ECLI:NL:TGDKG:2014:159 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW821.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:159
Datum uitspraak: 09-09-2014
Datum publicatie: 10-10-2014
Zaaknummer(s): GDW821.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie:   Onverwijld aanpassen beslagvrije voet. Terugwerkende kracht. De Kamer overweegt dat tussen de datum waarop het verzoek is gedaan en de datum waarop de gelden zijn teruggestort teveel tijd heeft gezeten. De beslagene heeft groot belang bij een tijdige en correcte vaststelling van een beslagvrije voet. Gerechtsdeurwaarders dienen daarom bij de toepassing en aanpassing van de beslagvrije voet grote zorgvuldigheid te betrachten. Dat is hier niet gedaan omdat de terugbetaling te lang op zich heeft laten wachten. Klacht gegrond, maatregel van berisping opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 9 september 2014 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met zaaknummer 821.2013 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

gemachtigde [     ]

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 12 oktober 2013 heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 9 januari 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter zitting van 1 juli 2014 alwaar niemand is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is geen proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 9 september 2014.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

De gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van een ten laste van klager gewezen vonnis van de kantonrechter te [     ] van 1 maart 2013. In dat kader is op 11 juli 2013 loonbeslag gelegd onder klagers werkgever. Nadat klager de gerechtsdeurwaarder telefonisch vragen had gesteld over de toepasselijke beslagvrije voet, heeft de gerechtsdeurwaarder hem bij brief van 16 augustus 2013 gevraagd informatie omtrent zijn inkomsten en uitgaven te verschaffen. Per e-mail van 7 september 2013 heeft de gemachtigde van klager een aantal gegevens ingezonden, waaronder een berekening van de beslagvrije voet. Omdat bleek dat een andere gerechtsdeurwaarder eerder loonbeslag had gelegd, heeft de gerechtsdeurwaarder de zaak bij deze gerechtsdeurwaarder aangemeld ter verdeling. Op 24 september 2013 is aan de gerechtsdeurwaarder gemeld dat het beslag van de eerste beslaglegger was opgeheven. Op 27 september 2013 werd de eerste betaling van de werkgever van klager ontvangen door de gerechtsdeurwaarder. Daarbij is de in het exploot van 11 juli 2013 genoemde beslagvrije voet van € 595,59 gehanteerd. Op 30 september 2013 heeft de gemachtigde van klager de gerechtsdeurwaarder opnieuw verzocht de beslagvrije voet aan te passen. Nadat de gemachtigde op 16 oktober 2013 de gerechtsdeurwaarder had medegedeeld dat hij een klacht bij de Kamer zou indienen is de beslagvrije voet per 17 oktober 2013 aangepast met terugwerkende kracht tot 7 september 2013.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder samengevat dat hij de beslagvrije voet niet onverwijld heeft aangepast, waardoor klager tweemaal te weinig loon heeft ontvangen. Hierdoor kon klager andere schuldeisers niet betalen en werd hij geconfronteerd met extra incassokosten. Klager verzoekt om de gerechtsdeurwaarder te veroordelen tot aanpassing met terugwerkende kracht en tot compensatie van eventuele aantoonbare extra incassokosten.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig wordt hierna op het verweer ingegaan.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet gerechtsdeurwaarders (waarnemend en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] kan niet als beklaagde worden aangemerkt. Omdat het beslag is gelegd door de in aanhef van de beschikking genoemde gerechtsdeurwaarder en hij verantwoordelijk is voor het vaststellen van de beslagvrije voet, wordt hij als beklaagde aangemerkt.

4.2 Ter beoordeling staat of door de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld in de zin van voormeld artikel.

4.3 Bij de beoordeling dient tot uitgangspunt dat uit de wetsgeschiedenis (Kamerstukken II 1986-1987, 17897, nr. 5, p. 13 en Kamerstukken II 2007-2008, 24 515, nr. 138, p. 3-41 ) en civiele jurisprudentie ten aanzien van de beslagvrije voet samengevat volgt dat de beslagvrije voet onverwijld en met terugwerkende kracht dient te worden aangepast tenzij onbekendheid met de juiste beslagvrije voet te wijten is aan (toerekenbaar) onjuiste of onvolledige inlichtingen van de zijde van de beslagene. Op grond van tuchtrechtelijke jurisprudentie - waarvoor andere normen gelden dan in het civiele recht- geldt dat terugbetaling door de gerechtsdeurwaarder slechts mogelijk is voor gelden die hij nog onder zich heeft (ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0854).

4.4 In deze zaak is het beslag gelegd op 11 juli 2013. Op 16 augustus 2013 is klager een formulier toegezonden met het verzoek (inkomens)gegevens te verstrekken voorzien van bewijsstukken. De voor de herberekening van de beslagvrije voet benodigde stukken zijn door de gemachtigde van klager per email van 7 september 2013 naar de gerechtsdeurwaarder verzonden. Op 14 november 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder klager en het UWV de aangepaste beslagvrije voet medegedeeld. Op 30 december 2013 is het UWV medegedeeld dat het teveel ingehouden gelden zouden worden terugstort.

4.5 De Kamer is van oordeel dat tussen de datum waarop het verzoek is gedaan en de datum waarop de gelden zijn teruggestort teveel tijd heeft gezeten. De beslagene heeft groot belang bij een tijdige en correcte vaststelling van een beslagvrije voet. Gerechtsdeurwaarders dienen daarom bij de toepassing en aanpassing van de beslagvrije voet grote zorgvuldigheid te betrachten. Dat is hier niet gedaan omdat de terugbetaling te lang op zich heeft laten wachten. Dat de gerechtsdeurwaarder zijn zaak ter verdeling heeft aangemeld bij een eerdere beslaglegger doet hieraan niet af. Uit niets blijkt dat dit aan klager is medegedeeld en dit doet ook niets af aan zijn eigen verantwoordelijkheid ter zake (ECLI:NL:GHAMS:2013:2457). De Kamer acht de klacht dan ook terecht voorgesteld.

4.5 De door klager gedane verzoeken worden gepasseerd, omdat de Gerechtsdeurwaarderswet daarvoor geen grondslag biedt.

5. Op grond van het voorgaande beslist als volgt. De Kamer acht termen aanwezig de gerechtsdeurwaarder na te melden maatregel op te leggen.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond,

-        legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, voorzitter, mr. A. Sissing en A.M. Maas, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 september 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.