waar te nemen, voor zijn rechten op te komen en in het bijzonder om een aantal in de akte omschreven handelingen te verrichten, zoals:

“Registergoederen, (…) roerende zaken, schuldvorderingen, rechten ten aanzien van nalatenschappen en in het algemeen alle goederen, die ook tegen de prijs en onder de lasten en voorwaarden, die de gevolmachtigde geraden zal achten, te verkrijgen, te verkopen, te ruilen en te leveren, (…)”

Klager verbleef op dat moment in de PPI in Vught en de akte van volmacht is daar gepasseerd door notaris de heer mr. [X], gevestigd in […].

2.5.       Uit een akte van de rechtbank Oost-Brabant van 15 april 2014 blijkt dat klager de nalatenschap van de echtgenote heeft verworpen. Daardoor is [D] in zijn plaats getreden. De drie kinderen hebben de nalatenschap aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Zij waren als erfgenamen en vereffenaars gezamenlijk gerechtigd tot de helft van de woning en klager was gerechtigd tot de andere helft.    

2.6.       Op 20 mei 2014 hebben de zus, handelend in haar hoedanigheid van gevolmachtigde van klager, en de uit het eerdere huwelijk van de echtgenote geboren zoon, handelend als en namens de drie erfgenamen, een overeenkomst gesloten waarbij de woning met enkele roerende zaken is verkocht aan een derde voor een bedrag van € 283.500,00. De, bij de koopsom inbegrepen, waarde van deze roerende zaken is bepaald op € 10.000,00. In de koopovereenkomst is (samengevat) bepaald dat de akte van levering zal worden gepasseerd ten overstaan van één van de notarissen van kantoor [Q]. De toegevoegd notaris is aan dit kantoor verbonden.

2.7.       Op 3 juli 2014 heeft de toegevoegd notaris een akte van levering gepasseerd, waarbij de eigendom van de woning is overgedragen aan de koper. De zus, handelend in haar hoedanigheid van gevolmachtigde van klager, is in persoon bij het passeren van de akte aanwezig geweest.  

2.8.       Volgens de nota van afrekening in verband met de levering van de woning zijn onder meer de volgende posten in mindering gebracht op de verkoopopbrengst:

Honorarium extra werkzaamheden i.v.m. nalatenschap mw. [A]                                  €    850,00

Honorarium depotovereenkomst                                                                                   €    150,00

21% omzetbelasting over € 1.000,00                                                                            €    120,00

Kosten makelaar                                                                                                            € 5.145,52

Kosten rechtbank i.v.m. beneficiaire aanvaarding mw. [D]                                            €    120,00

2.9.       De toegevoegd notaris heeft een depotovereenkomst opgesteld. Daarin is het volgende opgenomen:

“In aanmerking nemende:

  -       partijen hebben heden samen overgedragen de eigendom van de woning (…), wat blijkt uit een akte heden verleden

           voor de notaris;

-         partijen, wensen de volledige verkoopopbrengst, zijnde een bedrag van (…) (€ 171.557,13) in depot te houden bij de notaris;

-         het depot wordt aangehouden in verband met de verdeling van de nalatenschap van mevrouw [A];

-         partij 2 (kamer: [D]) is erfgenaam van mevrouw [A] omdat zij door de verwerping van haar vader, de heer [naam klager] voornoemd, bij plaatsvervulling is opgekomen. Indien later mocht blijken dat de heer [naam klager] onwaardig is als erfgenaam in de nalatenschap van mevrouw [A], dan zal ook partij 2 met terugwerkende kracht geen erfgenaam meer zijn en is zij geen partij meer bij deze overeenkomst. Van haar is dan geen schriftelijke opdracht zoals hierna vermeld meer nodig voor uitbetaling van het depotbedrag.

Komen overeen:

1.       De notaris houdt voormeld bedrag in depot, hierna te noemen: ‘het depotbedrag’.

2.       Partijen verkrijgen als gevolg hiervan een voorwaardelijke vordering op de notaris. Deze vordering wordt op een van de hierna vermelde wijzen onvoorwaardelijk:

    - na ondubbelzinnige gelijkluidende schriftelijke opdracht van partijen tot uitbetaling van het depotbedrag;

      dan wel

    - na een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis.

