ECLI:NL:TNORARL:2016:50 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/304897 KL RK 16/66

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2016:50
Datum uitspraak: 02-11-2016
Datum publicatie: 08-11-2016
Zaaknummer(s): C/05/304897 KL RK 16/66
Onderwerp:
  • Registergoed
  • Overig
Beslissingen: Klacht gegrond met berisping
Inhoudsindicatie:   Van de notaris werd gevraagd tot specificatie en uitleg over te gaan van het in rekening gebrachte bedrag van € 600,00 voor ‘Extra werkzaamheden inzake volmacht’. Door dit na te laten is door de notaris niet voldaan aan artikel 55 Wna waarin is bepaald dat de notaris verplicht is om op verzoek van de cliënt een rekening van zijn honorarium voor ambtelijke werkzaamheden en de overige aan de zaak verbonden kosten op te maken, waaruit duidelijk blijkt op welke wijze het in rekening gebrachte bedrag is berekend.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN                              

Kenmerk: C/05/304897/ KL RK 16/66

Beslissing van de kamer voor het notariaat op de klacht van

[…],

wonende te […],

Gemachtigde: […], wonende te […],

tegen

[…],

oud-notaris te […],

Partijen worden hierna klaagster en notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1  Het verloop van de procedure blijkt uit

-      de klachtbrief met bijlagen van 24 juni 2016

-      het verweer van de notaris van 14 juli 2016 -                      -        een e-mail met bijlagen van klaagster van 26 juli 2016.

1.2  De klachtzaak is ter zitting van 16 september 2016 behandeld. Klaagster is niet in persoon verschenen, maar heeft zich doen vertegenwoordigen door haar gemachtigde. De notaris is niet verschenen.

2. De feiten

2.1 Het huwelijk van klaagster en haar voormalige echtgenoot de heer [ A ] is door echtscheiding ontbonden. Klaagster en [ A ] zijn een verdeling overeengekomen. Onder meer is daarbij de voormalige echtelijke woning aan [ A ] toebedeeld.

2.2 De akte van verdeling is op 29 juli 2014 voor de notaris verleden.

2.3 Na het passeren van de akte is gebleken dat daarbij geen gebruik is gemaakt van de gewijzigde (na een reactie op het concept) door klaagster ten kantore van de notaris ondertekende machtiging. In de gebruikte volmacht was een niet juist hypotheekbedrag genoemd en ook bevatte de volmacht onder punt 6 een bepaling die partijen niet met elkaar waren overeengekomen. Deze omissie is hersteld met een akte ‘rectificatie verdeling registergoed’ van 4 augustus 2014.

2.4 De factuur van 29 juli 2014 is door de notaris naar [ A ] gezonden. Deze factuur bevat onder meer een post ‘werkzaamheden verdeling na 22 maart 2013: akte aanpassen, volmacht en factuur maken, correspondentie advocaat, aflossing Rabobank’. Ook is voor ‘Extra werkzaamheden inzake volmacht’ een bedrag van € 600,00 opgenomen.

2.5 De werkzaamheden met betrekking tot de akte van 4 augustus 2014 zijn niet gefactureerd.

2.6 Namens klaagster is bij e-mail van 21 juni 2016 aan de notaris gevraagd informatie te verstrekken over het in rekening gebrachte bedrag van € 600,00. De notaris deelt daarop bij e-mail van 21 juni 2016 mee dat de factuur is gericht aan de heer [ A ] en dat alleen hij bezwaar kan maken. Afsluitend deelt de notaris mee: “U kunt, wat mij betreft, het dossier sluiten”.

2.7 In een tweede e-mail van 21 juni 2016 aan de notaris wordt er op gewezen dat het gaat om in rekening gebrachte bedragen die ten laste komen van klaagster. De notaris reageert hierop met een e‑mail van gelijke datum waarin hij aangeeft: “Ik heb het dossier gesloten”.

3. De klacht en het verweer

3.1 Klaagster geeft aan dat de in concept ontvangen volmacht ten behoeve van de akte van verdeling een fout bevatte ten aanzien van de hoogte van de hypothecaire schuld en  dat enkele bepalingen waren opgenomen waar klaagster zich niet mee kon verenigen. Nadat de aangegeven wijzigingen niet op de juiste wijze werden verwerkt, volgde een volgend concept. Daarna is de uiteindelijke versie door klaagster ten kantore van de notaris ondertekend. De omstandigheid dat bij het passeren van de akte geen gebruik werd gemaakt van de juiste volmacht, heeft geleid tot rectificatie van de akte.

