ECLI:NL:TAHVD:2014:132 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7005

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2014:132
Datum uitspraak: 06-06-2014
Datum publicatie: 16-07-2014
Zaaknummer(s): 7005
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Hof bekrachtigt beslissing raad. Klacht tegen advocaat wederpartij ongegrond.

Beslissing van 6 juni 2014

in de zaak 7005

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klaagster

tegen:

verweerster

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort

’s-Gravenhage (verder: de raad) van 25 november 2013, onder nummer R.4059/12.193, aan partijen toegezonden op 26 november 2013, waarbij een klacht van klaagster tegen verweerster ongegrond is verklaard. 

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij klaagster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 27 december 2013 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- brief van klaagster aan het hof d.d. 12 maart 2014;

- brief van het hof aan klaagster d.d. 18 maart 2014;

- de fax van klaagster aan het hof van 24 maart 2014 inhoudende bericht van verhindering voor de zitting.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 31 maart 2014, waar verweerster is  verschenen. Klaagster heeft bij mail van 31 maart 2014  een pleitnota aan het hof doen toekomen. Verweerster heeft van die pleitnota kennis genomen.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij bij brief van 9 mei 2012 de gedragsregels 1, 10, 30 en 31 heeft overtreden.

4 FEITEN

4.1 Het volgende is komen vast te staan:

4.2 Het hof gaat uit van de feiten zoals die door de raad in de beslissing waarvan beroep onder 2.1 tot 2.9 zijn  vastgesteld  en waar tegen geen bezwaren zijn aangevoerd.

5 BEOORDELING

5.1 De raad heeft in de overwegingen 5. tot en met  5.3 gemotiveerd uiteengezet  dat de in deze procedure aangevoerde feiten de aangevoerde klachten niet onderbouwen. Het onderzoek in hoger beroep  heeft niet geleid tot andere overwegingen en conclusies dan door de raad in zijn beslissing weergegeven. Het hof neemt daarom deze beslissing over. Voor zover klaagster in haar beroepsschrift en pleitnota  nieuwe klachten heeft willen aanvoeren, onder meer over de rol van mr. S., dan moet het hof deze buiten behandeling laten omdat niet in appel voor het eerst  klachten aan de orde kunnen komen. 

5.2 De  grieven van klaagster tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

BESLISSING

Het Hof van Discipline

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage gewezen op 25 november 2013 onder nummer R.4059/12.193

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. A.B.A.P.M. Ficq, P.T. Gründemann, G.J. Niezink, en H.J. de Groot, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2014.