ECLI:NL:TAHVD:2013:235 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6663

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2013:235
Datum uitspraak: 13-09-2013
Datum publicatie: 05-01-2014
Zaaknummer(s): 6663
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. derden, subonderwerp: Benadeelde crediteur
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Belangrijke informatie dient de cliënt schriftelijk te worden bevestigd, opdat naderhand getoetst kan worden of de cliënt daadwerkelijk voldoende is geïnformeerd. Onvoldoende communicatie, waardoor misverstand over de inhoud van de opdracht. Communicatie per sms is mogelijk, mits de cliënt akkoord is en die akkoordverklaring schriftelijk is bevestigd. Klacht deels gegrond, waarschuwing.

Beslissing van 13 september 2013

in de zaak 6663

naar aanleiding van het hoger beroep van:

advocaat te ‘s-Gravenhage

verweerder

tegen:

wonende te ‘s Gravenhage

klager

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

 Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage (verder: de raad) van 3 december 2012, onder nummer R.3908/12.42, aan partijen toegezonden op 5 december 2012, waarbij van een klacht van klager tegen verweerder klachtonderdeel a gegrond is verklaard, de maatregel van een enkele waarschuwing is opgelegd en de klacht voor het overige ongegrond is verklaard.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 4 januari 2013 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van klager.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 12 juli 2013, waar verweerder is verschenen.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

Meer in het bijzonder verwijt klager verweerder, voor zover in hoger beroep nog van belang:

a. Dat hij, in afwijking van de met klager gemaakte afspraak dat hij voor klager een gerechtelijke procedure tegen de verhuurder zou beginnen, dat niet heeft gedaan en dat klager na de eerste bespreking op kantoor van verweerder niet meer inhoudelijk van hem heeft vernomen; het enige dat klager nog heeft vernomen is een verzoek van verweerder tot betaling van de eigen bijdrage van € X. Verweerder heeft de incasso daarvan aan een deurwaarder opgedragen;

b. (enz.)

c. (enz.)

4 FEITEN

4.1 Het volgende is komen vast te staan:

4.2 In de periode van 1 april 2011 tot 6 mei 2011 heeft verweerder bijstand aan klager verleend in een geschil tussen klager en de verhuurder van de woning van klager, A. Klager had last van vocht en schimmelvorming in de woning en had zich in verband daarmee gewend tot de huurcommissie, die aan klager een tijdelijke korting op de huurprijs heeft toegekend. Bij de behandeling van het geschil bij de huurcommissie werd klager bijgestaan door een andere advocaat dan verweerder.

4.3 De beslissing van de huurcommissie was gedateerd 3 maart 2011 en is verzonden op 1 april 2011, zodat de beroepstermijn eindigde op 27 mei 2011 (8 weken na verzending).

4.4 Omdat klager zich niet met de uitspraak van de huurcommissie kon verenigen heeft hij zich tot verweerder gewend met het verzoek te bewerkstelligen dat de verhuurder een andere huurwoning aan klager zou toewijzen. Verweerder heeft enkele keren telefonisch met een vertegenwoordiger van de verhuurder gesproken en is daarbij tot de conclusie gekomen dat het toewijzen van een andere woning niet afdwingbaar was. Verweerder heeft zijn standpunt aan klager meegedeeld en korte tijd later is de relatie tussen klager en verweerder beëindigd doordat klager aan verweerder per sms liet weten dat hij met de zaak wilde stoppen.

4.5 Op een voorgedrukte standaard opdrachtbevestiging d.d. 1 april 2011 en een gesprek tussen klager en verweerder na, heeft verweerder alleen telefonisch en per sms met klager gecommuniceerd. De opdrachtbevestiging bevat wat de zaak zelf betreft alleen voorgedrukt de tekst:  “Hierbij bevestig ik u, dat ik uw opdracht heb aanvaard om aan u te adviseren en rechtsbijstand te verlenen in de zaak tegen….” waarna is ingevuld: “A.”. Klager heeft de opdrachtbevestiging op 1 april 2011 ondertekend.

4.6 Klager heeft op 13 augustus 2011 een klacht tegen verweerder bij de deken ingediend.

5 BEOORDELING

5.1 Nu klager geen hoger beroep heeft ingesteld tegen de beslissingen van de raad op de klachtonderdelen b en c, beperkt het hoger beroep zich tot de gegrondverklaring van klachtonderdeel a.

