ECLI:NL:TGZREIN:2015:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 14143

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2015:11
Datum uitspraak: 26-01-2015
Datum publicatie: 26-01-2015
Zaaknummer(s): 14143
Onderwerp: Schending beroepsgeheim
Beslissingen: Gegrond, waarschuwing
Inhoudsindicatie: Klager verwijt huisarts schenden beroepsgeheim en gebrekkige communicatie. Volgens het college was verweerster op de hoogte van de in gang zijnde echtscheiding van klager en zijn ex-echtgenote. O pstellen verwijsbrief voldoende zorgvuldig. Meestur e n faxbericht zonder toestemming van klager onzorgvuldig, gezien de (vermeende) diagnose ten aanzien van klager . Meegeven informatie over klager aan de ex-echtgenote in een open envelop onzorgvuldig. Waarschuwing.

Uitspraak: 26 januari 2015

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 4 juli 2014 binnengekomen klacht van:

[A]

wonende te [B]

klager

tegen:

[C]

huisarts

werkzaam te [B]

verweerster

gemachtigde mr. L. Fedder te Utrecht

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

- het klaagschrift

- het verweerschrift.

Na ontvangst van het verweerschrift heeft de secretaris de zaak naar een openbare zitting van het college verwezen.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De klacht is ter openbare zitting van 15 december 2014 behandeld. Partijen waren aanwezig. Verweerster werd bijgestaan door haar gemachtigde.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

Klager heeft op 27 mei 2014 een verweerschrift ontvangen van zijn ex-echtgenote in verband met een echtscheidingsprocedure. Bij dit verweerschrift zijn twee documenten gevoegd die door verweerster verstrekt zijn aan de ex-echtgenote van klager. Het betreft een verwijzing van de dochter van klager en de ex-echtgenote, alsmede een mailwisseling die in kopie is gefaxt vanuit het ziekenhuis aan verweerster. Van het gebruik van deze documenten in de echtscheidingsprocedure is verweerster op de hoogte gebracht op 28 mei 2014. In de fax wordt een samenvatting gegeven van het medisch dossier van klager en wordt de conclusie getrokken dat klager zou lijden aan een persoonlijkheidsstoornis. Klager heeft aan niemand toestemming gegeven voor het verstrekken van (gedeelten van) gegevens uit zijn medisch dossier.

De verwijzing voor de dochter van klager en zijn ex-echtgenote is door verweerster opgemaakt in verband met toenemende spanningen in het gezin. Het volgen van een cursus, de zogenoemde KOPP cursus, leek daarvoor zeer zinvol maar omdat de dochter de cursus zou moeten volgen in een andere regio dan de zoon van klager en zijn ex-echtgenote, was een nieuwe verwijzing nodig. Verweerster heeft op verzoek van de behandelend psychiater van klager de verwijzing opgesteld, wat in afwijking was van de gebruikelijke gang van zaken en was gelegen in een administratieve reden waardoor de behandelend psychiater de verwijzing niet op tijd in orde kon krijgen. Vervolgens heeft zij deze verwijzing, samen met de fax, in een open envelop aan de ex-echtgenote meegegeven. Dit is gedaan vanwege de korte tijd die nog restte om de dochter tijdig te kunnen inschrijven voor de KOPP cursus.

3. Het standpunt van klager en de klacht

Klager is van mening dat verweerster onzorgvuldig heeft gehandeld door haar beroepsgeheim te schenden en een gebrekkige communicatie te voeren. Niet alleen heeft verweerster zonder toestemming medische gegevens verstrekt aan derden, zij heeft klager ook niet op de hoogte gebracht van de verwijzing voor de dochter van klager. Klager had daarvoor dan ook nog geen toestemming gegeven. Klager meent dat dit handelen van verweerster dan ook tuchtrechtelijk verwijtbaar is.

