ECLI:NL:TGDKG:2016:121 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 626.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2016:121
Datum uitspraak: 01-11-2016
Datum publicatie: 19-12-2016
Zaaknummer(s): 626.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: Klager is benoemd tot bewindvoerder. De gerechtsdeurwaarder heeft ten laste van de onderbewindgestelde loonbeslag gelegd, maar heeft die beslaglegging niet aan klager overbetekend. De gerechtsdeurwaarder was voorafgaand aan de beslaglegging van de bewindvoering op de hoogte. De Kamer acht de klacht gegrond en legt een berisping op. Exploten dienen op grond van artikel 12 lid 2 van boek 1 van het Bw aan de bewindvoerder te worden betekend. 

Beschikking van 1 november 2016 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 626.2015 van:

[   ],

gevestigd te Sint Oedenrode,

klager,

tegen:

[   ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [   ],

beklaagde,

gemachtigde: [   ].

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 16 juli 2015 heeft klager een klacht ingediend tegen (de organisatie van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij brief met bijlagen, ingekomen op 3 september 2015, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 20 september 2016 in aanwezigheid van de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder. Klager heeft laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 1 november 2016.

2. De feiten

Klager is door de kantonrechter benoemd tot bewindvoerder. De gerechtsdeurwaarder heeft op 14 november 2014 ten laste van de  onderbewindgestelde [  ] loonbeslag gelegd. Die beslaglegging is door de gerechtsdeurwaarder niet aan klager overbetekend. Voorafgaand aan deze beslaglegging is de gerechtsdeurwaarder van de onderbewindstelling op de hoogte gesteld.

3. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze hem door overbetekening of anderszins niet van de beslaglegging op de hoogte heeft gesteld. Dit nalaten is in strijd met uitspraken van de Kamer. Op 18 maart 2015 heeft klager de gerechtsdeurwaarder verzocht om alsnog aan hem het beslag te betekenen. De gerechtsdeurwaarder heeft dat geweigerd met een beroep op de kosten die daarmee zijn gemoeid. 

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat het beslag niet is betekend aan de bewindvoerder. Hij wijt dit aan een omissie van de zaakbehandelaar. De door klager aangehaalde uitspraak van de Kamer van 21 oktober 2014 ziet echter op een andere situatie. Klager heeft op 18 maart 2015 verzocht om het beslag op te heffen. Aan dat verzoek is geen gehoor gegeven omdat de executant daarvoor geen toestemming gaf. Het is de taak van een gerechtsdeurwaarder om niet nodeloos kosten te maken. Daarom is niet alsnog tot betekening overgegaan. Bovendien is een kopie van het exploot wel per e-mail verzonden aan de beslagene en na diens verzoek daartoe ook aan klager. Volgens de gerechtsdeurwaarder is bewindvoering een nieuw fenomeen en zijn er veel bewindvoerders. Er zijn veel kosten mee gemoeid om hen op de hoogte te houden van beslagleggingen.

5. Beoordeling van de klacht

5 .1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.2 Het is vaste jurisprudentie van de Kamer dat een bewindvoerder op de hoogte dient te worden gesteld van al hetgeen de bewindvoering aangaat. Exploten dienen  op grond van artikel 12 lid 2 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek  aan de bewindvoerder te worden betekend. Indien de gerechtsdeurwaarder het beslag terstond aan de bewindvoerder had betekend, dan had hij de daaraan verbonden kosten ten laste van de beslagene kunnen brengen. Toen de gerechtsdeurwaarder er door klager op werd geattendeerd dat hij niet aan klager had betekend, had het op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen dit op zijn kosten, dus op die van de ge-rechtsdeurwaarder, te herstellen.  De kamer acht de klacht gegrond en ziet aanleiding tot het opleggen van na te melden maatregel.    

5.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

 

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. J.H.C. Schouten, plaatsvervangend-voorzitter, mr. L. van Berkum en M.W. de Ruijter,  leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 november 2016 in tegenwoordigheid van de secretaris.