ECLI:NL:TAHVD:2014:335 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7063

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2014:335
Datum uitspraak: 17-11-2014
Datum publicatie: 05-01-2015
Zaaknummer(s): 7063
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. derden, subonderwerp: Financieel belanghebbenden
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Wat nooit geoorloofd is
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Advocaat adviseerde cliënte haar kind als inwonend bij haar in het GBA te laten registeren teneinde de alleenstaande ouderkosrting te verkrijgen. Bezwaar deken inhoudende fiscale fraude. Daarvan is naar het oordeel van het hof geen sprake. Ongegrond.

Beslissing an 17 november 2014

in de zaak 7063

naar aanleiding van het hoger beroep van:

deken van de Orde van Advocaten

in het arrondissement Noord-Nederland

gevestigd te Groningen

deken

tegen:

verweerster

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 31 januari 2014, onder nummers 63a/13 en 63b/13, aan partijen toegezonden op 3 februari 2014, waarbij een dekenbezwaar tegen verweerster ongegrond is verklaard.  

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRARL:2014:9.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij de deken van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 18 februari 2014 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van verweerster.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 19 september 2014, waar partijen zijn verschenen en hun standpunten hebben toegelicht.

3    BEZWAAR

3.1    Het bezwaar houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij geadviseerd heeft fiscale fraude te plegen. Dit is schadelijk voor de integriteit van de advocatuur. Het is een kwestie van algemeen belang. De alleenstaande ouderkorting is bedoeld ter compensatie van kosten, gemaakt voor kinderen door alleenstaande ouders. Verweerster wist dat alle kosten voor de kinderen door de man werden gedragen.

4    FEITEN

4.1    Het volgende is komen vast te staan. Van  het gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding op basis waarvan de echtscheiding tussen verweerster en haar ex echtgenoot is uitgesproken, maakte een ouderschapsregeling deel uit, die   onder leiding van de broer van de man was getroffen, waarin onder andere was overeengekomen dat de kinderen hoofdverblijf hebben bij de man.

4.2 In 2012 heeft de man wijziging van de partneralimentatie gevorderd. De vrouw wendde zich in dat kader tot verweerster. De partneralimentatie werd door de rechtbank tijdelijk verlaagd. Vervolgens heeft verweerster aan de advocaat van de man verzocht of hij met zijn cliënt wilde bespreken of één van de kinderen in de gemeentelijke basisadministratie op het adres van haar cliënte zou kunnen worden ingeschreven, zodat haar cliënte in aanmerking zou kunnen komen voor de fiscale alleenstaandeouderkorting. De man weigerde dit, omdat er dan gehandeld zou worden in strijd met de werkelijkheid. Dat zou neerkomen op fraude en daar zou de man niet aan mee willen werken.

4.3    De broer van de man heeft vervolgens een klacht ingediend tegen verweerster, waar de deken zich bij heeft aangesloten.

5    BEOORDELING

5.1    In hoger beroep gaat het uitsluitend om het hoger beroep van de deken. Zijn grief behelst dat het, anders dan de raad oordeelde, niet paste binnen de vrijheid van verweerster om het voorstel te doen als weergegeven onder 4.2. Haar cliënte zou op grond van de ouderschapsregeling immers geen recht hebben op de alleenstaandeouderkorting en het staat een advocaat niet vrij om faciliterend te bemiddelen opdat diens cliënt op onterechte gronden overheidssubsidies of –toelagen zou ontvangen.

5.2    Verweerster heeft aangevoerd dat  de inhoud van de ouderschapsregeling, die onder strikte regie van de broer van de wederpartij plaatsvond en waarbij verweerster niet betrokken is geweest, aanleiding tot problemen gaf.

De ouderschapsregeling was niet werkelijk in goed overleg tot stand komen, gaf niet per se de dagelijkse realiteit weer en overigens verliep de communicatie tussen partijen in deze procedure uiterst moeizaam. Verweerster heeft voorts onweersproken het standpunt van haar cliënte naar voren gebracht dat haar cliënte ook een substantieel aandeel had in de dagelijkse zorgtaken en daarvoor kosten maakte.

Ten slotte had zij een bevestigend antwoord gekregen op haar informele vraag aan een medewerker van de Belastingdienst of, gegeven de feitelijke situatie, de wettelijke regeling ruimte zou bieden voor haar cliënte om een (terechte) aanvraag in te dienen voor de fiscale korting voor alleenstaande ouders.

5.3    Voorop staat dat voor verweerster geen redenen bestonden om te twijfelen aan de juistheid van de mededelingen van haar cliënte dat zij een substantieel deel van de zorgtaken op zich nam Het hof is met de raad van oordeel dat, gelet op de feiten en omstandigheden waarmee verweerster zich geconfronteerd zag alsmede haar onderzoek naar de haalbaarheid van de fiscale mogelijkheden , niet kan worden gezegd dat verweerster heeft aangestuurd op fiscale fraude of daartoe faciliterend is opgetreden.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de raad van discipline te Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 31 januari 2014.

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. L. Ritzema, T. Zuidema, G.J. Visser en R. Verkijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 november 2014.