ECLI:NL:TAHVD:2024:169 Hof van Discipline 's Gravenhage 240107
ECLI: | ECLI:NL:TAHVD:2024:169 |
---|---|
Datum uitspraak: | 05-07-2024 |
Datum publicatie: | 09-07-2024 |
Zaaknummer(s): | 240107 |
Onderwerp: | Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk |
Beslissingen: | Regulier |
Inhoudsindicatie: | Hoger beroep te laat ingesteld en daarom niet-ontvankelijk. |
Beslissing van 5 juli 2024 in de zaak 240107 naar aanleiding van het hoger beroep
van:
klager
tegen:
verweerder
1 DE PROCEDURE
Bij de raad
1.1 Het hof verwijst naar de beslissing van 4 maart 2024 van de Raad van Discipline
(hierna: de raad) in het ressort Amsterdam. De raad heeft met die beslissing (zaaknummer:
23-831/A/NH) de klacht van klager ongegrond verklaard. Deze beslissing is onder nummer
ECLI:NL:TADRAMS:2024:44 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.
Bij het hof
1.2 Het beroepschrift van klager tegen de beslissing op verzet is op 4 april 2024
om 00.04 uur ontvangen door de griffie van het hof. Verder bevat het dossier van het
hof de stukken van de raad.
1.3 De zaak is in raadkamer behandeld.
2 BEOORDELING
Ontvankelijkheid
2.1 In artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet is bepaald dat gedurende dertig dagen
na verzending van de beslissing van de raad hoger beroep kan worden ingesteld tegen
die beslissing.
2.2 De beslissing is door de raad verzonden op 4 maart 2024. Dit betekent dat klager tot en met 3 april 2024 de tijd had om beroep in te stellen. Het hof heeft het beroep van klager echter op 4 april 2024 ontvangen.
2.3 Klager is in de gelegenheid gesteld om uit te leggen waarom hij te laat was met het instellen van beroep.
2.4 Klager heeft gesteld dat gezondheidsreden en gebrekkige digitale kennis hem belemmerden bij het opstellen van het beroepschrift. Daarnaast is het niet gelukt om juridische hulp te krijgen, omdat klager in het buitenland woont. De persoon die klager aanvankelijk zou helpen met het opstellen van het beroepschrift kan dat uiteindelijk toch niet doen vanwege persoonlijke redenen. Deze persoon vergat bovendien het tijdsverschil tussen Marokko en Nederland.
2.5 Het hof is van oordeel dat de door klager aangevoerde gronden niet de conclusie rechtvaardigen dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. De slotsom is dat klager in zijn hoger beroep niet kan worden ontvangen.
3 BESLISSING
Het Hof van Discipline:
verklaart het beroep van klager niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is genomen door mr. J.D. Streefkerk, voorzitter, mrs. K. van Dijk
en I.P.A. van Heijst, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. Tijs, griffier, en in
het openbaar uitgesproken op 5 juli 2024.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 5 juli 2024.