ECLI:NL:TAHVD:2016:11 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7550
ECLI: | ECLI:NL:TAHVD:2016:11 |
---|---|
Datum uitspraak: | 18-01-2016 |
Datum publicatie: | 26-01-2016 |
Zaaknummer(s): | 7550 |
Onderwerp: | Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | V erzet tegen beslissing voorzitter van het hof ongegrond. Klagers hebben verzuimd tijdig hoger beroep in te stellen (overschrijding termijn artikel 56 lid 1 Advocatenwet) |
Beslissing
van 18 januari 2016
in de zaak 7550
naar aanleiding van het verzet van:
klagers
tegen:
verweerder
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag (verder: de raad) van 20 april 2015, nummer R. 4611/14.196, aan partijen toegezonden op 21 april 2015, waarbij de klacht van klagers tegen verweerder ongegrond is verklaard.
De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRSGR:2015:187.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij klagers van deze beslissing in hoger beroep zijn gekomen, is op 27 mei 2015 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Bij beslissing van 11 juni 2015 heeft de voorzitter van het hof klagers kennelijk niet-ontvankelijk geoordeeld in hun hoger beroep wegens overschrijding van de in artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet neergelegde termijn en is het hoger beroep op die grond afgewezen. Een afschrift van deze beslissing is aan partijen toegezonden op 11 juni 2015.
2.3 De verzetschriftuur van klagers is door de griffie van het hof ontvangen op 22 juni 2015. Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 20 november 2015, waarbij klaagster sub 2 en verweerder zijn verschenen.
2.4 Het hof heeft bij zijn beslissing acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben. Het verzet strekt tot gegrondbevinding daarvan.
3 DE BEOORDELING
3.1 Klagers hebben verzuimd tijdig hoger beroep in te stellen tegen de beslissing van de raad van 20 april 2015. Het beroepschrift is door de griffie van het hof ontvangen na afloop van de in artikel 56 lid 1 Advocatenwet genoemde termijn van dertig dagen na verzending van de beslissing van de raad.
3.2 De voorzitter van dit hof heeft dan ook in zijn beslissing van 11 juni 2015 het hoger beroep op juiste gronden afgewezen. Het door klagers ingestelde verzet tegen die beslissing is derhalve ongegrond.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
verklaart het verzet van klagers tegen de beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline van 11 juni 2015 ongegrond.
Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, G.W.S. de Groot, A.A.H. Zegers en J.R. Krol, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Kikkert, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 januari 2016.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 18 januari 2016.