ECLI:NL:TAHVD:2013:206 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6636

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2013:206
Datum uitspraak: 26-08-2013
Datum publicatie: 22-09-2013
Zaaknummer(s): 6636
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Bekrachtiging uitspraak raad voor zover klachten over declaratie en overdracht dossier ongegrond waren verklaard.

Beslissing van 26 augustus 2013

in de zaak 6636

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem (verder: de raad) van 19 november 2012, onder nummer 12/122, aan partijen toegezonden op 19 november 2012, waarbij van een klacht van klager tegen verweerder klachtonderdeel a gegrond is verklaard, de klachtonderdelen b en c ongegrond zijn verklaard en de maatregel van een enkele waarschuwing is opgelegd.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 11 december 2012 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van verweerder.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 28 juni 2013, waar klager en verweerder zijn verschenen. Klager heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.

3 KLACHT

3.1 De klacht voor zover in hoger beroep aan de orde houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a) (…)

b) Verweerder niet in overeenstemming met de werkzaamheden heeft gedeclareerd en door hem geen of onvoldoende inzicht heeft verschaft in de rekening gebrachte werkzaamheden.

c) Onvoldoende voortvarend heeft gereageerd op het verzoek van de opvolgend raadsman om informatie en overdracht van het dossier.

4 FEITEN

 In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5 BEOORDELING

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem van 19 november 2012, gewezen onder nummer 12/122.

Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, A.D. Kiers-Becking, A.D.R.M. Boumans en R. Verkijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2013.