ECLI:NL:TAHVD:2013:143 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6343

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2013:143
Datum uitspraak: 22-02-2013
Datum publicatie: 05-01-2014
Zaaknummer(s): 6343
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Klager trekt hoger beroep in met mededeling dat hij klacht intrekt. Verweerder is niet in beroep gekomen van gegrond verklaard klachtonderdeel, maatregel van waarschuwing blijft bestaan.

beslissing van 22 februari 2013

in de zaak 6343

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 16 januari 2012, onder nummer R117-2011, aan partijen toegezonden op 17 januari 2012, waarbij van een klacht van klager tegen verweerder klachtonderdeel 1 ongegrond is verklaard, klachtonderdeel 2 gegrond is verklaard en de maatregel van enkele waarschuwing is opgelegd.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 14 februari 2012 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van verweerder.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 18 januari 2013, waar geen van partijen is verschenen. Klager met bericht van afwezigheid en verweerder zonder voorafgaand bericht van afwezigheid.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt het volgende in:

1. Verweerder heeft, hoewel hij met klager had afgesproken gefinancierde rechtsbijstand te zullen aanvragen, de partner van klager onder druk gezet om een bedrag van € 1.500,= te betalen, waarna hij hiervan een factuur heeft opgemaakt die door klager nooit is ontvangen.

2. In een later stadium heeft verweerder zonder klager hiervan op de hoogte te stellen een toevoeging aangevraagd voor gefinancierde rechtsbijstand en correspondentie gevoerd met de Raad voor Rechtsbijstand. Hij heeft klager noch daarvan noch van de afwijzing van de toevoeging op de hoogte gesteld, met als gevolg dat klager geen bezwaar tegen de afwijzing heeft kunnen indienen.

4 FEITEN

In overweging 2 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5 BEOORDELING

5.1 Klager is in hoger beroep gekomen van klachtonderdeel 1 dat door de raad ongegrond is verklaard. Verweerder is niet in hoger beroep gekomen van klachtonderdeel 2 dat door de raad gegrond is verklaard en waarvoor de maatregel van enkele waarschuwing is opgelegd. Bij e-mail van 16 januari 2013 heeft klager aan de griffie van het hof onder meer het navolgende geschreven: “Middels dit bericht meld ik u dat ik om mij moverende redenen afzie van behandeling bij uw Hof van Discipline van opgemelde klacht tegen (verweerder). De klacht wordt hierbij ingetrokken.”

5.2 Het hof begrijpt de e-mail van klager aldus dat hij zijn hoger beroep tegen de ongegrondverklaring van klachtonderdeel 1 heeft ingetrokken. Nu klachtonderdeel 2 gegrond is verklaard, klager daarvan niet in hoger beroep kon komen en verweerder van de gegrondverklaring geen hoger beroep heeft ingesteld, blijft de door de raad aan verweerder opgelegde maatregel van enkele waarschuwing bestaan. Het hof zal verstaan dat op het door klager ingestelde hoger beroep niet meer behoeft te worden beslist.

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

  verstaat dat op het hoger beroep van klager niet meer behoeft te worden beslist.

Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, J.H.J.M. Mertens-Steeghs, G.J.S. Bouwens en W.J. van Andel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2013.