Het depotbedrag zal door de notaris worden uitgekeerd overeenkomstig de opdracht of dat vonnis.

3.       Over het depotbedrag wordt door de notaris geen rente vergoed.

4.       Het honorarium met betrekking tot de bij deze overeenkomst te verrichten werkzaamheden, bedraagt € 150,00 per uur, exclusief BTW, dit zal ten laste worden gebracht van het depotbedrag.

5.       De notaris is bevoegd om een of meer deskundigen te raadplegen als dit naar zijn mening noodzakelijk is in verband met deze overeenkomst en de daaruit voortvloeiende verplichtingen van de notaris. De kosten van deze deskundigen worden ten laste van het depotbedrag gebracht.

6.       Partijen vrijwaren de notaris voor elke aanspraak van derden en voor alle kosten die hij moet maken, als hij bij weigering tot uitkering van het depotbedrag in rechte wordt betrokken.”

De depotovereenkomst is ondertekend door de gemachtigde van de kinderen uit het eerdere huwelijk, door [D] (inmiddels meerderjarig), door de zus van klager en door de toegevoegd notaris.

2.10.     Later is verschil van mening ontstaan tussen klager en zijn zus. Begin 2016 heeft hij te kennen gegeven dat hij de volmacht aan zijn zus wilde herroepen.  

2.11.     Op 24 mei 2016 heeft klager telefonisch contact opgenomen met notariskantoor [Q] in […] omdat hij (samengevat) informatie wilde over de verkoop van de voormalig echtelijke woning. Op 13 juni 2016 heeft hij telefonisch contact gehad met de toegevoegd notaris.

2.12.     Klager heeft de toegevoegd notaris bij brief van 16 juni 2016 meegedeeld dat hij de volmacht aan de zus had ingetrokken en hij heeft de toegevoegd notaris gevraagd om hem te informeren over de levering van de woning en het depot van de verkoopopbrengst. De toegevoegd notaris heeft bij brief van 25 juli 2016 een afschrift van de akte van levering en een kopie van de depotovereenkomst aan klager toegezonden, waarbij zij heeft meegedeeld dat de verkoopopbrengst nog op haar kantoor in bewaring werd gehouden. Verder heeft zij er in de brief op gewezen dat zij haar kosten op uurbasis bij klager in rekening zal brengen tegen overlegging van een urenspecificatie.

2.13.      Daarna heeft klager diverse malen telefonisch contact gehad met de toegevoegd notaris, (onder meer) op 1 juli 2016, 31 oktober 2016 en 15 december 2016. Daarbij heeft hij haar (onder meer) gevraagd hem een kopie te sturen van de brief die zij aan de kinderen uit het eerdere huwelijk van de echtgenote had toegezonden in verband met het depot. Bij brief van 15 december 2016 heeft de toegevoegd notaris aan klager (nogmaals) de tekst toegezonden van artikel 4:3 BW en heeft zij hem bevestigd dat zij brieven had toegezonden aan de kinderen uit het eerdere huwelijk van de echtgenote maar dat zij in verband met de op haar rustende geheimhoudingsplicht niet gerechtigd was om een kopie daarvan aan klager te verstrekken. Bij deze brief heeft zij een declaratie (met urenspecificatie) gevoegd in verband met de door haar vanaf juli 2016 tot dat moment verrichte werkzaamheden. Haar honorarium bedroeg € 325,00, te vermeerderen met omzetbelasting van € 68,25.

2.14.     In de tweede helft van december 2016 heeft klager nog een aantal malen telefonisch contact opgenomen met kantoor [Q], maar hij heeft de toegevoegd notaris daarbij niet persoonlijk gesproken. 

