ECLI:NL:TAHVD:2024:62 Hof van Discipline 's Gravenhage 230340
ECLI: | ECLI:NL:TAHVD:2024:62 |
---|---|
Datum uitspraak: | 26-02-2024 |
Datum publicatie: | 29-02-2024 |
Zaaknummer(s): | 230340 |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Regulier |
Inhoudsindicatie: | Intrekking HB. Maatregel: onvoorwaardelijke schorsing. Op grond van artikel 56 lid 5 Advw bepaalt het hof de dag waarop de maatregel aanvangt. |
Beslissing van 26 februari 2024
in de zaak 230340
naar aanleiding van het hoger beroep van:
verweerder
gemachtigde: (…)
tegen:
deken
1 DE PROCEDURE
Bij de raad van discipline
1.1 De Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch (hierna: de raad) heeft naar aanleiding van het bezwaar van de deken tegen verweerder in de zaak met zaaknummer: 23-327/DB/LI/D, een beslissing gewezen op 23 oktober 2023. In deze beslissing is het bezwaar van de deken ten aanzien van onderdeel 1 deels gegrond en deels ongegrond verklaard en ten aanzien van de onderdelen 2, 3, en 4 gegrond verklaard. Aan verweerder is de maatregel van schorsing opgelegd voor de duur van 26 weken. Verder is verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten.
1.2 Deze beslissing is onder ECLI:NL:TADRSHE:2023:114 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.
1.3 Verweerder heeft naar aanleiding van de beslissing van de raad hoger beroep
ingesteld.
Bij het hof van discipline
1.4 Het beroepschrift van verweerder tegen de beslissing is op 22 november 2023 ontvangen door de griffie van het hof.
1.5 Verder bevat het dossier van het hof:
- de stukken van de raad;
- de reactie van de deken op het beroepschrift van verweerder van 22 december 2023,
inclusief bijlagen;
- het e-mailbericht van 2 februari 2023 waarin namens klager het hoger beroep wordt
ingetrokken;
- de e-mailwisseling tussen de griffier van het hof en de deken - met de gemachtigde
van verweerder in de cc - naar aanleiding van de intrekking van het hoger beroep;
- de e-mail van de deken van 6 februari 2024, inhoudende de mededeling dat de deken
geen reden ziet om een andere ingangsdatum te verzoeken, dan door de raad als uitgangspunt
genomen;
- de e-mail van 9 februari 2024 van de gemachtigde van verweerder, inhoudende het
verzoek om de schorsing in te laten gaan op 2 maart 2024.
1.6 De zaak is gelet op het bepaalde in artikel 56 lid 5 Advocatenwet (Advw) in raadkamer behandeld.
2 BEOORDELING
2.1 Op grond van artikel 56 lid 5 Advw bepaalt het hof de dag waarop de maatregel aanvangt, in het geval in eerste aanleg een schorsing is opgelegd en het tegen die beslissing gerichte hoger beroep is ingetrokken.
2.2 Het hof bepaalt dat de ingangsdatum van de maatregel op 4 maart 2024 is.
3 BESLISSING
Het Hof van Discipline:
bepaalt dat de door de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch (zaaknummer: 23-327/DB/LI/D) aan verweerder opgelegde schorsing ingaat op 4 maart 2024.
Deze beslissing is gewezen door mr. J.C.A.T. Frima, voorzitter, mrs. B.J.R. van Tongeren
en
Chr. H. van Dijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Bor, griffier, en in het openbaar
uitgesproken op 26 februari 2024.
griffier
voorzitter
De beslissing is verzonden op 26 februari 2024.