ECLI:NL:TAHVD:2014:386 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7149

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2014:386
Datum uitspraak: 15-12-2014
Datum publicatie: 07-01-2015
Zaaknummer(s): 7149
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Rechtsmaatregelen binnen de sommatietermijn
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: Verwijt aan advocaat van de wederpartij zonder sommatie  loonbeslag te hebben gelegd. Gegrond, berisping.

Beslissing van 15 december 2014

in de zaak 7149

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerder

tegen:

klaagster

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort

’s-Hertogenbosch (verder: de raad) van 14 april 2014, onder nummer ZWB 238 2013, aan partijen toegezonden op 15 april 2014, waarbij van een klacht van klaagster tegen verweerder klachtonderdeel 1 gegrond is verklaard, klachtonderdelen 2, 3 en 4 ongegrond en 5 niet-ontvankelijk en de maatregel van berisping is opgelegd.

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRSHE:2014:100

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 13 mei 2014 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van klaagster.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 13 oktober 2014, waar klaagster en verweerder zijn verschenen.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven en voor zover in hoger beroep van belang, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    verweerder onnodig loonbeslag heeft laten leggen en bovendien klaagster vooraf niet heeft gesommeerd of in gebreke gesteld;

2.    t/m 5.  […..]

Klaagster brengt ter toelichting op dit klachtonderdeel het volgende naar voren:

3.2    Er was geen sprake van alimentatieachterstand. Er is beslag gelegd voor vier termijnen, waarvan er drie reeds waren betaald. De vierde termijn was nog niet vervallen. Het is juist dat een klein bedrag over de maand augustus 2012 abusievelijk nog niet was voldaan. Klaagster had op 1 september 2012 geen rekeningnummer waarop het bedrag kon worden overgemaakt. Daarna heeft klaagster abusievelijk verzuimd dit geringe bedrag te betalen. Verweerder had eerste behoren te sommeren alvorens beslag te laten leggen. De advocaat van klaagster heeft voorafgaand aan de beslaglegging geen bericht ontvangen.

4    FEITEN

    In overweging 2 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5    BEOORDELING

5.1    Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2    De grieven van verweerder tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd, met inbegrip van de opgelegde maatregel; het staat verweerder weliswaar vrij zijn standpunt over een klacht kenbaar te maken en te verdedigen, maar hier rechtvaardigt de onzorgvuldige wijze waarop verweerder beslag heeft laten leggen voor een (veel) te hoog bedrag,  de opgelegde maatregel.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch van 14 april 2014, gewezen onder nummer ZWB 238-2013.

Aldus gewezen door mr. P.M.A. de Groot-van Dijken, voorzitter, mrs. A. Beker, M.M.H.P. Houben, A.J. Louter en R.H. Broekhuijsen, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 december 2014.