ECLI:NL:TAHVD:2015:293 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7566

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2015:293
Datum uitspraak: 16-11-2015
Datum publicatie: 17-11-2015
Zaaknummer(s): 7566
Onderwerp: Aanwijzing, subonderwerp: Artikel 13 Advocatenwet: aanwijzing van een advocaat
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzoek aanwijzing advocaat ex artikel 13 Advocatenwet voor bijstand bij het voeren van een procedure tegen een psychiatrische instelling wegens een verkeerde behandeling. Hof deelt het oordeel van de deken dat niet is voldaan aan de eisen van artikel 13 Advocatenwet. Onvoldoende aanknopingspunten om een procedure te starten en onzeker of schade voor vergoeding in aanmerking komt. Advies deken om eerst de klachtenprocedure tegen de instelling af te wachten en dan te beoordelen of bewijs van stellingen kan worden verkregen. Afwijzing beklag.

Beslissing

van 16 november 2015

in de zaak 7566                            

naar aanleiding van het beklag van:

klager

tegen:

de deken

1    HET VERZOEK ALS BEDOELD IN ART. 13 LID 1 ADVOCATENWET

Klager heeft bij de deken, verder te noemen ‘de deken’, een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Bij brief van 13 mei 2015 heeft de deken dit verzoek afgewezen. In een klaagschrift gedateerd 13 mei 2015 heeft klager zich beklaagd over het feit dat de deken zijn verzoek heeft afgewezen.

2    HET GEDING BIJ HET HOF

2.1    Het klaagschrift is op 18 juni 2015 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van de deken.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 5 oktober 2015, waar geen der partijen is verschenen.

3    BEOORDELING

3.1        Klager heeft aanwijzing van een advocaat verzocht voor het voeren van een procedure tegen een psychiatrische instelling wegens een verkeerde behandeling. Klager wenst vergoeding van materiële en immateriële schade. De deken heeft het verzoek afgewezen, omdat hem uit de reacties van door klager benaderde advocaten is gebleken dat niet kon worden vastgesteld dat een andere behandeling ook een ander resultaat zou hebben gehad, dat men onvoldoende aanknopingspunten zag om een procedure te starten en dat het nog de vraag is of de te vorderen schade voor vergoeding in aanmerking komt. De deken heeft klager geadviseerd de uitkomst van de thans nog lopende klachtprocedure van klager tegen de instelling af te wachten en te bezien of daaruit enig bewijs kan worden verkregen van zijn stellingen. Als dat het geval is, kan hij zich opnieuw tot een advocaat wenden en zo nodig tot de deken.

3.2    Op grond van de inhoud van het dossier deelt het hof het oordeel van de deken dat niet is voldaan aan de eisen die artikel 13 Advocatenwet stelt aan een verzoek om aanwijzing van een advocaat. Het beklag tegen de beslissing van de deken dient te worden afgewezen.

BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart het beklag van klager tegen de beslissing van de deken van 13 mei 2015  ongegrond.

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. A.D.R.M. Boumans, D.J. Markx, H.J. de Groot en D.J.B. Wolff, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2015.

griffier        voorzitter        

De beslissing is verzonden op 16 november 2015.