5.2  De raad heeft ten aanzien van dit klachtonderdeel voorop gesteld dat de advocaat zijn cliënt op de hoogte dient te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken en dat hij, waar nodig ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil, belangrijke informatie en afspraken schriftelijk aan zijn cliënt dient te bevestigen. Verweerder heeft verzuimd klager over de beroepstermijn schriftelijk te informeren en heeft nagelaten de opdracht schriftelijk te bevestigen, waardoor misverstand is ontstaan over de vraag of verweerder voor klager een gerechtelijke procedure zou beginnen. Verweerder heeft de opdracht daarmee verwijtbaar onzorgvuldig behandeld. Dat klager hem heeft verzocht per telefoon en sms te communiceren ontslaat verweerder niet van zijn verplichting tot schriftelijke bevestiging, aldus de raad.

5.3 In zijn appelmemorie voert klager aan dat de raad ten onrechte heeft overwogen dat verweerder belangrijke informatie aan klager niet schriftelijk heeft vastgelegd. Verweerder verwijst naar zijn – pas in hoger beroep overgelegde - brief van 1 april 2011 aan klager, waaruit zou blijken dat verweerder een advies aan klager zou uitbrengen. Voorts stelt hij dat hij klager verschillende sms berichten heeft gestuurd en dat hij in sms berichten aan klager van 17 en 19 mei 2011 op het verlopen van de beroepstermijn heeft gewezen. Ook zou de raad ten onrechte voorbij zijn gegaan aan de afspraak, gemaakt op initiatief van klager, om alleen telefonisch en per sms met elkaar te communiceren.

5.4 Vooraf stelt het hof vast dat verweerder geen grief heeft gericht tegen de uitleg die de raad kennelijk aan het klachtonderdeel sub a heeft gegeven, namelijk dat dit klachtonderdeel is gericht op de wijze van communiceren van verweerder met klager en de omvang daarvan, waardoor misverstand heeft kunnen ontstaan over de inhoud van de opdracht. Ook het hof zal van deze uitleg uitgaan.

5.5 Het hof stelt, evenals de raad, voorop dat een advocaat zijn cliënt op de hoogte dient te brengen van belangrijke informatie en dat hij dit waar nodig ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil schriftelijk aan zijn cliënt dient te bevestigen. De bedoeling van dit laatste voorschrift is onder meer dat naderhand getoetst kan worden of de advocaat zijn cliënt daadwerkelijk voldoende heeft geïnformeerd. Onder belangrijke informatie valt in elk geval de inhoud en omvang van de opdracht, het verloop van contacten met de wederpartij en de consequentie daarvan voor verdere te ondernemen stappen, en mededelingen over beroepstermijnen. Telefonische mededelingen vallen uiteraard niet onder een schriftelijke bevestiging.

5.6 Vast staat dat verweerder bij (standaard)brief van 1 april 2011 aan klager heeft bevestigd dat hij de opdracht van klager had aanvaard om klager “te adviseren en rechtsbijstand te verlenen”, maar een inhoudelijke bevestiging van de inhoud en de aard van de zaak waarvoor klager om rechtsbijstand had verzocht en van de voorgenomen aanpak door verweerder ontbreekt. Daardoor kon bij klager misverstand ontstaan over de vraag of verweerder had toegezegd voor klager een procedure te gaan voeren. In beginsel kan belangrijke informatie door de advocaat ook per sms aan zijn cliënt worden bevestigd, maar daarvoor is in elk geval vereist dat de cliënt met deze wijze van communiceren vooraf akkoord is gegaan en die akkoordverklaring schriftelijk is bevestigd. Een bevestiging van een dergelijke akkoordverklaring ontbreekt in dit geval. Verweerder heeft naar eigen zeggen dit niet anders dan telefonisch met klager afgesproken; dat is echter ontoereikend en het wordt door klager betwist. Verweerder heeft ook geen schriftelijke weergave, in de zin van door klager en het hof op verschillende momenten en steeds opnieuw te raadplegen documenten, van zijn sms berichten overgelegd. Uit de sms berichten die hij ter zitting op zijn telefoon aan het hof heeft getoond viel niet af te leiden dat hij klager een verslag van zijn contacten met de verhuurder heeft gegeven met de conclusie dat een procedure niet zinvol zou zijn, noch dat hij klager daarin over het aflopen van de beroepstermijn heeft geïnformeerd. In dit geval heeft verweerder dus belangrijke informatie ook per sms niet aan zijn cliënt bevestigd.

5.7 Dat de vorige advocaat van klager klager heeft geïnformeerd over de beroepstermijn ontslaat verweerder als de opvolgend advocaat niet van zijn verplichting dat opnieuw te doen.

5.8 De raad heeft mitsdien terecht geoordeeld dat verweerder aldus onzorgvuldig te werk is gegaan bij de uitvoering van de opdracht van klager. Het hof zal de gegrondverklaring van klachtonderdeel a en de opgelegde maatregel bekrachtigen.  

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing, waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof voorgelegd.

 De beslissing is verzonden op 13 september 2013.