ECLI:NL:TNORSHE:2014:1 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2013/92
ECLI: | ECLI:NL:TNORSHE:2014:1 |
---|---|
Datum uitspraak: | 14-04-2014 |
Datum publicatie: | 21-07-2014 |
Zaaknummer(s): | SHE/2013/92 |
Onderwerp: | Overig |
Beslissingen: | Klacht gegrond met waarschuwing |
Inhoudsindicatie: | Mag een notaris buiten de eigen vestigingsplaats een bijkantoor openen, waarin een partner van de notaris werkzaam is op het gebied van fiscaal advies en estate planning, evenals een kandidaat-notaris die onder verantwoordelijkheid van de notaris werkt en die eveneens werkzaamheden verricht als estate planner? Het kantoorpand van de notaris is gevestigd direct naast het kantoorpand van een andere notaris, die al vele jaren in de betreffende gemeente als notaris gevestigd is. Gezien de wijze waarop de notaris het “bijkantoor” heeft vormgegeven en in de markt heeft geplaatst, is de kamer van oordeel dat daardoor bij het grote publiek ten onrechte de suggestie wordt gewekt dat binnen die vestiging eveneens een aan het kantoor verbonden notaris werkzaam is. Klacht gegrond, waarschuwing opgelegd. |
Klachtnummer : SHE/2013/92
Datum uitspraak : 14 april 2014
KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ’s-HERTOGENBOSCH
De kamer voor het notariaat neemt de volgende beslissing naar aanleiding van de klacht van
notaris mr. [x], gevestigd in [A],
tegen
notaris mr. [y], gevestigd in [B].
1. De procedure
1.1. Notaris [x] heeft een klacht geformuleerd tegen notaris [y]. Deze klacht is op 12 oktober 2013 binnengekomen bij de kamer voor het notariaat (verder: de kamer).
1.2. Notaris [y] heeft op de klacht geantwoord. Vervolgens is gerepliceerd en gedupliceerd.
1.3. De plaatsvervangend voorzitter van de kamer heeft de behandeling van de zaak verwezen naar de volle kamer.
1.4. De kamer heeft de klacht behandeld op 17 maart 2014. Notaris [y], vergezeld door haar compagnon mr.[z], en notaris [x] zijn ter zitting verschenen. Zij hebben hun standpunten toegelicht.
2. De feiten
2.1. Notaris [x] is sinds 1 juli 2003 als notaris gevestigd in [A]. Sinds 1 maart 2012 houdt hij kantoor op het adres […].
2.2. Notaris [y] is sinds 9 maart 2005 als notaris gevestigd in [B]. Zij maakt deel uit van een samenwerkingsverband met mr. [z], fiscaliste en estate-planner. Zij treden naar buiten onder de naam “[q], notariaat & estate planning”. Er zijn twee kandidaat-notarissen aan hun onderneming verbonden.
2.3. Met ingang van 15 oktober 2013 heeft mr. [z] een kantoor geopend aan de […] in [A] onder de naam “[q] , estate planning en fiscaal advies bij scheiden”. De naam van mr. [z] is op de gevel van het kantoorpand aangebracht, de naam van notaris [y] wordt niet vermeld. Het kantoorpand ligt op de hoek van de […] en de […], direct naast het kantoorpand van notaris [x]. Mr. [z] wordt op dat kantoor bijgestaan door twee andere estate planners, te weten een kandidaat-notaris en een fiscalist. Deze twee andere medewerkers rouleren net als mr. [z] tussen [B] en [A].
3. De klacht
3.1. Notaris [x] verwijt notaris [y] dat zij in strijd met artikel 13 van de Wet op het Notarisambt (Wna) buiten haar vestigingsplaats [B] een bijkantoor heeft in [A]. In het verlengde daarvan verwijt hij haar dat zij handelt in strijd met artikel 9 lid 2 van de Verordening Interdisciplinaire Samenwerking 2003 (Verordening IDS).
