ECLI:NL:TAHVD:2014:198 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6985
ECLI: | ECLI:NL:TAHVD:2014:198 |
---|---|
Datum uitspraak: | 25-04-2014 |
Datum publicatie: | 20-07-2014 |
Zaaknummer(s): | 6985 |
Onderwerp: | Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Klacht tegen ogv. artikel 13 aangewezen advocaat over niet adequate dienstverlening ongegrond. |
Beslissing van 25 april 2014
in de zaak 6985
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klager
tegen:
verweerder
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 18 november 2013, onder nummer L 107 2013, aan partijen toegezonden op 19 november 2013, waarbij een klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.
De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRSHE:2013:108.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 10 december 2013 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de antwoordmemorie van verweerder;
- de brief van klager aan het hof van 19 december 2013;
- de brief van klager aan het hof van 15 januari 2014;
- de brief van klager aan het hof van 2 februari 2014.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 24 februari 2014, waar klager en verweerder zijn verschenen.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
verweerder heeft gehandeld in strijd met de aan de aanwijzing van de deken verbonden voorwaarden en doordat hij ter zitting van het gerechtshof heeft geweigerd een bedrag aan schadevergoeding van € 1.100.000,00 te onderbouwen.
4 FEITEN
In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5 BEOORDELING
5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.
5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch van 18 november 2013, gewezen onder nummer L 107 2013.
Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs. A.B.A.P.M. Ficq, G.J.L.F. Schakenraad, D.J. Markx en H.J. de Groot, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 25 april 2014.