ECLI:NL:TAHVD:2016:100 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150115

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2016:100
Datum uitspraak: 06-06-2016
Datum publicatie: 08-06-2016
Zaaknummer(s): 150115
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Een van de klachten is dat de verwerende advocaat ten onrechte de tweede hypothecaire inschrijving niet doorhaalt. Klacht is ook in hoger beroep ongegrond. De openstaande vordering van verweerder op klaagster had mede betrekking op het honorarium van verweerder, zodat hij niet gehouden was de inschrijving door te halen.

Beslissing

van 6 juni 2016

in de zaak 150115

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klagers

tegen:

verweerder

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch (verder: de raad) van 5 oktober 2015, onder nummer L 53-2015, aan partijen toegezonden op 8 oktober 2015, waarbij een klacht van klagers tegen verweerder ongegrond is verklaard.

De beslissing van de raad is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRSHE:2015:211.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij klagers van deze beslissing in hoger beroep zijn gekomen, is op 5 november 2015 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de brief van klagers aan het hof van 16 november 2015;

- de brief van klagers aan het hof van 17 november 2015 houdende een aanvulling van hun beroepschrift;

- de antwoordmemorie d.d. 21 december 2015 van verweerder;

- de brief van de gemachtigde van klagers aan het hof van 25 maart 2016.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 11 april 2016, waar de gemachtigde van klagers, mr. K, en verweerder zijn verschenen. Mr. K heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 van de Advocatenwet doordat:

1. verweerder niet reageert op correspondentie van de huidige advocaat van klagers;

2. verweerder ten onrechte een deurwaarder heeft ingeschakeld met alle bijkomende kosten van dien;

3. verweerder de tweede hypothecaire inschrijving niet doorhaalt;

4. verweerder valse gegevens aan de rechtbank en het gerechtshof heeft verstrekt.

4 FEITEN

4.1 In overweging 2 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

4.2 In aanvulling op de feiten heeft het hof vastgesteld dat uit de akte van 20 februari 1998 blijkt dat de hypothecaire zekerheid dient voor honorarium en verschotten.

5 BEOORDELING

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. Het hof voegt daar aan toe dat ter zitting is vastgesteld dat de openstaande vordering verweerder op klagers mede betrekking had op het honorarium van verweerder. Op grond daarvan was verweerder nog niet gehouden de tweede hypothecaire inschrijving te doen doorhalen.

5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch van 5 oktober 2015, onder nummer L 53-2015.

Aldus gewezen door mr. T. Zuidema, voorzitter, mrs. A.R. Sturhoofd, G.J.S. Bouwens, D.J. Markx en M. Pannevis, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Kikkert, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2016.

griffier voorzitter

De beslissing is verzonden op 6 juni 2016.