ECLI:NL:TAHVD:2015:153 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7293

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2015:153
Datum uitspraak: 17-04-2015
Datum publicatie: 19-05-2015
Zaaknummer(s): 7293
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verweerder nam zaak over van geschorste advocaat en wijzigde een door die advocaat vervaardigd concept. Klacht hierover ongegrond.

Beslissing van 17 april 2015

in de zaak 7293

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort

’s-Hertogenbosch  (verder: de raad) van 1 september 2014, onder nummer L 27 2014), aan partijen toegezonden op 2 september 2014, waarbij een klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRSHE:2014:225.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 29 september 2014 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van verweerder;

-    de brief van klager aan het hof d.d. 24 november 2014;

-    de brief van klager aan het hof d.d. 25 november 2014;

-    drie e-mails van klager aan het hof van 5 januari 2015;

-    de e-mail van klager aan het hof van 7 januari 2015

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 9 januari 2015, waar klager, vergezeld van de heer A., en verweerder zijn verschenen.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    verweerder onbevoegd en onprofessioneel heeft gehandeld; verweerder heeft eigenmachtig en zonder klager daarin te kennen de concept conclusie van repliek, welke door mr. X was opgesteld, gewijzigd en ingediend bij de rechtbank Maastricht. In het petitium van de conclusie staat een onjuist schadebedrag vermeld;

2.    verweerder het briefgeheim heeft geschonden;

Klager heeft ter toelichting op zijn klacht het volgende naar voren gebracht:

In de conclusie van repliek had moeten staan dat de wederpartij veroordeeld diende te worden tot betaling van € 72.184. Dit bleek uit het rapport van Bouwbureau K, dat ten onrechte niet in de procedure is gebracht. Ten onrechte is wel de offerte van C in het geding gebracht.    

4    FEITEN

    In overweging 2 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5    BEOORDELING

5.1    Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2    De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

    Het hof is niet bevoegd te oordelen over de door klager verlangde schadevergoeding.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch van 1 september 2014, gewezen onder nummer L 27-2014.

Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, G.W.S. de Groot, A.D. Kiers-Becking en R.H. Broekhuijsen, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2015.