ECLI:NL:TGDKG:2015:117 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW670.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:117
Datum uitspraak: 23-06-2015
Datum publicatie: 22-07-2015
Zaaknummer(s): GDW670.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie:   Is een afschrift van het exploot gelaten in persoon? De gerechtsdeurwaarder heeft, na te hebben aangebeld bij de flat waar klager woonachtig is, na een reactie op zijn vraag aan klager, het exploot in de brievenbus gelaten en heeft in het exploot vermeld dat afschrift is gelaten in persoon. De Kamer overweegt dat een door een gerechtsdeurwaarder uitgebracht exploot een authentieke akte is waaruit voortvloeit dat hetgeen door de gerechtsdeurwaarder in een dergelijk exploot wordt verklaard overeenkomstig de feitelijke situatie dient te zijn. De tekst dat afschrift is gelaten in persoon veronderstelt dat het exploot ook daadwerkelijk aan een persoon is overhandigd hetgeen hier niet het geval was. Klacht gegrond, maatregel van berisping opgelegd.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 23 juni 2015 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de zaak met nummer 670.2014 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 10 september 2014 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder. Bij brief van 26 september 2014 heeft klager een door hem aan de gerechtsdeurwaarder verzonden brief overgelegd.

Bij brief van 29 oktober 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter openbare zitting van 21 april 2015, alwaar klager en de gerechtsdeurwaarder en zijn gemachtigde zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is nader bepaald op 23 juni 2015.

1. De feiten

a)       Bij exploten van 11 augustus 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klager betekend een afschrift van een proces-verbaal van een door een andere gerechtsdeurwaarder ten laste van klager gelegd beslag onder de ING bank. In de processen-verbaal staat vermeld dat het afschrift is gelaten aan “hem in persoon”.

b)      Bij exploot van 27 augustus 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klager betekend een afschrift van een proces-verbaal van een door een andere gerechtsdeurwaarder ten laste van klager gelegd beslag onder de ING  bank. In het proces-verbaal staat wederom vermeld dat het afschrift is gelaten aan “hem in persoon”.

c)      Bij brief van 27 augustus 2014 heeft klager een klacht ingediend bij de gerechtsdeurwaarder.

d)     Bij brief van 4 september 2014 heeft het kantoor van de gerechtsdeurwaarder de brief van 27 augustus 2014 van klager beantwoord.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij in strijd met de waarheid in de exploten heeft vermeld dat deze in persoon aan klager zijn betekend. Klager was beide dagen niet thuis.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Hij stelt dat hij zich op beide dagen heeft begeven naar de flat waar klager woonachtig is. Na aanbellen werd via de intercom gereageerd, waarbij de gerechtsdeurwaarder gevraagd heeft naar de heer [     ]. Hierop werd volgens hem door een manspersoon gevraagd waar hij voor kwam. Daarop heeft de gerechtsdeurwaarder geantwoord met zijn naam en dat hij een exploot ‘voor u’ had. Hierop werd gereageerd met de woorden “Gooi maar in de brievenbus” waarna de intercomverbinding werd verbroken. Omdat de gerechtsdeurwaarder in de veronderstelling verkeerde met klager te hebben gesproken heeft hij in zijn exploot gerelateerd dat hij een afschrift heeft gelaten in persoon.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Bij de beoordeling dient tot uitgangspunt dat ambtelijke stukken worden betekend overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Afhankelijk van de situatie dient te worden beslist aan wie en op welke wijze het gerechtelijke stuk dient te worden aangeboden.

4.3 Een door een gerechtsdeurwaarder uitgebracht exploot is een authentieke akte die op grond van artikel 157 lid 1 Rv tegen een ieder dwingend bewijs oplevert van hetgeen de gerechtsdeurwaarder daarin binnen de kring van zijn bevoegdheid omtrent zijn waarnemingen en verrichtingen heeft verklaard, zulks behoudens (artikel 151 lid 2 Rv) tegenbewijs. Uit het voorgaande vloeit voort dat hetgeen door de gerechtsdeurwaarder in een dergelijk exploot wordt verklaard overeenkomstig de feitelijke situatie dient te zijn.

4.4 Naar het oordeel van de Kamer veronderstelt de tekst dat afschrift is gelaten in persoon dat het exploot ook daadwerkelijk aan een persoon is overhandigd. Een andere zienswijze ondergraaft de authenticiteit van de akte. Ongeacht of de gerechtsdeurwaarder nu wel of niet met klager heeft gesproken, hij had in zijn exploot moeten relateren wat er feitelijk is voorgevallen. Niet goed valt in te zien waarom de gerechtsdeurwaarder niet in het exploot heeft vermeld dat hij iemand (via de intercom) gesproken had, maar dat hij degene voor wie het exploot bestemd was niet (fysiek) in persoon had aangetroffen en hij daarom het afschrift op grond van de wet heeft gelaten in de brievenbus.

5. De klacht is daarom  terecht voorgesteld. Gelet op de belangen die gemoeid zijn met het vermelden van de juiste gegevens in een exploot acht de Kamer termen aanwezig de gerechtsdeurwaarder na te melden maatregel op te leggen.

6. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. E.C. Smits, voorzitter, en mr. M.S.F. Voskens en M. Colijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 juni 2015, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kunnen partijen binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep instellen bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.