ECLI:NL:TAHVD:2012:YA4459 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6286

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2012:YA4459
Datum uitspraak: 07-12-2012
Datum publicatie: 16-06-2013
Zaaknummer(s): 6286
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocaten, subonderwerp: Welwillendheid in het algemeen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Waarschuwing nu verhouding tussen verweerder en andere advocaat niet berust op welwillendheid en verweerder een bemiddelingsgesprek op uitnodiging van de deken heeft geweigerd.

Beslissing                                    

van 7 december 2012

in de zaak 6286

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerder

tegen:

De Deken van de Orde van Advocaten

in het arrondissement Assen

de deken

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden (verder: de raad) van 25 november 2011,  aan partijen toegezonden op 28 november 2011, waarbij in de zaak 40b/09 een klacht van de deken tegen verweerder gegrond is verklaard en de maatregel van enkele waarschuwing is opgelegd.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 22 december 2011 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de brief van verweerder aan het hof van 10 september 2012.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 24 september 2012, waar de deken en verweerder zijn verschenen. Verweerder heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.

3    KLACHT

De klacht luidt - zakelijk weergegeven – als volgt

De onderlinge verhouding tussen verweerder en mr. X. is zodanig dat niet gesteld kan worden dat deze berust op welwillendheid en vertrouwen. Beide advocaten hebben regel 17 van de Gedragsregels overtreden. Bovendien verwijt de deken verweerder dat een poging van de deken om met beide advocaten in gesprek te komen, geen doorgang heeft kunnen vinden omdat verweerder dat heeft geweigerd daar hij van mening is dat hij correct heeft gehandeld.

4    FEITEN

    Het volgende is komen vast te staan:

Vanaf 2007 waren er in het kader van strafzaken regelmatig conflicten tussen verweerder en mr. X., waarover opeenvolgende dekens werden geraadpleegd. In 2010 heeft de deken gemeend dat een bemiddelingsgesprek met beide advocaten noodzakelijk was en hen hiervoor uitgenodigd. Verweerder heeft geweigerd aan een gesprek met de deken in aanwezigheid van mr. X. deel te nemen.

5    BEOORDELING

5.1    Blijkens zijn memorie van grieven is verweerder het niet eens met gegrondverklaring     van de klacht. Verweerder heeft daartoe aangevoerd dat hij wel een gesprek met de     deken wilde aangaan, maar alleen zonder dat mr. X. daarbij aanwezig was,     omdat deze hem herhaaldelijk fysiek bedreigd zou hebben. Naar het oordeel van het     hof heeft de raad terecht en op juiste gronden beslist dat dit - gegeven de     omstandigheden van het geval- geen argument kan zijn voor een weigering aan het     door de deken voorgestelde gesprek deel te nemen. Het hof onderschrijft derhalve     de beslissing van de raad dat verweerder, tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft     gehandeld alsmede de oplegging van de maatregel van enkele waarschuwing.

5.2    Dat de deken op enig moment zou hebben toegezegd zijn klacht te zullen intrekken,     zoals verweerder heeft aangevoerd, maar de deken heeft ontkend, is niet komen     vast te staan.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

        bekrachtigt de beslissing van de raad van Discipline Leeuwarden van     25 november 2011, gewezen onder nummer  40B/09.

Aldus gewezen door mr. C.J.J. van Maanen, voorzitter, mrs. G.W.S. de Groot, C.A.M.J. Raymakers, L. Ritzema en D.J. Markx, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.A.H. Holm-Robaard, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 december 2012.