ECLI:NL:TAHVD:2012:YA4493 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6288B

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2012:YA4493
Datum uitspraak: 07-12-2012
Datum publicatie: 16-06-2013
Zaaknummer(s): 6288B
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager is niet-ontvankelijk in hoger beroep nu de raad zijn klacht gegrond heeft verklaard.

Beslissing                                    

van 7 december 2012

in de zaak 6288B

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden (verder: de raad) van 25 november 2011,  aan partijen toegezonden op 28 november 2011, waarbij in de zaak 68/11 de klacht van klager tegen verweerder gegrond is verklaard zonder oplegging van een maatregel.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 22 december 2011 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van verweerder;

-    de brief van gemachtigde van klager aan het hof van 10 september 2012.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 24 september 2012, waar klager en verweerder zijn verschenen. Klager heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.

3    KLACHT

    De klacht luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.

Bij brief van 3 december 2009 heeft klager zich “gevoegd” bij de dekenklacht tegen verweerder, zoals ingediend door de voormalige deken bij brief van 28 april 2009. De inhoud van de klacht is dezelfde als de klacht van de deken (40a/09). Verwezen wordt naar de brief van klager van 27 juni 2008. De klacht komt er op neer dat verweerder o.a. cliënten heeft afgehouden van klager, geen medewerking heeft verleend aan overdracht van dossiers en zich tegenover derden onwelwillend heeft uitgelaten over klager.

4    FEITEN

Het hof gaat uit van de door de raad vastgestelde feiten.

5    BEOORDELING

Met betrekking tot het beroep overweegt het hof dat ingevolge artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet een klager slechts bevoegd is hoger beroep in te stellen tegen een beslissing van de raad van discipline voor zover daarbij zijn klacht(en) ongegrond zijn verklaard. Een klager kan dus niet in zijn beroep worden ontvangen voor zover dit betrekking heeft op door de raad gegrond verklaarde klachten, daaronder begrepen de beslissing van de raad ten aanzien van de oplegging van een maatregel.

Klager is derhalve niet-ontvankelijk in zijn beroep nu de raad zijn klacht gegrond heeft verklaard.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden van 25 november 2011 gewezen onder nummer 68/11.

Aldus gewezen door mr. C.J.J. van Maanen, voorzitter, mrs. G.W.S. de Groot, C.A.M.J. Raymakers, L. Ritzema en D.J. Markx, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.A.H. Holm-Robaard, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 december 2012.