ECLI:NL:TGDKG:2015:231 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW316.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:231
Datum uitspraak: 22-12-2015
Datum publicatie: 22-01-2016
Zaaknummer(s): GDW316.2015
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie:   Niet beantwoorden van brieven. Brieven dienen binnen een redelijke termijn te worden beantwoord. Het niet reageren op de brieven is onbetamelijk zeker in een geval als het onderhavige waarbij de gerechtsdeurwaarder door de gemachtigde van klagers meermalen is gewezen op het niet beantwoorden daarvan. Ook het blijven benaderen van klager sub 1 op brieven van de advocaat en het vragen om een volmacht aan de advocaat getuigt van onvoldoende inzicht bij (medewerkers van) de gerechtsdeurwaarder. Dit kan aan de gerechtsdeurwaarder worden toegerekend. Eerst na indiening van de klacht is de zaak goed uitgezocht. De Kamer acht de klacht op alle onderdelen gegrond. Maatregel van berisping opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 1

Beslissing van 22 december 2015 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de zaak met nummer 316.2015 van:

1. [     ],

wonende te [     ]

2. [     ],

wonende te [     ].

klagers,

gemachtigde [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 30 maart 2015 hebben klagers een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder. Bij brief van 1 juni 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter openbare zitting van 17 november 2015 alwaar klager sub 2 en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 22 december 2015.

1. De feiten

a)      Bij vonnis van 1 juni 2011 zijn klager sub 1 en zijn ex-partner veroordeeld tot betaling van een geldsom. Het kantoor van de gerechtsdeurwaarder is belast met de tenuitvoerlegging van het vonnis. Het vonnis is op 12 juli 2011 aan klager sub 1 en zijn ex-partner betekend.

b)      Bij brief van 26 mei 2015 heeft klager sub 2 namens klager sub 1 de gerechtsdeurwaarder om informatie verzocht.

c)      Bij brief van 16 juni 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder de brief van klager sub 2 beantwoord. Bij brief van 23 juni 2014 heeft klager sub 2 daarop een reactie gegeven en een volmacht overgelegd.

d)     Bij brief van 22 september 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder klager sub 2 een specificatie gegeven van de door klager sub 1 verschuldigde bedragen en bij separate brief van dezelfde datum de bij brief van 26 mei 2014 verzochte stukken.

e)      Bij brief van 22 september 2014 heeft klager sub 2 de gerechtsdeurwaarder een reactie geven naar aanleiding van een met de gerechtsdeurwaarder gehouden telefoongesprek.

f)       Bij brief van 26 september 2014 heeft de gemachtigde van klagers de gerechtsdeurwaarder nadere informatie verzocht. Bij brieven van 3 en 11 november 2014 heeft de gemachtigde van klagers de gerechtsdeurwaarder aan zijn verzoek als gedaan bij brief van 26 september 2014 herinnerd.

g)      Bij brief van 12 november 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder een antwoord op de brief van de gemachtigde van 26 september 2014 verzonden naar klager sub 1 met een kopie naar de gemachtigde per e-mail.

h)      Op 18 november 2014 heeft de gemachtigde van klagers medegedeeld moeite te hebben met de summiere beantwoording van zijn eerdere brieven en dat het antwoord aan hem had moeten worden gericht als gemachtigde en niet aan zijn cliënt.

i)        Bij brief van 1 december 2014 klaagt de gemachtigde van klagers opnieuw over het niet beantwoorden van zijn brief van 26 september 2014.

j)        Bij brief van 11 december gericht aan klager sub 1 deelt de gerechtsdeurwaarder mede dat hij geen volmacht heeft ontvangen waaruit blijkt dat de correspondentie via de gemachtigde dient te lopen en volhardt hij in zijn standpunt dat over de mededebiteur geen informatie zal worden verstrekt.

k)      Bij brieven van 4 en 15 mei 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder de gemachtigde van klagers de verzochte informatie gegeven.

2. De klacht

Klagers verwijten de gerechtsdeurwaarder niet binnen redelijke termijn te hebben geantwoord op redelijke verzoeken van klagers. Eerst na diverse brieven en lang en herhaald aandringen is informatie ter beschikking gesteld maar er is geen inhoudelijke antwoord gegeven op de eerder gestelde vragen over een rentestop en betalingen door de ex-partner van klager sub1. Vragen om een machtiging aan een advocaat geeft blijk van onvoldoende kennis van de vertegenwoordigingsbevoegdheid van een advocaat. Klagers hebben een gerechtvaardigd belang bij het verstrekken van de verzochte gegevens in het bijzonder heeft klager sub 1 als mededebiteur recht op beantwoording van de vraag in hoeverre zijn ex-partner mede aflost op de lening.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd bestreden behoudens het feit dat is erkend dat een aantal brieven te laat is beantwoord. Voor zover nodig wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 De klacht is ingediend tegen een kantoor. Op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn slechts gerechtsdeurwaarders aan tuchtrechtspraak onderworpen. Een kantoor kan niet als beklaagde worden aangemerkt. Bij klachten tegen een samenwerkingsverband (hier [     ]) dient de tuchtrechter zelf te onderzoeken tegen welke gerechtsdeurwaarder(s) van het samenwerkingsverband de klacht zich richt (ECLI:NL:GHAMS:2014:3696).   

4.2 De in aanhef van deze beslissing genoemde en aan het kantoor te [     ] verbonden gerechtsdeurwaarder wordt als beklaagde aangemerkt, omdat de klacht niet een bepaalde handeling betreft, maar een zogenaamde algemene klacht, het dossier grotendeels in behandeling op zijn kantoor en de gerechtsdeurwaarder verantwoordelijk is voor de door medewerkers verrichte handelingen en de communicatie met klagers.

4.3 Naar het oordeel van de Kamer mag van de gerechtsdeurwaarder worden verwacht dat hij brieven met betrekking tot een dossier dat hij in behandeling heeft binnen een redelijke termijn beantwoordt. Het niet reageren op de brieven is onbetamelijk zeker in een geval als het onderhavige waarbij de gerechtsdeurwaarder door de gemachtigde van klagers meermalen is gewezen op het niet beantwoorden daarvan. De gerechtsdeurwaarder heeft ook erkend dat een aantal brieven te laat is beantwoord. De Kamer is daarnaast van oordeel dat er onvoldoende adequaat is gereageerd op de brieven van klager sub 2 die optrad als gemachtigde voor klager sub 1. Ook het blijven benaderen van klager sub 1 op brieven van de advocaat en het vragen om een volmacht aan de advocaat getuigt van onvoldoende inzicht bij (medewerkers van) de gerechtsdeurwaarder. Dit kan aan de gerechtsdeurwaarder worden toegerekend. Eerst na indiening van de klacht is de zaak goed uitgezocht en is bij brieven van 4 en 15 mei 2015 adequate informatie gegeven ook over de ex-partner van klager waarvan eerder stellig werd beweerd dat daar geen informatie over zou worden gegeven. De Kamer acht de klacht op alle onderdelen gegrond.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. De Kamer acht termen aanwezig de gerechtsdeurwaarder na te melden maatregel op te leggen.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mrs. J.H.C. Schouten, voorzitter, Th.C.M. Hendriks-Jansen en J.J.L. Boudewijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 december 2015 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kunnen partijen binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.