ECLI:NL:TAHVD:2024:151 Hof van Discipline 's Gravenhage 240026

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2024:151
Datum uitspraak: 27-05-2024
Datum publicatie: 07-06-2024
Zaaknummer(s): 240026
Onderwerp: Aanwijzing, subonderwerp: Artikel 13 Advocatenwet: aanwijzing van een advocaat
Beslissingen: Beklag
Inhoudsindicatie: Beklag niet-ontvankelijk, nu beklag te laat is ingesteld. Geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding.

Beslissing van 27 mei 2024 in de zaak 240026

naar aanleiding van het beklag van:



klager



tegen:



de deken

1 HET BEKLAG

1.1 Klager heeft bij de deken een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. De deken heeft dit verzoek afgewezen met zijn beslissing van 4 december 2024. Klager heeft op 17 januari 2024, na het verstrijken van de beklagtermijn, een beklag tegen de beslissing van de deken ingediend bij het Hof van Discipline (hierna: het hof).

2 DE PROCEDURE BIJ HET HOF

2.1 Het beklag is op 18 januari 2024 ontvangen door de griffie van het hof.

2.2 Verder bevat het dossier:
- de reactie van klager van 9 februari 2024, waarin hij toelicht waarom hij zich heeft vergist in de einddatum voor het indienen van het beklag;
- de reactie van de deken van 12 februari 2024 met bijlagen.

2.3 Het hof heeft het verzoek in raadkamer behandeld op basis van de stukken uit het dossier.

3 BEOORDELING

3.1 Alvorens te komen tot een inhoudelijke behandeling van het beklag, toetst het hof of het beklag tijdig is ingediend.

Toetsingskader

3.2 In artikel 13 lid 3 van de Advocatenwet is bepaald dat binnen zes weken na de bekendmaking van de beschikking, houdende afwijzing van het verzoek, beklag dient te worden gedaan bij het hof. Op basis van het dossier stelt het hof vast dat het verzoek van klager bij beslissing van 4 december 2024 is afgewezen. Dit betekent dat uiterlijk op 16 januari 2024 het beklag door het hof moest zijn ontvangen. Klager heeft echter op 17 januari 2024 zijn beklag per aangetekende post naar het hof verstuurd, waarna deze op 18 januari 2024 door de griffie van het hof is ontvangen. Het beklag is dus te laat ingesteld. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is het hof niet gebleken. Het hof weegt hierbij ook mee dat klager niet alleen op 4 december maar ook 14 december 2023 door de deken is gewezen op de fatale termijn van zes weken voor het doen van beklag. Het hof zal het beklag van klager om die reden niet-ontvankelijk verklaren.

3.2 Aan een inhoudelijke behandeling van het beklag tegen de beslissing van de deken komt het hof derhalve niet toe.

4 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

- verklaart het beklag van klager tegen de beslissing van 4 december 2024 van de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gewezen door mr. M.F.J.N. Van Osch, voorzitter, mrs. K.H.A. Heenk en E.C. Gelok, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Bor, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2024.

griffier voorzitter

De beslissing is verzonden op 27 mei 2024.