2.15.     Bij brief van 13 januari 2017 heeft klager de toegevoegd notaris (en notaris mevrouw mr. [Y], in wier protocol de toegevoegd notaris de akte van levering heeft gepasseerd) bericht dat hij het (samengevat) absoluut niet eens is met het bedrag waarvoor de woning is verkocht, met de akte van levering en met de depotovereenkomst. Hij heeft haar het verwijt gemaakt dat zij hem ten onrechte niet heeft geïnformeerd over de gang van zaken en dat zij ook niet bij hem heeft nagevraagd of hij het daar mee eens was. In zijn brief heeft klager opdracht gegeven om het bedrag van € 171.557,13 met de wettelijke rente vanaf april 2014 per direct over te maken naar zijn rekening.

2.16.     De toegevoegd notaris heeft deze brief op 19 januari 2017 ontvangen en zij heeft de ontvangst daarvan bij brief van 20 januari 2017 aan klager bevestigd en hem meegedeeld dat zij binnen veertien dagen inhoudelijk zou reageren. Bij brief van 1 februari 2017 heeft zij aan klager een kopie toegezonden van de nota van afrekening en heeft zij hem (samengevat) bericht dat zij niet bevoegd is om het depotbedrag aan hem uit te betalen. Verder heeft zij hem bericht dat zij mocht uitgaan van de door klager gegeven volmacht en dat zij als notaris niet gaat over het vaststellen van de koopsom maar er enkel op dient toe te zien dat de bij de verkoop betrokken partijen een weloverwogen besluit hebben genomen over verkoop tegen een bepaalde waarde.

2.17.     Klager heeft bij brief van 13 februari 2017 gereageerd op de brief van de toegevoegd notaris. Daarbij heeft hij bezwaar gemaakt tegen de nota van afrekening, heeft hij wederom vele bezwaren geuit tegen haar handelwijze in verband met de overdracht van de woning en heeft hij haar opnieuw gevraagd om alle informatie met betrekking tot de verkoop en levering en de depotovereenkomst aan hem toe te sturen.

2.18.     In reactie daarop heeft de toegevoegd notaris klager bij brief van 13 maart 2017 bericht dat zij geen aanleiding zag om nogmaals te reageren. Daarbij heeft zij vermeld dat er sprake was van een herhaling van de standpunten die klager al had verwoord in zijn brief 13 januari 2017, waarop zij inmiddels had gereageerd in haar brief van 1 februari 2017.

2.19.     Bij brief van 20 maart 2017 heeft klager de toegevoegd notaris (onder meer) opdracht gegeven om te antwoorden op alle vragen die hij in zijn brief van 13 februari 2017 heeft gesteld. Verder heeft hij haar opgedragen het depotbedrag van € 171.557,13 met de wettelijke rente vanaf april 2014, de teveel gerekende kosten van de makelaar van € 2.572,76, de kosten van de beneficiaire aanvaarding van € 120,00, de kosten in verband met de nalatenschap van € 1.210,00 en de kosten voor het opmaken van de depotovereenkomst van € 150,00 direct naar zijn rekening over te maken bij gebreke waarvan hij heeft aangekondigd een advocaat en een incassobureau opdracht te zullen geven om een gerechtelijke procedure tegen haar en haar kantoor te starten.

2.20.     De toegevoegd notaris heeft bij brief van 28 maart 2017 nogmaals aan klager meegedeeld waarom zij niet bevoegd is om het in depot gehouden bedrag aan hem uit te keren en zij heeft herhaald van mening te zijn dat zij de eerdere vragen van klager al had beantwoord in haar brief van 1 februari 2017.

2.21.     Bij brief van 13 april 2017 heeft klager wederom vele vragen aan de toegevoegd notaris gesteld over de gang van zaken en heeft hij haar opnieuw opdracht gegeven om het depotbedrag en de naar zijn mening ten onrechte gedeclareerde kosten aan hem uit te betalen. 

2.22.     Een medewerkster van het notariskantoor heeft de ontvangst van die brief op 26 april 2017 bij brief van dezelfde datum bevestigd en daarbij aan klager meegedeeld dat de toegevoegd notaris pas na week 19, als zij is teruggekeerd van vakantie, in de gelegenheid zal zijn om te reageren.

