ECLI:NL:TGDKG:2015:80 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDwverzet70.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:80
Datum uitspraak: 14-04-2015
Datum publicatie: 10-07-2015
Zaaknummer(s): GDwverzet70.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. De Kamer acht het verzet gegrond, vernietigt de beslissing van de voorzitter, verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht en bepaalt dat een volgende klacht - door of namens klager ingediend in verband met  hetzelfde feitencomplex - niet in behandeling wordt genomen.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 14 april 2015 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 13 januari 2015 met zaaknummer 749.2014 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 70.2015 ingesteld door:

[     ]

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

-           Bij brief van 5 oktober 2014 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

-           Bij verweerschrift van 6 november 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

-           Van klager is vanaf de dag van indiening van de klacht een groot aantal e-mails ontvangen waarbij telkens wordt verwezen naar de afgelegde verklaringen, schriftelijke garanties en een aan klager en de erven toekomend bedrag van € 14.618.145.195,00

-           Bij beslissing van 13 januari 2015 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 23 januari 2015.

-           Bij e-mail van 27 januari 2015 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

-           De gerechtsdeurwaarder heeft schriftelijk medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

-           Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 3 maart 2015 alwaar klager is verschenen. Van de behandeling ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

-           De uitspraak is bepaald op 14 april 2015.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

Klager heeft een klacht ingediend voorzien van een verklaring die volgens klager afkomstig is van een gevolmachtigde van een advocaat die curator is van klager. In deze verklaring wordt verwezen naar schriftelijke garanties van de ING en [     ].

4. De oorspronkelijke klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze hem brieven heeft verstuurd namens OHRA Zorgverzekeringen. Klager heeft de gerechtsdeurwaarder al diverse malen geschreven dat alle openstaande vorderingen van OHRA en het CJIB eerst worden voldaan nadat het op de op 25 maart 2010 door OHRA onder de ING bank gelegde beslag zijn opgeheven. Klager verwijst naar een door hem overgelegde verklaring van een gevolmachtigde van een advocaat aan de staatssecretaris van het Ministerie van Financiën.

5. De reactie van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd bestreden. Hij verwijst naar een eerder door klager ingediende klacht (zaaknummer 630.2011) die ongegrond is verklaard en het daartegen ingestelde verzet (zaaknummer 793.2011) welk verzet eveneens ongegrond is verklaard. De gerechtsdeurwaarder heeft nooit beslag gelegd ten laste van klager, nooit enige schriftelijke garantie aan klager gegeven en is niet bekend met opheffingsexploten, derdenverklaringen of bankpassen met pincode.

6. De beslissing van de voorzitter

6.1 De voorzitter heeft op de klacht overwogen dat in een eerdere beslissing (zaak-nummer 499.2010) al eens is overwogen dat een door klager overgelegde brief van de ING, welke klager aan de gerechtsdeurwaarder had gezonden, een falsificatie betrof. Een door klager tegen die beslissing ingesteld verzet (zaaknummer 706.2010) is ongegrond verklaard. Uit de administratie van de Kamer blijkt dat klager vanaf 2005 al klachten indient met telkens hetzelfde onderwerp en steeds over dezelfde verklaring van [     ], als gevolmachtigde van [     ], [     ] van de ING bank en door diverse gerechtsdeurwaarders afgegeven garanties. Gelet op de inhoud  van die verklaringen kunnen grote vraagtekens worden geplaats bij  het waarheidsgehalte daarvan.

6.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen.

7. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager aangevoerd dat hij zich niet met de beschikking van de voorzitter kan verenigen.

8. De beoordeling van de gronden van het verzet

8.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter. De Kamer acht het verzet daarom gegrond.

8.2 Ter zitting is gebleken dat de gerechtsdeurwaarder terecht heeft gesteld dat aan de thans geformuleerde klacht hetzelfde feitencomplex ten grondslag ligt, als aan de klacht (zaaknummer 630.2011) die in de eerdere procedure aan de orde is gesteld en het daartegen ingestelde verzet (zaaknummer 793.2011). Klager kan deze klacht daarom niet opnieuw aan de Kamer voorleggen.

8.3 Ten overvloede merkt de Kamer op dat klager tijdens de zitting heeft erkend dat hij al vanaf 2005 klachten bij de Kamer indient met telkens hetzelfde onderwerp. De Kamer is van oordeel dat klager aldus misbruik maakt van zijn klachtrecht De Kamer zal daarom bepalen dat een volgende klacht - door of namens klager ingediend in verband met  hetzelfde feitencomplex - niet in behandeling wordt genomen.

8.4 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet gegrond;

-        vernietigd de beslissing van de voorzitter;

-        verklaart klager niet-ontvankelijk;

-        bepaalt dat een volgende klacht - door of namens klager ingediend in verband met  hetzelfde feitencomplex - niet in behandeling wordt genomen.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, en mr. M. Nijenhuis en A.M. Maas, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 april 2015, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.