3.2. Notaris [y] heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de klacht. Zij stelt dat op het kantoor in [A] geen notariële diensten worden verricht. Haar verdere verweer wordt hierna, voor zover relevant, besproken.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 93, lid 1, van de Wna zijn notarissen aan het tuchtrecht onderworpen.
De kamer dient de handelwijze van de notarissen te toetsen aan de in dat artikel omschreven tuchtnorm.
4.2. Kern van het geschil tussen beide notarissen betreft het antwoord op de vraag of een notaris buiten de eigen vestigingsplaats een bijkantoor mag openen, waarin een partner van de notaris werkzaam is op het gebied van fiscaal advies en estate planning. In dat verband wordt vooropgesteld dat een notaris als zodanig bij koninklijk besluit wordt benoemd en dat in het besluit de plaats van vestiging wordt aangegeven (art. 3 lid 1 Wna). Notaris [x] is volgens een dergelijk besluit gevestigd in [A] en notaris [y] in [B]. Een notaris is niet bevoegd buiten zijn plaats van vestiging bijkantoren te hebben en hij is evenmin bevoegd buiten zijn plaats van vestiging op vaste of onregelmatige tijden zitdagen te houden (art. 13 Wna). Ratio van deze bepaling is dat degenen die zich als notaris in een bepaalde gemeente willen vestigen, er bij het opstellen van hun ondernemingsplan vanuit moeten kunnen gaan dat geen “vreemde” notarissen binnen die gemeente actief worden (Memorie van Toelichting, Tweede Kamer, vergaderjaar 1995-1996, 23 706, nr. 6, pag. 37 en 38). “De in andere plaatsen gevestigde notarissen wordt niet onnodig concurrentie aangedaan”, aldus de Memorie van Toelichting bij deze bepaling (Tweede Kamer, vergaderjaar 1993-1994, 23 706, nr. 3, pag 22 en 23).
4.3. Met ingang van 1 oktober 2003 is de Verordening IDS in werking getreden. Deze verordening regelt de samenwerking tussen notarissen en beoefenaren van andere vrije beroepen in hun meest vergaande vorm, namelijk samenwerkingsverbanden waarin de deelnemers geheel of gedeeltelijk voor gezamenlijke rekening en risico praktijk uitoefenen of zeggenschap over bedrijfsvoering met elkaar delen. De tweede zinsnede van artikel 9 lid 2 van de Verordening IDS bepaalt dat ten aanzien van plaatsen waar zich een kantoor van een samenwerkingsverband bevindt, maar waar geen daartoe behorend notaris is gevestigd, voorkomen wordt dat ten onrechte de suggestie wordt gewekt dat dit wel het geval is. In de toelichting bij deze bepaling wordt vermeld dat noch op het naambord bij het kantoor, noch in telefoon- of andere gidsen de indruk gewekt mag worden dat daar een notaris is gevestigd. Het is aan de kamer te beoordelen of door de wijze waarop mr. [y] zich met “[q], notariaat en estate planning” profileert al dan niet de suggestie wordt gewekt dat aan het kantoor in [A] mede een notaris is verbonden. Daarbij gaat de kamer er overigens vanuit dat op het kantoor in [A] inderdaad geen notariële werkzaamheden (zullen) worden verricht in de zin van artikel 2 lid 1 Wna.
4.4. Bij de beoordeling wordt vooropgesteld dat de hiervoor genoemde regelgeving voortkomt uit de gedachte dat aan een notaris die in een bepaalde plaats is gevestigd niet ten onrechte concurrentie mag worden aangedaan; er ligt dus een beschermingsgedachte aan ten grondslag. Het feit dat sinds de opening medio oktober 2013 al diverse malen cliënten van mr. [x], waaronder diens accountmanager van het kadaster, zich bij de receptie van het naastgelegen kantoorpand van “[q]” in [A] hebben gemeld, doet vermoeden dat verwarring niet kan worden uitgesloten. De mededeling van mr. [x] dat zijn cliënten regelmatig (in november 2013 meerdere malen per week) bij hem informeren naar de nieuwe “collega” naast de deur, versterkt dit vermoeden. Volgens mr. [x] komt dit vooral omdat de naam “[q]”, die op de gevel van het naastgelegen pand is aangebracht, in de regio [B] al jarenlang bekend is al notariskantoor.