2.23.     Klager heeft bij brief van 5 juli 2017 opnieuw zijn ongenoegen geuit over de handelwijze van de toegevoegd notaris. Daarbij heeft hij haar (onder meer) als volgt bericht:

“Ik kan u zeggen dat u nu de verkeerde bent tegengekomen. Ik ben zeker niet de eerste of de enige die u bewust achter de rug om hebt besodemieterd. Maar ik kan u bij dezen wel melden dat ik de laatste ben die u bewust hebt bedrogen. Waar u mij dan ook nog durft te intimideren en ik dan zgn. bang moet worden en me terug trek. Nou mw. [naam notaris] ik kan u hierbij verzekeren dat dit zeker niet gaat gebeuren. Dat ik [naam klager] het hier zeker niet bij laat zitten. Ik zal u strafbare, laakbare en moreel verwerpelijk handelen en houding aan iedereen tonen en laten weten. (….)

U hebt alles achter mijn rug om, zeer in het nadeel van mij en mijn dochter afgehandeld. Het interesseert u dan ook totaal niet hoeveel relaties en families u hiermee kapot maakt. Hoeveel schade u hiermee bewust aanricht. Hoeveel financiële en emotionele schade u hiermee bewust aanricht. Als u er zelf maar profijt van, bij hebt. (…)

Uw korte antwoorden uit het verleden op mijn brieven zijn vals, manipulatief en ronduit bedrieglijk. Nogmaals!! Ik verzeker u dat u hiermee niet zo mee weg komt. Dat kan ik u op een briefje, in deze brief meegeven.

Waar ik alles in het werk zal stellen om u uit uw functie als notaris te laten zetten. (…)

Ik ga ook alles in het werk stellen om uw handel en wandel in meerdere categorieën en op meerdere sites online te laten zetten. (…)

Mocht ik binnen veertien dagen geen antwoord van u ontvangen dan zal ik direct daarna ook een gerechtelijke procedure tegen u en notariskantoor [Q] starten. Ik heb inmiddels andere procedures tegen u gestart. Waar u van deze instanties zeker op korte termijn van zult horen. Ook zal ik het bovenstaande geschreven uitvoeren en u, het notariskantoor [Q] online in niets ontzien.”

2.24.     De toegevoegd notaris heeft vervolgens bij de politie aangifte gedaan van bedreiging.

3.          De klacht

3.1.       Samengevat verwijt klager de toegevoegd notaris dat zij haar medewerking heeft verleend aan de eigendomsoverdracht van de woning, inclusief roerende zaken, voor een bedrag van € 283.500,00, terwijl zij hem daar vooraf niet over heeft geïnformeerd en vooraf niet bij hem heeft nagevraagd of hij het eens was met de levering tegen dat bedrag en het in depot houden van de verkoopopbrengst onder de voorwaarden die in de hiervoor weergegeven depotovereenkomst zijn omschreven. Verder verwijt hij de toegevoegd notaris dat zij hem ook direct na de levering niet heeft geïnformeerd over de eigendomsoverdracht en het depot. Hij stelt dat de toegevoegd notaris bewust achter zijn rug om de zus heeft geadviseerd anders te handelen dan klager aan de zus had opgedragen en dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan fraude en/of valsheid in geschrifte. Bovendien verwijt hij de toegevoegd notaris dat zij hem nadien heeft genegeerd door niet (naar behoren) op zijn vragen/brieven te reageren.

3.2.       De toegevoegd notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Voor zover dit van belang is voor de beoordeling van de klacht, zal dit verweer hierna verder aan de orde komen.

4.          De beoordeling

4.1.       Op grond van artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen. De tuchtrechter toetst of hun handelen of nalaten in strijd is met het bepaalde in de Wna en andere toepasselijke bepalingen. Ook kan de tuchtrechter toetsen of zij voldoende zorg in acht hebben genomen ten opzichte van de (rechts-) personen voor wie zij optreden en of zij daarbij hebben gehandeld zoals een behoorlijk beroepsbeoefenaar behoort te doen.

