ECLI:NL:TGDKG:2014:62 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW699.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:62
Datum uitspraak: 08-04-2014
Datum publicatie: 23-05-2014
Zaaknummer(s): GDW699.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie:   Beslagvrije voet. De kamer overweegt dat de gerechtsdeurwaarder bij herhaling niet of met vertraging op verzoeken van klager heeft gereageerd. Zeker nu het hier gaat om de beslagvrije voet, had de gerechtsdeurwaarder direct moeten reageren. Hetgeen de gerechtsdeurwaarder ter zitting heeft aangevoerd vormt geen rechtvaardiging voor zijn  te trage reactie(s). Gezien de ernst van het verzuim en het feit dat uit het verweer van de gerechtsdeurwaarder blijkt dat hij dat zelf niet inziet, maatregel van berisping opgelegd.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 8 april 2014 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 699.2013 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 20 augustus 2013, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 16 oktober 2013, heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd.  De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van 25 februari 2014 in aanwezigheid van de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder. Klager heeft laten weten niet ter zitting te kunnen verschijnen en bij die gelegenheid nog een reactie toegestuurd die door de secretaris van de Kamer aan de gerechtsdeurwaarder is doorgezonden. Ter zitting zijn van de gerechtsdeurwaarder nog specificaties ontvangen, die samen met de beschikking aan klager worden toegezonden. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 8 april 2014.

1. De feiten

De gerechtsdeurwaarder heeft ten laste van klager beslag gelegd. Daarbij is een beslagvrije voet van toepassing. Klager heeft bij brief van 16 januari 2013 en rappel op 25 februari en 21 maart 2013 verzocht om aanpassing van de beslagvrije voet en een specificatie van zijn schuld. Op 4 april 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze niet ingaat op zijn bij herhaling gedane verzoeken tot aanpassing van de beslagvrije voet en om een specificatie van zijn schuld.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

Volgens de gerechtsdeurwaarder behoort de problematiek met de beslagvrije voet niet thuis bij de Kamer en heeft hij overigens steeds gehoor gegeven aan verzoeken tot aanpassing daarvan. Hij heeft onverwijld de beslagvrije voet aangepast, nadat hem alle relevante bescheiden waren toegezonden. Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder aangevoerd dat hij wegens de werkdruk op zijn kantoor niet direct heeft gereageerd. Bovendien vroeg klager steeds om de status in zijn dossier, terwijl bij hem als eerste verdelende gerechtsdeurwaarder meerdere verdeeldossiers op klager in behandeling zijn.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Dat geval doet zich hier voor. De gerechtsdeurwaarder heeft bij herhaling niet of met vertraging op verzoeken van klager gereageerd. Zeker nu het hier gaat om de beslagvrije voet, had de gerechtsdeurwaarder direct moeten reageren. Hetgeen de gerechtsdeurwaarder ter zitting heeft aangevoerd vormt geen rechtvaardiging voor zijn  te trage reactie(s).

4.3 Op grond van de ernst van het verzuim en het feit dat uit het verweer van de gerechtsdeurwaarder blijkt dat hij dat zelf niet inziet, acht de Kamer na te melden maatregel op zijn plaats.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart de klacht gegrond;

-           legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en mr. J.J.L. Boudewijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 april 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.