ECLI:NL:TAHVD:2013:214 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6795

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2013:214
Datum uitspraak: 28-05-2013
Datum publicatie: 22-09-2013
Zaaknummer(s): 6795
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Klaagster kan niet in appel komen van beslissing waarbij de kalcht gegrond is verklaard en een waarschuwing is opgelegd.

Beslissing van de voorzitter van

het Hof van Discipline

van 28 mei 2013

in de zaak 6795

 naar aanleiding van het hoger beroep van:

klaagster

tegen:

verweerder

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

De voorzitter van het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Gravenhage (verder: de raad) van15 april 2013, nummer R.4060/12.194, aan partijen toegezonden op16 april 2013, waarbij de klacht van klaagster tegen verweerder gegrond is verklaard en aan verweerder de maatregel van waarschuwing is opgelegd.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

De memorie waarbij klaagster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen is op 15 mei 2013 ter griffie van het hof ontvangen.

3 DE BEOORDELING

3.1 Volgens het bepaalde in artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet kan klaagster, die de klacht heeft ingediend die tot de beslissing van de raad heeft geleid, van die beslissing hoger beroep instellen indien haar klacht geheel of ten dele ongegrond is verklaard.

3.2 Nu klaagsters klacht door de raad gegrond is verklaard - en dus niet geheel of ten dele ongegrond - kan zij, klaagster, niet van die beslissing in hoger beroep komen. Het hof merkt daarbij nog op dat voor zover het beroep zich richt op toewijzing van een schadevergoeding het hof niet bevoegd is daar over te oordelen. Die bevoegdheid berust bij de burgerlijke rechter.

3.3 Het beroep is derhalve kennelijk niet-ontvankelijk zodat het dient te worden afgewezen. Klaagster wordt er voorts op gewezen dat het hof niet gerechtigd is om schadevergoeding toe te kennen. Deze bevoegdheid is voorbehouden aan de burgerlijke rechter.

 BESLISSING

De voorzitter van het Hof van Discipline:

wijst af het door klaagster tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Gravenhage van 15 april 2013 ingestelde hoger beroep.

Aldus beslist op 28 mei 2013  door mr. J.C. van Dijk, voorzitter.

Voorzitter