3.2 Klaagster verwijt de notaris dat hij weigert haar nadere informatie te verstrekken over de nota van 29 juli 2014. Klaagster licht toe dat zij in de procedure ter zake van de boedelscheiding is veroordeeld tot betaling van de helft van de kosten van de overdracht van de woning. In dit verband wijst klaagster op de factuur van de notaris waarin een post is opgenomen voor extra werkzaamheden volmacht. Naar de mening van klaagster is die post ten onrechte opgenomen. Nu de extra werkzaamheden niet zien op de rectificatie begrijpt klaagster niet welke extra werkzaamheden er dan wel zijn verricht. Klaagster is van mening dat de notaris haar klacht daarover ten onrechte terzijde heeft gelegd zonder haar de gevraagde informatie te verstrekken.

3.3 Op het verweer van de notaris zal, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling van de klacht, hierna worden ingegaan.

4. De beoordeling

4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

Ontvankelijkheid van de klacht

4.2 Het verweer van de notaris dat de klacht niet ontvankelijk zou zijn omdat deze het tarief betreft en behoort tot de competentie van de Geschillencommissie volgt de kamer niet. De klacht ziet niet op gespecificeerde uren (waarover een oordeel van de Geschillencommissie zou kunnen worden gevraagd) maar op de weigering van de notaris om een toelichting of een specificatie te verstrekken. Dat brengt met zich dat de kamer de klacht kan en moet beoordelen. De opmerking van de notaris dat [ A ] de opdrachtgever was en de nota heeft betaald maakt het voorgaande niet anders. Immers, zoals de notaris ook zelf heeft opgemerkt, kwam een deel van de nota voor rekening van klaagster. Zij is aldus belanghebbende.

De inhoud van de klacht

4.3 Met betrekking tot de wijze waarop de notaris heeft gereageerd op de vragen van klaagster over de nota spreekt de notaris in zijn verweer van frustratie van klaagster ter zake van het moeten betalen van een deel van de nota. Ook noemt de notaris dat het duidelijk is dat in rekening gebracht meerwerk door klaagster is veroorzaakt. Daarnaast wijst de notaris er op dat de rectificatie niet in rekening is gebracht.

4.4 Naar het oordeel van de kamer miskent de notaris hiermee volledig de kern van de klacht en daarmee ook de kern van de eerder namens klaagster aan de notaris gestelde vragen over de nota van 29 juli 2014. Van de notaris werd gevraagd tot specificatie en uitleg over te gaan van het in rekening gebrachte bedrag van € 600,00 voor ‘Extra werkzaamheden inzake volmacht’. Door dit na te laten is door de notaris niet voldaan aan artikel 55 Wna waarin is bepaald dat de notaris verplicht is om op verzoek van de cliënt een rekening van zijn honorarium voor ambtelijke werkzaamheden en de overige aan de zaak verbonden kosten op te maken, waaruit duidelijk blijkt op welke wijze het in rekening gebrachte bedrag is berekend. De notaris heeft ten onrechte nagelaten de van hem gevraagde uitleg/specificatie te geven. Klaagster had het recht om te weten waar de kosten op zien. De notaris heeft hierover een onduidelijkheid gecreëerd die hij ook heeft laten voortbestaan door niet ter zitting te verschijnen.

4.5 Gelet op het voorgaande zal de kamer de klacht gegrond verklaren. Aan de notaris zal de tuchtmaatregel van berisping worden opgelegd. Hierbij heeft de kamer betrokken dat aan de notaris in het recente verleden twee keer een waarschuwing is opgelegd in, daar waar het gaat om de wijze van (niet) communiceren, vergelijkbare gevallen.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

-          verklaart de klacht gegrond voor zover deze ziet op de weigering om tot (nadere) specificatie van de in rekening gebrachte (extra) werkzaamheden over te gaan;

-          legt de oud-notaris de maatregel van berisping op.

Deze beslissing is gegeven door mr. D.T. Boks, voorzitter, mrs. C.J.M. Hendriks, H.J. Hettema, K.H.H.J. Kuhlmann en F. Drost, leden, en in tegenwoordigheid van G.J. Doeleman, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op

2 november 2016.

De secretaris,                                                            De voorzitter,

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam.

Postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.