4.5. In reactie daarop heeft mr. [y] gesteld dat zij voorheen in associatief verband heeft samengewerkt met notaris mr. [o] onder de naam “[o] & Partners”. Na beëindiging van de samenwerking met die notaris heeft zij er bewust voor gekozen niet langer een persoonsnaam aan haar kantoor te verbinden, aldus mr. [y]. Zij stelt dat zij zich vanaf 2008 samen met mr. [z] bewust in de markt heeft geplaatst onder de neutrale naam “[q]”. Naar aanleiding van de stelling van mr. [x] dat mr. [y] als notaris al meer dan tien jaar van die naam gebruik maakt, heeft de kamer het portaal van de KNB geraadpleegd. Daarin staat geregistreerd dat zowel mr. [o] als mr. [y] sinds juni 2002 werkzaam was onder de kantoornaam “[q] notariaat en estate planning” en dat mr. [o] zijn werkzaamheden met ingang van 1 juli 2008 heeft voortgezet onder de naam [o] Notariaat. Ook op de eigen website (www.[q].nl) van “[q]” wordt overigens uitgebreid melding gemaakt van het feit dat zij in 2012 het 10-jarig jubileum van “[q] Notariaat & Estate Planning” hebben gevierd. Wat daar ook van zij, notaris mr. [y] heeft zich met haar notariskantoor al vele jaren uitdrukkelijk en kennelijk met succes in de markt geplaatst onder naam “[q]”.
4.6. Bij zoeken in de telefoongids/gouden gids op de trefwoorden “[q] estate planning” in [A] krijgt men als zoekresultaat “[q] notariaat & estate planning in [B]”. Indien bij een zoekopdracht via Google de twee (neutrale) woorden [q] worden ingegeven, verschijnt als eerste zoekresultaat “[q] [B]” en komt men bij doorklikken terecht op de pagina met zoekresultaten, waar bovenaan als eerste resultaat vermeld staat “[q] - Notariaat & Estate Planning, [B] www.[q].nl.” Vervolgens kan vanuit de pagina met zoekresultaten direct worden doorgeklikt naar diverse onderwerpen, zoals contact, wie we zijn en [A]. Indien wordt doorgeklikt naar [A] komt men terecht op een pagina met een grote foto van het markante pand van het notariskantoor in [B]. Boven deze foto staat vermeld > NOTARIAAT > ESTATE PLANNING > FISCAAL ADVIES BIJ SCHEIDEN .
Onder de foto staat vermeld [A] en daaronder ESTATE PLANNING & FISCAAL ADVIES BIJ SCHEIDEN en worden het kantooradres in [A] en het postadres van het kantoor in [B] vermeld, alsmede het telefoonnummer in [A], het faxnummer in [B], het gezamenlijke e-mailadres en de gezamenlijke website. Onder een foto van een schaaltje bonbons staat een kleine foto van het kantoorpand in [A] afgebeeld. Beide panden hebben dezelfde uitstraling, met veel glas.
4.7. Indien via Google “[q] [A]” wordt ingegeven, komt men direct terecht op een pagina met dezelfde grote foto van het pand in [B] waarboven in grote letters staat vermeld > NOTARIAAT > ESTATE PLANNING > FISCAAL ADVIES BIJ SCHEIDEN. Onder de foto staan dezelfde vermeldingen als weergegeven in het laatste deel van de vorige alinea.