4.2.       Bij de beoordeling van de handelwijze van de toegevoegd notaris wordt voorop gesteld dat vast staat dat klager ten tijde van het passeren van de akte van levering van de woning voor de helft eigenaar was van deze woning. Daaruit volgt dat hij moet worden aangemerkt als partij bij de akte van levering. Immers, partij bij de akte is degene aan wie, als gevolg van door of namens hem in de notariële akte afgelegde verklaringen, rechtsgevolgen van de in de akte vervatte rechtshandelingen worden toegerekend.

Volmacht

4.3.       Uitgaande van de eigen stellingen van klager heeft hij niet eerder dan begin 2016 te kennen gegeven dat hij de aan de zus verleende volmacht wilde intrekken. Bij gebrek aan andersluidende gegevens, die niet zijn gesteld of gebleken, is de kamer van oordeel dat de toegevoegd notaris er begin juli 2014, ten tijde van de eigendomsoverdracht van de voormalig echtelijke woning, dan ook van uit mocht gaan dat de zus op grond van de recent verleende volmacht bevoegd was om deze woning en de roerende goederen namens klager te verkopen en te leveren tegen de prijs en onder de lasten en voorwaarden die zij juist zou achten. Gelet op de reikwijdte van de volmacht is de kamer verder van oordeel dat de toegevoegd notaris er eveneens van uit mocht gaan dat de zus bevoegd was om de depotovereenkomst namens klager te ondertekenen. Wèl had zij klager moeten informeren over de beoogde transactie zoals hierna nog wordt overwogen.

Informatieplicht

4.4.       Op grond van artikel 43 lid 1 Wna heeft een (toegevoegd) notaris een informatieplicht. Volgens deze bepaling moet een (toegevoegd) notaris de partijen bij de akte en de bij het verlijden van de akte eventueel verschijnende andere personen tijdig voor het passeren van de akte de gelegenheid geven om van de inhoud van de akte kennis te nemen. Vast staat dat de toegevoegd notaris, die bekend was met de familieomstandigheden en de langdurige detentie van klager (die dus een vaste verblijfplaats had) vooraf geen concept van de akte aan klager heeft toegezonden.

4.5.       Uit hoofde van zijn informatieplicht moet een (toegevoegd) notaris voorafgaand aan het passeren van een akte bovendien een toelichting geven op de zakelijke inhoud van de akte en moet hij daarbij zo nodig ook wijzen op de gevolgen die voor partijen uit de inhoud van de akte voortvloeien. In de toelichting bij artikel 43 lid 1 Wna wordt aandacht besteed aan de informatieplicht van de notaris als het gaat om een akte die bij volmacht wordt gepasseerd. Dan doet de notaris er goed aan, alvorens de akte te passeren, partijen schriftelijk (bij toezending van de conceptakte) of mondeling bij een bespreking een toelichting op de akte te geven en hen zo nodig te wijzen op de gevolgen die uit de akte voortvloeien, aldus deze toelichting. Vast staat echter dat de toegevoegd notaris klager vooraf op geen enkele wijze heeft geïnformeerd over de op handen zijnde eigendomsoverdracht van de woning, terwijl zij hem bovendien niet eerder dan bij brief van 25 juli 2016 een afschrift van de akte van levering en van de depotovereenkomst heeft toegezonden. Opmerking verdient daarbij dat zij dit niet op eigen initiatief heeft gedaan, maar pas naar aanleiding van een verzoek van klager. Naar het oordeel van de kamer heeft de toegevoegd notaris door het niet informeren van klager over de levering en de depotovereenkomst tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld, als gevolg waarvan klager twee jaar in het ongewisse heeft verkeerd over zijn (mede-) eigendom en zijn financiële situatie. De klacht zal in zoverre dan ook gegrond worden verklaard.   

