ECLI:NL:TGDKG:2016:24 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet1086.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2016:24
Datum uitspraak: 01-03-2016
Datum publicatie: 19-05-2016
Zaaknummer(s): GDWverzet1086.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping met aanzegging
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. Medewerking aan televisieprogramma. Meerdere klachtonderdelen met als kern het delen van vertrouwelijke informatie zonder toestemming en het schenden van de privacy door zonder toestemming publiekelijk bekend maken van die informatie. De Kamer is van oordeel dat het verzet van klager slaagt en de beschikking van de voorzitter niet in stand kan blijven en dient te worden vernietigd.   Van een redelijk handelend gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij, ook al zou de toestemming voor het uitzenden van het beeld- en geluidsmateriaal door RTL in orde worden gemaakt, zich ervan vergewist dat die toestemming inderdaad door klager is verleend. De gerechtsdeurwaarder heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid. Nu de gerechtsdeurwaarder in het onderhavige geval niet kan aantonen dat hij zich ervan heeft vergewist dat klager toestemming heeft gegeven voor het maken van beeld- en geluidsopnames dan wel dat hij zijn medewerking aan het amusementsprogramma wilde verlenen is er sprake van tuchtrechtelijk laakbaar handelen. Nu de gerechtsdeurwaarder door zijn handelen zijn geheimhoudingsplicht en de privacy van klager heeft geschonden acht de Kamer de maatregel van berisping met aanzegging op zijn plaats. De overige klachtonderdelen worden ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 1 maart 2016 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 3 november 2015 met zaaknummer 564.2015 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 1086.2015 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

-           Bij brieven met bijlagen, ingekomen op 3, 27 en 31 juli 2015, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

-           Bij verweerschrift, ingekomen op 7 september 2015, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

-           Bij beslissing van 3 november 2015 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 12 november 2015.

-           Bij brief, ingekomen op 22 november 2015, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

-           Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 19 januari 2016 alwaar klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

-           De uitspraak is bepaald op 1 maart 2016.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

De gerechtsdeurwaarder heeft zijn medewerking verleend aan het RTL televisieprogramma ‘De deurwaarders, Betalen of Leeghalen’. Voorafgaand aan de samenwerking is aan de gerechtsdeurwaarder door de producent meegedeeld dat men daarbij afhankelijk is van de medewerking van betrokkenen in de vorm van expliciete toestemming om beeld- en geluidmateriaal voor uitzending te gebruiken. Op 5 maart 2014 zijn opnamen gemaakt bij de woning van klager van een beslaglegging op roerende zaken. In de uitzending zijn camerabeelden te zien van de buitenzijde van de woning vanaf de straatzijde. Alleen de moeder van klager was aanwezig. Omdat zij de Nederlandse taal niet goed machtig is heeft de gerechtsdeurwaarder ter plekke gebeld met klager om via een vertaling duidelijkheid te scheppen. Daarvan zijn geluidsfragmenten te horen. Verder zijn beelden te zien van het afscheid van de gerechtsdeurwaarder van de aanwezige inspecteur van politie.

4. De oorspronkelijke klacht

4.1 Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze zonder toestemming vertrouwelijke informatie heeft gedeeld met RTL. In het bijzonder bestaat deze informatie uit het woonadres van klager, zijn naam, de hoogte van de vordering, de aard van deze vordering en de afhandeling van de zaak in verband met een betalingsregeling. Voorts heeft de gerechtsdeurwaarder meegewerkt aan het zonder toestemming publiekelijk bekend maken van deze gegevens.