4.8. Ter zitting heeft mr. [y] visitekaartjes overgelegd. Op haar eigen kaartje wordt vermeld:
[q]
notariaat & estate planning
mr […] [y]
notaris
4.9. Het kaartje van mr. [z] bevat de volgende tekst:
[q]
notariaat & estate planning > [B]
estate planning & fiscaal advies bij scheiden > [A]
mr […] [z]
fiscalist / estate planner
4.10. Ook is een kaartje overgelegd van de kandidaat-notaris die mede op de vestiging in [A] werkzaam is. De tekst van haar kaartje luidt:
[q]
notariaat & estate planning > [B]
estate planning & fiscaal advies bij scheiden > [A]
mr [….]
estate planner / kandidaat-notaris
4.11. Uit het voorgaande leidt de kamer af dat het kantoor van “[q]” bij elke uiting richting het grote publiek melding maakt van de term notariaat, behalve op de gevel van de vestiging in [A]. Daar wordt enkel melding gemaakt van estate planning & fiscaal advies bij scheiden. Volgens hun eigen website is estate planning kortweg gezegd het begeleiden van vermogen van de ene naar de andere generatie. Dit kan onder meer door het doen van schenkingen, het regelen van bedrijfsopvolging, wijziging van het huwelijksgoederenregime en door het maken van een testament. Indien op de website www.[q].nl verdere informatie wordt gezocht over estate planning wordt onder meer vermeld:
“Wij zijn als notariskantoor in [B], waar zowel een notaris als een fiscalist werkzaam zijn, vooral ook gespecialiseerd in estate planning. Ons kantoor in [A] richt zich zelfs pur sang op estate planning en op fiscaal advies bij scheiden. (…)
Om u niet meteen op kosten te jagen “screenen” wij kosteloos uw huwelijkse voorwaarden en testamenten. Wij nodigen u dan ook van harte uit om een keertje onze panden in [B]en [A] te bezoeken en onder het genot van koffie en bonbon één en ander door ons te laten beoordelen”.
4.12. Hoewel van de zijde van mr. [y] en mr. [z] is benadrukt dat estate planning niet bij uitstek notarieel werk is en dat er een eigen beroepsgroep bestaat, die los staat van het notariaat, staat vast dat de meeste notariskantoren, evenals mr. [x] zelf, werkzaamheden aanbieden op het terrein van estate planning. Dat daarnaast bijvoorbeeld ook banken en belasting- en accountantskantoren dergelijke werkzaamheden verrichten, maakt dat niet anders. Vast staat dat advisering op het terrein van estate planning doorgaans zal resulteren in het opmaken van een notariële akte om de beoogde vermogensovergang te kunnen realiseren. Daarbij gaat het onder meer om akten van schenking, akten van levering bij overdracht van registergoederen, akten van aandelenoverdracht, akten (tot wijziging van) huwelijksvoorwaarden, alsmede testamenten en akten van verdeling. Dit zijn notariële werkzaamheden in de zin van artikel 2 lid 1 Wna.
4.13. Terwijl cliënten van aan bijvoorbeeld banken verbonden estate planners zich vervolgens tot een notariskantoor zullen wenden, ligt het in de rede om aan te nemen dat cliënten van een aan een notariskantoor verbonden estate planner de vereiste notariële werkzaamheden zullen laten verrichten door een aan dit (inmiddels bij hen bekende) kantoor verbonden notaris. Zij zullen in het algemeen graag gebruik maken van een dergelijke service. De kamer gaat er dan ook vanuit dat de drempel om vervolgens alsnog naar een “externe” notaris te gaan als hoger zal worden ervaren.
