ECLI:NL:TGDKG:2017:65 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 992.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:65
Datum uitspraak: 03-03-2017
Datum publicatie: 23-06-2017
Zaaknummer(s): 992.2015
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie:   De gerechtsdeurwaarder heeft meegewerkt aan het tv-programma “De Deurwaarder”. De gerechtsdeurwaarder heeft onzorgvuldig gehandeld, omdat hij geciteerd heeft uit vertrouwelijke informatie die op klaagster betrekking heeft en eraan heeft meegewerkt dat die informatie is uitgezonden. De gerechtsdeurwaarder heeft klaagster nodeloos geschaad. Klacht gegrond. Berisping.  De gerechtsdeurwaarder dient zich er voorafgaand  aan de uitzending te vergewissen dat toestemming is verleend. Daarnaast dient hij toezicht te houden hoe met de door hem verstrekte informatie wordt omgegaan.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 3 maart 2017 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/596484 / DW RK 15/992 ingesteld door:

[   ],

wonende te Rotterdam,

klaagster,

tegen:

[   ],

gerechtsdeurwaarder te [   ],

beklaagde.

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier, ingekomen op 4 november 2015 heeft klager een klacht ingediend tegen (de organisatie van beklaagde), hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij brief, ingekomen op 4 december 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.  De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 20  januari 2017. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De gerechtsdeurwaarder is verschenen. De uitspraak is bepaald op 3 maart 2017.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           De gerechtsdeurwaarder heeft op verzoek van RTL deelgenomen aan de opnamen van het tv-programma “De Deurwaarders”.

-           In de uitzending die op 18 februari 2014 werd opgenomen, werd onder meer een item behandeld dat ging over de ontruiming van de woning van klaagster, uit hoofde van een ten laste van klaagster gewezen vonnis d.d. 11 oktober 2013.

-           De gerechtsdeurwaarder heeft tijdens de voorbeschouwingen de zaken die voor die dag op de agenda stonden met de regisseur besproken. Onder andere is toen ook gesproken over klaagster. Tijdens deze voorbeschouwingen, die ook uitgezonden zou worden - en ook daadwerkelijk zijn uitgezonden - op de televisie, heeft de gerechtsdeurwaarder gezegd dat hij van de verhuurder heeft vernomen dat klaagster in psychisch verwarde toestand zou verkeren, mogelijk vuurwapengevaarlijk zou kunnen zijn en hij niet verwacht dat de ontruiming van de woning zonder problemen zal verlopen.

-           RTL heeft, nadat klaagster ook bij RTL een klacht had ingediend, toegezegd dat zij de uitzending niet meer zal herhalen.

3. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij haar in een tv-programma van RTL een vuurwapengevaarlijke vrouw heeft genoemd zonder enig bewijs van de politie. De uitzendingen werden uitgezonden vanaf oktober 2014 tot 19 september 2015. De kinderen van klaagster zijn voor een lange tijd de dupe geweest door deze uitzending waarbij klaagster door de gerechtsdeurwaarder als crimineel werd bestempeld.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

4.1 De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht weersproken. Hij heeft aangevoerd dat hij niets verkeerds heeft gezegd en dat hij niet onzorgvuldig is geweest.

4.2 Ter zitting heeft hij toegelicht dat hem was verteld dat het programma een informatief karakter zou hebben. Voorafgaand aan de dag van de ontruiming werd als inleiding een gesprek met de regisseur opgenomen. Deze legde aan hem de vraag voor wat er die dat op de agenda stond. Voorafgaand aan het gesprek met de regisseur had de gerechtsdeurwaarder het dossier van klaagster nog niet ingezien. In het dossier zat een stuk van de behandelaar. Uit dit stuk bleek dat politiebescherming bij de ontruiming noodzakelijk was omdat klaagster verward zou zijn. Volgens de gerechtsdeurwaarder was hij wel gedwongen om toe te lichten waarom extra politiebescherming bij de ontruiming noodzakelijk was. Na de opnames is gevraagd wat er wel en niet kon worden uitgezonden. De gerechtsdeurwaarder zag geen aanleiding om het gesprek met de regisseur niet uit te zenden gelet op het informatieve karakter dat het programma zou krijgen. De gerechtsdeurwaarder heeft slechts de bedoeling gehad om toe te lichten hoe een gerechtsdeurwaarder in de Randstad een dergelijk ontruiming uitvoert. De gerechtsdeurwaarder heeft echter geconstateerd dat het meer een “realitysoap” werd en daarom wilde hij zijn medewerking aan het programma verder niet meer verlenen.

5. Beoordeling van de klacht

5.1. Een gerechtsdeurwaarderskantoor kan niet worden aangemerkt als beklaagde. Omdat de gerechtsdeurwaarder de uitlatingen heeft gedaan dient hij als beklaagde te worden aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van de beschikking rekening gehouden.

5.2. Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.3 De Kamer acht het zeer onzorgvuldig dat de gerechtsdeurwaarder uit vertrouwelijke informatie die concreet op klaagster betrekking had heeft geciteerd en eraan heeft meegewerkt dat deze informatie is uitgezonden. Hij heeft door zijn handelwijze de privacy van klaagster nodeloos geschaad door het publiekelijk verstrekken van vertrouwelijke informatie. Hij had kunnen volstaan met te zeggen dat extra politiebescherming nodig was bij de ontruiming. Er was verder geen noodzaak om de aanleiding daarvoor toe te lichten. Bovendien is hij ook nog in de gelegenheid geweest om uitzending van zijn mededeling niet te laten plaatsvinden.

5.4 Van een gerechtsdeurwaarder die aan een uitzending als de onderhavige zijn medewerking verleent, mag de nodige zorgvuldigheid worden verwacht. Van een redelijk handelend gerechtsdeurwaarder mag bijvoorbeeld worden verwacht dat hij zich voorafgaand aan de uitzending ervan vergewist dat een betrokkene inderdaad toestemming heeft verleend voor het uitzenden van beeld- en geluidsmateriaal. De gerechtsdeurwaarder heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid. Niet gebleken is dat hij overeenkomstig deze verantwoordelijkheid heeft gehandeld.

5.5 Ook mag in het geval als het onderhavige van een gerechtsdeurwaarder worden verwacht dat hij toezicht houdt op de wijze hoe met door hem verstrekte informatie wordt omgegaan. Waarschijnlijk heeft de gerechtsdeurwaarder met de beste bedoelingen zijn medewerking aan een informatief programma willen verlenen. Volgens de gerechtsdeurwaarder bleek het karakter van het programma in de praktijk toch anders te leggen. Dit is een reden te meer dat een gerechtsdeurwaarder zich ook bewust dient te zijn van het aspect van toezicht.

5.6 De gerechtsdeurwaarder heeft door zijn handelen zijn geheimhoudingsplicht en de privacy van klaagster geschonden.

5.7 Niet gebleken is echter tot slot dat hij klaagster crimineel heeft genoemd.

5.8 De Kamer acht de klacht gegrond en ziet aanleiding tot het opleggen van na te melden maatregel.

6. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. A.E. de Vos, plaatsvervangend-voorzitter, mr. M. Nijenhuis en M. Colijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 maart 2017  in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.