ECLI:NL:TAHVD:2013:257 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6737

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2013:257
Datum uitspraak: 20-09-2013
Datum publicatie: 18-12-2013
Zaaknummer(s): 6737
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Hoger beroep niet-ontvankelijk. Art. 46h lid 4 Advocatenwet.

Beslissing van 20 september 2013

in de zaak 6737

naar aanleiding van het hoger beroep van:

wonende te Rotterdam

klager

tegen:

advocaat te Groningen

verweerster

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 1 maart 2013, onder nummer 38/11, aan partijen toegezonden op 5 maart 2013, waarbij het verzet van klager tegen beslissing van de voorzitter van de raad van 25 mei 2011 ongegrond is verklaard.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 18 maart 2013 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van de beslissing van de voorzitter van de raad van 25 mei 2011 en het verzetschrift van klager van 5 juni 2011 ontvangen ter griffie van de raad op 7 juni 2011 en de overige stukken van de behandeling in eerste aanleg. Tot slot heeft het hof kennisgenomen van de antwoordmemorie van verweerster, alsmede de door klager op 23 juni 2013 aan het hof gezonden stukken.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 19 juli 2013, waar klager, samen met zijn zoon, is verschenen. Verweerster heeft bij brief van 16 juli 2013 aan het hof meegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

3 DE BEOORDELING

3.1 Artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet bepaalt dat geen rechtsmiddel openstaat tegen een beslissing van de Raad van Discipline tot niet-ontvankelijkverklaring of ongegrondverklaring van het verzet, gedaan tegen een beslissing van de voorzitter van die raad waarbij een klacht als kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond dan wel van onvoldoende gewicht is afgewezen.

Dit betekent, dat de Advocatenwet aan klager niet de mogelijkheid biedt om in hoger beroep te komen van de bestreden beslissing van de raad. Klager is daarom niet-ontvankelijk in zijn beroep

BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 1 maart 2013 gegeven onder nummer 38/11.

De beslissing is verzonden op 20 september 2013.