ECLI:NL:TAHVD:2015:269 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7429
ECLI: | ECLI:NL:TAHVD:2015:269 |
---|---|
Datum uitspraak: | 24-08-2015 |
Datum publicatie: | 24-08-2015 |
Zaaknummer(s): | 7429 |
Onderwerp: | Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Handelen verweerster had adequater gekund, maar is niet dusdanig dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. |
Beslissing
van 24 augustus 2015
in de zaak 7429
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klager
tegen:
verweerster
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 26 januari 2015, onder nummer L 66-2014, aan partijen toegezonden op 27 januari 2015, waarbij een klacht van klager tegen verweerster ongegrond is verklaard.
De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL: TADRSHE:2015:25.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 24 februari 2015 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de antwoordmemorie van verweerster.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 8 juni 2015, waar klager en verweerster zijn verschenen. Beide partijen hebben gepleit aan de hand van een pleitnota.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij weigerde om het hof om uitleg over een arrest te vragen of in cassatie te gaan en weigerde om contact met de wederpartij op te nemen, waardoor deze beslag heeft gelegd op de woning van klager.
4 FEITEN
In overweging 2 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5 BEOORDELING
5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. Het zou weliswaar adequater zijn geweest indien verweerster eerder contact had gezocht met de advocaat van de wederpartij voor overleg over de hoogte van het op basis van het arrest te betalen bedrag. Dit nalaten is niet zodanig ernstig dat sprake is van tuchtrechtelijke verwijtbaarheid. Ook klager had eerder kunnen reageren op de aan hem gerichte berichten van verweerster met daarbij concept brieven gericht aan de advocaat van de wederpartij.
5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch van 26 januari 2015, gewezen onder nummer L 66-2014.
Aldus gewezen door mr. T. Zuidema, voorzitter, mrs. A.R. Sturhoofd, M.M.H.P. Houben, H.J. de Groot en D.J.B. de Wolff, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 24 augustus 2015.
De beslissing is verzonden op 24 augustus 2015.