4. Het standpunt van verweerster

Verweerster heeft uitgebreid gemotiveerd dat er sprake was van tijdsdruk om de dochter van klager en zijn ex-echtgenote tijdig te kunnen laten deelnemen aan de cursus. Dit heeft ertoe geleid dat verweerster zelf een verwijzing heeft geschreven ten behoeve van de dochter. Omdat verweerster normaliter dergelijke verwijzingen niet schrijft, heeft zij aansluiting gezocht bij de verwijzing die door de behandelend psychiater van klager was opgesteld ten behoeve van de zoon van klager en zijn ex-echtgenote, welke verwijzing verweerster heeft opgevraagd. Verweerster heeft de verwijsbrief algemeen gesteld en later de specifiekere informatie toegevoegd die door de behandelaar van klager was gegeven nu verweerster meende dat ten minste enige onderbouwing moest worden gegeven voor de noodzaak van het volgen van de cursus voor de dochter. Verweerster heeft de verwijzing en het faxbericht aan de ex-echtgenote meegegeven omdat de intake snel zou plaatsvinden. Zij heeft dit gedaan in een open envelop, zoals zij altijd pleegt te doen. Verweerster was wel bekend met de echtscheidingsprocedure tussen klager en zijn ex-echtgenote. Verweerster is uiteindelijk in juni 2014 ermee bekend geraakt dat de verwijsbrief en de fax in een andere procedure aan de orde zijn gekomen nu zij door de gemachtigde van klager werd gevraagd om uitleg over de verwijsbrief. Omdat zij deze vraag in eerste instantie niet kon duiden, heeft zij gevraagd om toezending van een kopie. Daarna heeft verweerster wegens drukte en vakantie niet direct gereageerd. Wel had verweerster begin juli 2014 telefonisch contact met klager en heeft zij aangegeven dat zij eerst juridisch advies wilde inwinnen alvorens zij de brief kon beantwoorden. Zij heeft vervolgens vernomen dat klager bij het tuchtcollege een klacht had ingediend.

Verweerster meent dat de verwijsbrief voldoende algemeen is opgesteld, waarbij zij enkel de informatie van de behandelaar van klager heeft overgenomen, waarvoor door klager reeds toestemming was gegeven aan de behandelaar. Er is door verweerster geen nieuwe informatie verstrekt. Bovendien heeft verweerster er bij het schrijven van de verwijzing van mogen uitgaan dat de informatie nodig was om de dochter te kunnen verwijzen en de dochter te kunnen plaatsen in een groep met kinderen met gelijksoortige problematiek. De brief is aan de ex-echtgenote gegeven om een snelle aanmelding mogelijk te maken.

Verweerster betreurt het dat er sprake is van een vertrouwensbreuk tussen haar en klager, nu het nimmer de bedoeling is geweest om klager te krenken. Zij heeft enkel de kinderen willen helpen en meent dat haar geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

5. De overwegingen van het college

Het college stelt voorop dat verweerster op de hoogte was van de in gang zijnde echtscheiding van klager en zijn ex-echtgenote en van de spanningen die dit met zich bracht. Daarnaast was sprake van een verwijzing ten behoeve van de dochter van klager en zijn ex-echtgenote. Het handelen van verweerster moet in deze omstandigheden worden beoordeeld. Naar het oordeel van het college heeft verweerster met het opstellen van de verwijsbrief voldoende zorgvuldigheid betracht. Het benoemen van de psychische problematiek van vader, welke de reden was om de dochter aan te melden voor een cursus, is voldoende algemeen gesteld en bevat geen diagnose omtrent de problematiek van klager. Dit geldt echter niet voor het door verweerster meegestuurde faxbericht. Daarin is immers een (vermeende) diagnose genoemd betreffende de problematiek van klager. Niet gebleken is dat klager voor het noemen van deze diagnose en voor het meezenden van dit faxbericht, aan verweerster toestemming heeft gegeven. Verweerster had zich ervan moeten vergewissen dat klager akkoord was met het meezenden van het faxbericht. Dit klemt temeer nu het meezenden van het faxbericht niet noodzakelijk was om de aanmelding van de dochter te kunnen laten slagen. Immers had verweerster kunnen opmerken dat voor meer informatie contact kon worden gezocht met verweerster dan wel met de behandelend psychiater van klager. Ook dan had verweerster overigens toestemming van klager moeten vragen om de informatie te mogen delen. In zoverre heeft verweerster onvoldoende zorgvuldig gehandeld.

Daarnaast heeft verweerster onzorgvuldig gehandeld door de informatie die betrekking had op klager mee te geven aan de ex-echtgenote in een open envelop, terwijl verweerster bekend was met de echtscheidingsproblematiek. Verweerster had erop bedacht moeten zijn dat de door haar gegeven informatie niet alleen gebruikt zou worden om de dochter te kunnen laten deelnemen aan de KOPP cursus. De klacht is derhalve in zoverre gegrond.

Al het voorgaande in overweging nemende is het college van oordeel dat de maatregel van een waarschuwing passend is nu het college van oordeel is dat verweerster weliswaar onjuist maar niet laakbaar heeft gehandeld. Het college meent dat verweerster daadwerkelijk heeft bedoeld te handelen in het belang van de kinderen van klager en zijn ex-echtgenote, zij het dat de aanpak niet juist was.

6. De beslissing

Het college:

- verklaart de klacht gegrond,

- legt de maatregel van waarschuwing op.

Aldus beslist door mr. K.A.J.C.M. van den Berg Jeths als voorzitter, mr. R. Kluin als

lid-jurist, dr. O.J. Repelaer van Driel, M. Ch. Doorakkers, H.J. Weltevrede als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. M. van der Hart als secretaris en in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2015 in aanwezigheid van de secretaris.