ECLI:NL:TGDKG:2017:14 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 682.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:14
Datum uitspraak: 03-01-2017
Datum publicatie: 08-03-2017
Zaaknummer(s): GDW 682.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Klacht over het niet informeren van klager. De gerechtsdeurwaarder heeft medegedeeld dat hij in verband met de privacy klager niet op de hoogte houdt van de door zijn ex-echtgenote ontvangen of nog te ontvangen betalingen. De kamer acht dit te stellig geformuleerd. Niet valt in te zien op welke wijze de privacy zou worden geschonden indien klager na een daartoe strekkend verzoek wordt medegedeeld welke bedragen door zijn ex-partner zijn of worden betaald. Klager heeft er immers recht op te weten wat er door of namens zijn ex-partner op de vordering wordt voldaan, te meer nu sprake is van een hoofdelijke veroordeling. Klacht gegrond. Geen termen aanwezig om over te gaan tot het opleggen van een maatregel. De gerechtsdeurwaarder heeft zich gerealiseerd dat klager op gezette tijden een opgave zou kunnen worden verzonden, waaronder het totale door- of namens zijn ex-echtgenote betaalde bedrag.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 3 januari 2017 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 682.2015 ingesteld door:

[     ] ,

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 14 augustus 2015, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 24 augustus 2015, heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend. Bij aan de kamer en klager verzonden brief met bijlagen van 14 oktober 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder stukken overgelegd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 25 oktober 2016 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt.

De uitspraak is nader bepaald op 3 januari 2017.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

a)      Onder meer klager is bij vonnis van 25 november 2014 veroordeeld tot betaling van een geldsom.

b)      Bij brief van 26 november 2014 heeft een advocaat (verder: de opdrachtgever) de gerechtsdeurwaarder verzocht het vonnis aan klager en zijn partner te betekenen en het uitstaande bedrag te incasseren.

c)      Bij exploot van 18 december 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder het vonnis aan klager betekend met bevel tot betaling

d)     Bij e-mail van 17 juni 2015 heeft de opdrachtgever de gerechtsdeurwaarder verzocht ten laste van klager beslag te leggen onder diens werkgever. Het beslag is op 19 juni 2015 gelegd.

e)      Bij e-mail van 2 juli 2015 heeft de opdrachtgever de gerechtsdeurwaarder een overzicht verzonden met een specificatie van wat er volgens de opdrachtgever van klager en zijn ex-partner te vorderen was. In dat overzicht stonden ook vermeld bedragen die door klager al aan de (cliënt van de) opdrachtgever waren voldaan.

f)       Bij e-mail van 24 juli 2015 heeft klager de gerechtsdeurwaarder medegedeeld dat het te vorderen bedrag niet correct was, omdat contante door klager gedane betalingen niet waren meegenomen. Klager heeft verzocht dit te corrigeren en verzocht aan te geven om welk bedrag het nog ging. Daarnaast heeft klager informatie verzocht over de ontvangen bedragen uit het ten laste van zijn ex-partner gelegde beslag.

g)      Op 6 augustus 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder klager een overzicht verstrekt van het door klager verschuldigde bedrag waarop tevens de door klager gedane betalingen staan vermeld.

h)      Klager is bij e-mail van 12 augustus door (een medewerker van) de gerechtsdeurwaarder medegedeeld dat alle betalingen, dus ook die van zijn ex-partner, in mindering strekken op de totale vordering maar dat uit oogpunt van privacy klager niet op de hoogte zou worden gehouden van de door de gerechtsdeurwaarder van of namens zijn ex-partner ontvangen of nog te ontvangen bedragen.

2. De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder weigert inzichtelijk te maken wat zijn ex-partner bijdraagt aan de openstaande vordering.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt.

Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Klager heeft op 24 en 29 juli 2016 alsmede op 11 augustus 2016 aan de gerechtsdeurwaarder verzocht om aan te geven welk bedrag er wordt geïncasseerd bij zijn ex-partner ten aanzien van de openstaande vordering. De gerechtsdeurwaarder heeft hierop bij e-mail van 12 augustus 2016 als volgt gereageerd:

“I.v.m. de privacy zal ik u niet op de hoogte houden van de door mij van of namens Mevrouw [     ] ontvangen of nog te ontvangen betalingen.”

4.3 De Kamer is van oordeel dat dit te stellig is geformuleerd. Niet valt in te zien op welke wijze de privacy zou worden geschonden indien klager na een daartoe strekkend verzoek wordt medegedeeld welke bedragen door zijn ex-partner zijn of worden betaald. Klager heeft er immers recht op te weten wat er door of namens zijn ex-partner op de vordering wordt voldaan, te meer nu sprake is van een hoofdelijke veroordeling.

4.4 De Kamer is van oordeel dat kan worden volstaan met de constatering dat de klacht gegrond is. De Kamer acht geen termen aanwezig om over te gaan tot het opleggen van een maatregel. De Kamer heeft daarbij meegewogen dat de gerechtsdeurwaarder zich blijkens zijn verweer heeft gerealiseerd dat klager op gezette tijden een opgave zou kunnen worden verzonden, waaronder het totale door- of namens zijn ex-echtgenote betaalde bedrag.

4.5 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.W. van Inden, voorzitter, en mr. M. Nijenhuis en

mr. A.M. Maas, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 januari 2017, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.