4.2 De gerechtsdeurwaarder kan zich niet verschuilen achter RTL, omdat hij zijn volledige medewerking heeft verleend en in het kader van zijn ambt verkregen informatie beschikbaar heeft gesteld. De gerechtsdeurwaarder had, voor hij zijn medewerking toegezegde, dienen te waarborgen dat de privacy van betrokkenen niet geschonden zou worden. De gerechtsdeurwaarder heeft eraan meegewerkt dat een privé woning werd gefilmd en de moeder van klager is te zien. Ook is er informatie over de schuld van klager gegeven, welke informatie door de gerechtsdeurwaarder is verstrekt. RTL heeft nimmer toestemming aan zijn moeder gevraagd voor de uitzending. Ook zijn moeder, die al 81 jaar oud is, erg geschrokken door de situatie waarmee zijn plotseling werd geconfronteerd. Volgens klager had de gerechtsdeurwaarder naar aanleiding daarvan actie moeten ondernemen en de filmploeg moeten vragen om te vertrekken.

4.3 Klager heeft hiernaast nog 12 klachtonderdelen aangevoerd. Hij verwijt de gerechtsdeurwaarder ook dat deze:

a. zijn geheimhoudingsverplichting heeft geschonden;

b. zijn bevoegdheid om de woning te betreden heeft geschonden door derden in staat te stellen gesprekken af te luisteren tijdens het verrichten van een ambtshandeling;

c. onjuiste informatie over de afloop van de zaak heeft verstrekt;

d. artikel 1 van de Verordening KBvG Normen voor Kwaliteit heeft geschonden doordat hij ten onrechte heeft verteld dat klager een betalingsregeling heeft getroffen;

e. het beslag heeft gebruikt om de zaak te forceren. Een beslag heeft echter als doel dat de schuld wordt voldaan;

f. in strijd met zijn bevoegdheid foto’s in de woning heeft gemaakt;

g. in strijd met zijn ambt mede uitbater is van de website [     ];

h. aan het eind van de tv uitzending heeft gezegd dat hij snel moest wegwezen omdat de zaak uit de hand zou kunnen lopen als klager thuis zou komen. Klager voelt zich hierdoor onheus bejegend;

i. in het proces-verbaal van beslaglegging ten onrechte heeft vermeld dat de moeder van klager zijn huisgenote is;

j. ten onrechte heeft vermeld dat de voordeur was geopend door ontsluiting, terwijl deze door de moeder van klager was geopend;

k. In het proces-verbaal geen melding heeft gemaakt van de in de woning gemaakte foto’s;

l. De openbare verkoop die was gepland voor 10 april 2014 zonder bericht niet heeft laten doorgaan. De gerechtsdeurwaarder was ondanks de aankondiging van het kort geding niet bereid om de verkoop op te schorten. Klager had zich dus de kosten van het kort geding kunnen besparen, als hij eerder was geïnformeerd dat de verkoop toch niet zou doorgaan.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

‘4.2 Het standpunt dat de gerechtsdeurwaarder in deze zaak heeft ingenomen ten aanzien van de verschillende klachten is minst genomen verdedigbaar. Zijn  handelen is dan ook niet in strijd met de tuchtrechtelijke norm. Op grond van de vermelde feiten en omstandigheden van deze zaak is niet gebleken dat de gerechtsdeurwaarder zijn medewerking aan het televisie programma had dienen te weigeren.

4.3 Klager dient zich tot RTL te wenden indien zijn privacy of die van zijn moeder is geschonden. Niet gebleken dat dit, voor zover al juist, door toedoen van de gerechtsdeurwaarder is gebeurd.

4.4 Mede op grond van het verweer tegen alle overige klachtonderdelen, kan niet worden geconcludeerd dat er door de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld.’

5.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager - samengevat - aangevoerd dat hij zich niet met het oordeel van de voorzitter kan verenigen, omdat er wel degelijk een causaal verband bestaat tussen de door de gerechtsdeurwaarder verstrekte vertrouwelijke informatie en het schenden van zijn privacy door RTL. Zonder medewerking van de gerechtsdeurwaarder had het item dat door RTL is uitgezonden nimmer tot stand kunnen komen. Daarnaast is de behandeling van de voorzitter te summier en het oordeel te globaal om van een inhoudelijk klachtoordeel te kunnen spreken.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 De Kamer is van oordeel dat het verzet van klager slaagt en de beschikking van de voorzitter niet in stand kan blijven en dient te worden vernietigd.