4.14. Mr. [y] heeft betoogd dat, mocht uit het advieswerk in [A] de noodzaak tot het passeren van een notariële akte voortvloeien, het aan de cliënten zelf is om te beslissen door welke notaris zij deze akte willen laten passeren, waarbij zij een goede samenwerking met het notariaat in [A] voorstaat. In reactie daarop heeft mr. [x] er, naar het oordeel van de kamer terecht, op gewezen dat een notaris die na advies van een externe estate planner een akte dient te verlijden, dit advies van deze estate planner niet blindelings kan opvolgen. Als notaris rust op hem immers een eigen verantwoordelijkheid om zijn ambt met de grootst mogelijke zorgvuldigheid uit te oefenen (art. 17 lid 1 Wna). Dit zal tot extra werkzaamheden aanleiding geven, die tot stijgende kosten zullen leiden. Hoewel deze zorgvuldigheidsverplichting ook op mr. [y] rust, mag aangenomen worden dat bij een dermate langdurige en nauwe samenwerking als “[q]” schetsen, minder extra werkzaamheden vereist zullen zijn dan indien cliënten van mr. [z] zich tot mr. [x] wenden. Daar vanuit gaande mag het dan weliswaar zo zijn dat cliënten van “[q]” vrij zijn in hun keuze voor een notaris, naar het oordeel van de kamer behoeft het geen betoog dat cliënten van mr. [z] snel geneigd zullen zijn gebruik te maken van de notariële diensten die binnen het kantoor van “[q]”, zij het in de vestiging in [B], worden aangeboden.
4.15. Naar het oordeel van de kamer geldt dit eens te meer nu vast staat dat op de vestiging in [A] ook een kandidaat-notaris werkzaam is, welke werkt onder de verantwoordelijkheid van mr. [y] en die eveneens werkzaamheden verricht als estate planner. Het ligt voor de hand dat deze kandidaat-notaris in aansluiting op de adviezen die in [A] worden uitgebracht een concept van de voor de realisering van de adviezen benodigde notariële akten zal opstellen en aan de cliënten zal toesturen. Na akkoordbevinding hoeven deze cliënten dan enkel naar het kantoor van “[q]” in [B] voor het passeren van de akten door mr. [y]. Nu de afstand tussen [A] en [B] minder dan 15 kilometer bedraagt zal dit doorgaans geen onoverkomelijk probleem vormen. Daarbij neemt de kamer mede in aanmerking dat niet is gesteld of gebleken dat de advieswerkzaamheden die sinds medio oktober 2013 in [A] zijn verricht er toe hebben geleid dat mr. [x] door cliënten van mr. [z] is benaderd met het verzoek de daaruit voortvloeiende akten te passeren. De door mr. [z] genoemde kruisbestuiving met het notariaat in [A] blijkt (nog) niet gerealiseerd.
4.16. Gelet op het vorenstaande is de kamer van oordeel dat mr. [y], door de wijze waarop zij de vestiging van “[q]” in [A] heeft vormgegeven en in de markt plaatst, bij het grote publiek ten onrechte de suggestie wekt dat binnen die vestiging eveneens een aan “[q]” verbonden notaris werkzaam is. Daardoor heeft zij naar het oordeel van de kamer gehandeld in strijd met de ratio van het bepaalde bij artikel 9 lid 2 van de Verordening IDS in verbinding met artikel 13 Wna. De kamer acht het passend aan haar de tuchtmaatregel van een waarschuwing op te leggen.
5. De beslissing
De kamer voor het notariaat:
verklaart de klacht gegrond,
legt aan de notaris de tuchtmaatregel van een waarschuwing op.
Deze beslissing is gegeven door mr. H.A.W. Snijders, plaatsvervangend voorzitter, mr. P.M. Knaapen, plaatsvervangend rechterlijk lid, mr. J.L.G.M. Mertens, notarislid, mr. R.L.G.M. Steegmans, plaatsvervangend notarislid, en mr. R.J.M.G. Oostveen, plaatsvervangend belastinglid, en uitgesproken ter openbare zitting van 14 april 2014 in aanwezigheid van de secretaris.
Hoger beroep tegen vorenstaande beslissing is mogelijk door indiening van een verzoekschrift - binnen dertig dagen na dagtekening van het aangetekend schrijven waarbij van deze beslissing is kennis gegeven - bij het gerechtshof te Amsterdam, postadres: postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.