ECLI:NL:TAHVD:2012:YA4468 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6341

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2012:YA4468
Datum uitspraak: 17-12-2012
Datum publicatie: 16-06-2013
Zaaknummer(s): 6341
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocaten, subonderwerp: Regels die betrekking hebben op de juridische strijd
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocaten, subonderwerp: Welwillendheid in het algemeen
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Bekrachtiging beslissing raad. Gecorrespondeerd met rechterlijke instanties zonder kopie aan advocaat wederpartij. Waarschuwing.

Beslissing                                    

van 17 december 2012

in de zaak 6341

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerder

tegen:

klaagster

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem (verder: de raad) van 16 januari 2012, onder nummer 11-103, aan partijen toegezonden op 16 januari 2012, waarbij van een klacht van klager tegen verweerder de klachtonderdelen a, b, c, e en f ongegrond zijn verklaard, klachtonderdeel d gegrond is verklaard en de maatregel van waarschuwing is opgelegd.

De beslissing van de raad is gepubliceerd op tuchtrecht.nl onder LJN YA2077.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen voor zover daarbij klachtonderdeel d gegrond is verklaard en een waarschuwing is opgelegd, is op 14 februari 2012 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van klager.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 22 oktober 2012, waar klaagster en verweerder zijn verschenen.

3    KLACHT

3.1    Klaagster verwijt verweerder dat hij zich niet heeft gedragen zoals een goed advocaat betaamt. Meer in het bijzonder verwijt klaagster verweerder dat hij:

a.    (…)

b.    (…)

c.    (…)

d.    heeft gecorrespondeerd met rechterlijke instanties zonder aan klaagster een afschrift te zenden van de correspondentie;

e.    (…)

f.     (…)

4    FEITEN

    In overweging 3. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5    BEOORDELING

5.1    Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2    De grieven van verweerder tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem van 16 januari 2012, gewezen onder nummer 11-103, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.

 Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. J.H.J.M. Mertens-Steeghs, G.R.J. de Groot, G.J.L.F. Schakenraad en M.L. Weerkamp, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Stevens, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 december 2012.