7.2 De gerechtsdeurwaarder stelt zich op het standpunt dat het op de weg van de medewerkers van RTL lag om toestemming voor uitzending van het beeld- en geluidsmateriaal in orde te maken. Anders dan de voorzitter is de Kamer van oordeel dat dit standpunt onvoldoende is om geen tuchtrechtelijk laakbaar handelen van de gerechtsdeurwaarder aan te nemen. Van een redelijk handelend gerechtsdeurwaarder mag immers worden verwacht dat hij, ook al zou de toestemming voor het uitzenden van het beeld- en geluidsmateriaal door RTL in orde worden gemaakt, zich ervan vergewist dat die toestemming inderdaad door klager is verleend. De gerechtsdeurwaarder heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid. Nu de gerechtsdeurwaarder in het onderhavige geval niet kan aantonen dat hij zich ervan heeft vergewist dat klager toestemming heeft gegeven voor het maken van beeld- en geluidsopnames dan wel dat hij zijn medewerking aan het amusementsprogramma wilde verlenen is er sprake van tuchtrechtelijk laakbaar handelen. Nu de gerechtsdeurwaarder door zijn handelen zijn geheimhoudingsplicht en de privacy van klager heeft geschonden acht de Kamer na te noemen maatregel op zijn plaats.

7.3 Daarnaast heeft de voorzitter de klachtonderdelen c, d, e, f, g, h, i, j, k en l onbesproken gelaten. Die zullen hierna alsnog worden behandeld.

8. De beoordeling van de klacht

8.1 Met betrekking tot klachtonderdeel c overweegt de Kamer dat de gerechtsdeurwaarder niet heeft weersproken dat RTL in de gewraakte uitzending onjuist heeft bericht omtrent de afloop van de zaak. In de optiek van de Kamer is dit mede een gevolg van het feit dat de gerechtsdeurwaarder aan RTL vertrouwelijke informatie heeft verstrekt en heeft meegeholpen aan het maken van geluidsopnames, terwijl hij vervolgens niet of althans in onvoldoende mate toezicht heeft gehouden op hetgeen RTL vervolgens met die vertrouwelijke informatie heeft gedaan. De Kamer acht derhalve ook dit klachtonderdeel gegrond.

8.2 Met betrekking tot klachtonderdeel d overweegt de Kamer dat de medewerking van de gerechtsdeurwaarder aan het programma van RTL in lijn is met de normale reclame uitingen en niet indruist tegen het bepaalde in artikel 1 van de KBvG Normen voor Kwaliteit. Dat er door de gerechtsdeurwaarder zelf in de uitzending feitelijke onjuistheden zijn gezegd of dat het programma een onjuist of onvolledig beeld geeft over de dienstverlening, beroepsgroep of het ambt van gerechtsdeurwaarder is de Kamer niet gebleken. Van tuchtrechtelijke laakbaar handelen is op dit punt dan ook geen sprake.

8.3 Met betrekking tot klachtonderdeel e overweegt de Kamer dat het de gerechtsdeurwaarder vrij staat om middels het leggen van beslag roerende zaken betaling van het ten laste van klager gewezen vonnis af te dwingen. Uit de enkele mededeling van de gerechtsdeurwaarder dat hij de zaak daarmee wilde ‘forceren’ kan niet worden afgeleid dat hij daarmee misbruik van deze bevoegdheid heeft gemaakt. De gerechtsdeurwaarder heeft met recht betoogd dat het primaire doel van het leggen van beslag was om voldoening van de vordering te bewerkstelligen en niet noodzakelijkerwijs om tot verkoop van de in beslag genomen zaken over te gaan. In dat licht bezien is het gebruik van de term ‘forceren’ begrijpelijk en niet tuchtrechtelijk laakbaar.

