ECLI:NL:TGDKG:2014:147 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW959.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:147
Datum uitspraak: 22-07-2014
Datum publicatie: 29-08-2014
Zaaknummer(s): GDW959.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze niet (dan wel te laat) reageert op verzoeken tot aanpassing van de beslagvrije voet. De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat tussen de datum waarop het verzoek is gedaan en de datum waarop de beslagen zijn opgeheven te veel tijd heeft gezeten. De Kamer acht de klacht daarom terecht voorgesteld. Geen maatregel opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 22 juli 2014 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met zaaknummer 959.2013 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 21 november 2013 heeft klaagster een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 29 december 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter zitting van 17 juni 2014 alwaar de gemachtigde van klaagster en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 22 juli 2014.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

De goederen van klaagster zijn bij beschikking van 22 september 2013 door de kantonrechter te [     ] onder bewind gesteld met benoeming van een bewindvoerder. De gerechtsdeurwaarder heeft ten laste van klaagster beslag gelegd op de uitkering van klaagster. Omdat op die uitkering al beslag was gelegd door een collega van de gerechtsdeurwaarder met toepassing van een beslagvrije voet, heeft de gerechtsdeurwaarder zijn vordering bij zijn collega aangemeld. Vervolgens heeft de gerechtsdeurwaarder beslag gelegd onder de Belastingdienst op de zorgtoeslag en de voorlopige teruggave die klaagster ontvangt. Daarbij is geen beslagvrije voet toegepast. Bij brieven van 1 en 21 oktober 2013 en 5 november 2013 heeft de bewindvoerder de gerechtsdeurwaarder verzocht het door hem gelegd beslag op de voorlopige aanslag van klaagster te beĆ«indigen. Op 22 november 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder de bewindvoerder per email medegedeeld dat zowel het beslag op de zorgtoeslag als het beslag op de voorlopige aanslag is opgeheven en dat de beslagvrije voet met terugwerkende kracht zal worden aangepast. De door de gerechtsdeurwaarder uit het beslag ontvangen gelden zijn door hem geretourneerd.

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze niet (dan wel te laat) reageert op verzoeken tot aanpassing van de beslagvrije voet.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig wordt hierna op het verweer ingegaan.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet gerechtsdeurwaarders (waarnemend en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor [    ] en [     ] kan niet als beklaagde worden aangemerkt. Omdat het dossier in behandeling is op het kantoor te [     ], zijn de verweten gedragingen verricht onder verantwoordelijkheid van  de aan dat kantoor verbonden gerechtsdeurwaarder en wordt hij mitsdien aangemerkt als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening gehouden.

4.2 Ter beoordeling staat of door de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld in de zin van voormeld artikel.

4.3 In deze zaak heeft de gerechtsdeurwaarder het verzoek tot  herberekening van de beslagvrije voet en de daarvoor benodigde stukken ontvangen op 1 oktober 2014. Op 22 november 2013 zijn de beslagen opgeheven en is dit aan de bewindvoerder medegedeeld. De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat tussen de datum waarop het verzoek is gedaan en de datum waarop de beslagen zijn opgeheven te veel tijd heeft gezeten. De Kamer acht de klacht daarom terecht voorgesteld.

4.4 De Kamer acht de verweten gedragingen niet van zodanige ernst dat termen aanwezig zouden zijn de gerechtsdeurwaarder een maatregel op te leggen. De gerechtsdeurwaarder heeft immers onverplicht de gelden die over de gehele periode door hem zijn ontvangen aan klaagster geretourneerd.

5. Op grond van het voorgaande beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond,

-        laat het opleggen van een maatregel achterwege.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. M. Nijenhuis en M. Colijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 juli 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.