Communicatie

4.6.       Naar het oordeel van de kamer heeft de toegevoegd notaris, nadat klager in mei 2016 contact met haar had opgenomen, telkens met de nodige voortvarendheid op zijn berichten gereageerd. Met de toegevoegd notaris is de kamer van oordeel dat zijn laatste brieven in feite een herhaling bevatten van zijn eerdere vragen en opmerkingen, zij het steeds dwingender en scherper van toon. Dat de toegevoegd notaris niet meer inhoudelijk heeft gereageerd op de brief van klager van 5 juli 2017, die na het indienen en de ontvangst van de klacht is geschreven, rekent de kamer haar daarom niet aan, al had zij klager wellicht kunnen berichten dat zij vanwege de toonzetting niet meer op dergelijke correspondentie zal reageren. De kamer zal dit onderdeel van de klacht ongegrond verklaren.

Overige verwijten

4.7.       Klager heeft verder gesteld dat de toegevoegd notaris haar medewerking aan de eigendomsoverdracht had moeten weigeren omdat de woning voor een veel te laag bedrag is verkocht. Naar aanleiding van dat verwijt overweegt de kamer als volgt. Vast staat dat de toegevoegd notaris niet betrokken is geweest bij (de onderhandelingen voorafgaande aan) de totstandkoming van de koopovereenkomst tegen de genoemde prijs. In een dergelijke situatie, waarin partijen immers al gebonden zijn aan de koopprijs, heeft een notaris slechts in beperkte mate de mogelijkheid om partijen te “behoeden” voor een transactie die mogelijk minder gunstig zou kunnen zijn. Daargelaten dat klager zijn stelling dat de woning voor een veel te lage prijs is verkocht niet door middel van stukken heeft onderbouwd, is de kamer van oordeel dat niet is gebleken dat de woning in de gegeven omstandigheden tegen een zodanig lage prijs is verkocht dat de toegevoegd notaris op dat punt nader onderzoek had moeten verrichten, laat staan dat zij haar dienst had moeten weigeren. Daarbij neemt de kamer mede in aanmerking dat ook de erfgenamen, van wie mag worden aangenomen dat zij eveneens belang hadden bij een zo hoog mogelijke verkoopopbrengst, met de verkoopprijs hebben ingestemd.     

4.8.       De kamer is verder van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de toegevoegd notaris zich door haar handelwijze schuldig heeft gemaakt aan fraude en/of valsheid in geschrifte, zoals klager heeft gesteld, terwijl evenmin is komen vast te staan dat zij de zus bewust achter de rug van klager om heeft geadviseerd anders te handelen dan klager aan zijn zus had opgedragen. De resterende onderdelen van de klacht zullen daarom ongegrond worden verklaard.

Conclusie

4.9.       Zoals hiervoor is overwogen, is de kamer van oordeel dat de klacht gegrond is voor zover de toegevoegd notaris niet heeft voldaan aan haar informatieplicht. Daarvan valt haar een tuchtrechtelijk verwijt te maken dat het opleggen van de maatregel van een waarschuwing rechtvaardigt.

5.          De beslissing

De kamer:

verklaart de klacht gegrond voor zover deze betrekking heeft op het niet voldoen aan de informatieplicht;

legt daarvoor aan de toegevoegd notaris de maatregel van waarschuwing op;

verklaart de overige onderdelen van de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven op 18 juni 2018 door mr. J.H.L.M. Snijders, plaatsvervangend voorzitter, mr. P.M. Knaapen, rechterlijk lid, mr. M.A.M. Kessels, notarislid, mr. S. Lettinga, plaatsvervangend notarislid, en mr. G.A.M. van Lith, belastinglid.

Uitgesproken in het openbaar op 18 juni 2018 door mr. T. Zuidema, plaatsvervangend voorzitter, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Hoger beroep tegen deze beslissing is mogelijk door indiening van een verzoekschrift - binnen dertig dagen na dagtekening van het aangetekend schrijven waarbij van deze beslissing is kennis gegeven - bij het gerechtshof te Amsterdam, postadres: postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.