8.4 Met betrekking tot klachtonderdeel f overweegt de Kamer dat een gerechtsdeurwaarder gehouden is om een zo nauwkeurig mogelijke beschrijving te maken van de zaken die in beslag genomen zijn. Foto’s kunnen niet in de plaats treden van de hiervoor genoemde omschrijving, maar kunnen wel ter ondersteuning dienen zodat duidelijk is wat er in beslag is genomen. De gerechtsdeurwaarder heeft dan ook niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door foto’s als hulpmiddel te gebruiken.

8.5 Met betrekking tot klachtonderdeel g overweegt de Kamer dat de enkele niet nader door klager onderbouwde stelling dat de gerechtsdeurwaarder mede uitbater is van de website [     ] onvoldoende is om tuchtrechtelijk laakbaar handelen vast te kunnen stellen.

8.6 Met betrekking tot klachtonderdeel h overweegt de Kamer dat de uitleg van de gerechtsdeurwaarder omtrent zijn opmerking in de uitzending dat er na de beslaglegging niet onnodig lang op de locatie verbleven dient te worden, begrijpelijk is en geen blijk geeft van stemmingmakerij. Dit klachtonderdeel is dan ook ongegrond.

8.7 Met betrekking tot klachtonderdeel i overweegt de Kamer dat de moeder van klager ten tijde van de beslaglegging in de woning aanwezig was en dat de gerechtsdeurwaarder dat heeft opgevat als zijnde een huisgenote van klager. Nu de moeder van klager ten tijde van de beslaglegging niet aan de gerechtsdeurwaarder heeft medegedeeld dat zij daar niet woonachtig zou zijn is de opvatting van de gerechtsdeurwaarder dat het een huisgenote zou betreffen niet in strijd met de tuchtrechtelijke norm.

8.8 Met betrekking tot klachtonderdeel j overweegt de Kamer dat het ontsluiten van de voordeur hetzelfde betekend als het openen van de voordeur. Dat de gerechtsdeurwaarder in zijn verslag van binnentreden heeft gekozen voor de term ontsluiten is niet in strijd met de tuchtrechtelijke norm.

8.9 Met betrekking tot klachtonderdeel k overweegt de Kamer dat de gerechtsdeurwaarder zich op het standpunt stelt dat de foto’s niet aan het proces-verbaal zijn gehecht en dat het vermelden dat er foto’s zijn gemaakt dan ook niet opportuun is. Dit standpunt is niet in strijd met de tuchtrechtelijke norm.

8.10 Met betrekking tot klachtonderdeel l overweegt de Kamer dat uit het klaagchrift kan worden opgemaakt dat klager stelt dat hij met succes de geplande executieverkoop door de voorzieningenrechter heeft laten verbieden. Gelet op deze omstandigheid was de gerechtsdeurwaarder niet gehouden om aan klager mede te delen dat de executieverkoop van 10 april 2014 geen doorgang zou vinden daar dit voor klager voldoende duidelijk was, dan wel voldoende duidelijk had kunnen zijn. Daarnaast overweegt de Kamer dat de enkele aankondiging van een executiegeschil de gerechtsdeurwaarder niet verplicht om tot opschorting van de aangekondigde executieverkoop over te gaan. Het is in die omstandigheid immers aan de voorzieningenrechter om te bepalen of de executieverkoop al dan niet doorgang zou mogen vinden.

8.11 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet gegrond;

-        vernietigt de beschikking van de voorzitter;

-        verklaart de klacht zoals weergegeven in overweging 4.1 en 4.2 alsmede klachtonderdeel c gegrond;

-        verklaart de klachtonderdelen d, e, f, g, h, i, j, k en l ongegrond;

-        legt de gerechtsdeurwaarder voor het gegronde deel van de klacht de maatregel van berisping met aanzegging op.

Aldus gegeven door mr. J.H.C. Schouten, plaatsvervangend-voorzitter, en mrs. M. Nijenhuis en J.J.L. Boudewijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 maart 2016, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.