ECLI:NL:TAHVD:2024:167 Hof van Discipline 's Gravenhage 240075
ECLI: | ECLI:NL:TAHVD:2024:167 |
---|---|
Datum uitspraak: | 17-06-2024 |
Datum publicatie: | 09-07-2024 |
Zaaknummer(s): | 240075 |
Onderwerp: | Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk |
Beslissingen: | Regulier |
Inhoudsindicatie: | Beroep te laat ingediend en daarom niet-ontvankelijk |
Beslissing van 17 juni 2024 in de zaak 240075 naar aanleiding van het hoger beroep
van:
klager
tegen:
verweerder
1 DE PROCEDURE
Bij de raad
1.1 Het hof verwijst naar de beslissing van 22 januari 2024 van de Raad van Discipline
(hierna: de raad) in het ressort Amsterdam. De raad heeft met die beslissing (zaaknummer:
23-566/A/A) de klacht van klager ongegrond verklaard. Deze beslissing is onder nummer
ECLI:NL:TADRAMS:2024:18 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.
Bij het hof
1.2 Het beroepschrift van klager tegen de beslissing is op 22 februari 2024 ontvangen
door de griffie van het hof. Verder bevat het dossier van het hof de stukken van de
raad.
1.3 De zaak is in raadkamer behandeld.
2 BEOORDELING
Ontvankelijkheid
2.1 In artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet is bepaald dat gedurende dertig dagen
na verzending van de beslissing van de raad hoger beroep kan worden ingesteld tegen
die beslissing.
2.2 De beslissing is door de raad verzonden op 22 januari 2024. Dit betekent dat klager tot en met 21 februari 2024 de tijd had om beroep in te stellen. Het hof heeft het beroep van klager echter pas op 22 februari 2024 ontvangen. Klager is in de gelegenheid gesteld om uit te leggen waarom hij te laat was met het instellen van beroep, maar heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Klager heeft aldus geen gronden aangevoerd die naar het oordeel van het hof kunnen leiden tot de conclusie dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.
2.3 De slotsom is dat klager in zijn hoger beroep niet kan worden ontvangen.
3 BESLISSING
Het Hof van Discipline:
verklaart het beroep van klager niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gewezen door mr. J.D. Streefkerk, voorzitter, mrs. V. Wolting en
J.H. Brouwer, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. Tijs, griffier, en in het openbaar
uitgesproken op 17 juni 2024.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 17 juni 2024.