ECLI:NL:TAHVD:2012:6 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6418
ECLI: | ECLI:NL:TAHVD:2012:6 |
---|---|
Datum uitspraak: | 10-12-2012 |
Datum publicatie: | 07-01-2014 |
Zaaknummer(s): | 6418 |
Onderwerp: | Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Bekrachtiging uitspraak raad over communicatie met de cliënt. |
beslissing van 10 december 2012
in de zaak 6418
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klager
tegen:
verweerder
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 20 maart 2012, onder nummer 11-202A, aan partijen toegezonden op 20 maart 2012, waarbij een klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 4 april 2012 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de antwoordmemorie van verweerder;
- de brief van klager aan het hof van 1 april 2012
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 8 oktober 2012, waar klager, bijgestaan door een tolk, en verweerder zijn verschenen.
3 KLACHT
De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij zonder instemming van klager akkoord is gegaan met het voorstel van klagers wederpartij om de schade van klager af te kopen voor € 1.500,= tegen finale kwijting over en weer.
4 FEITEN
In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5 BEOORDELING
5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.
5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 20 maart 2012, gewezen onder nummer 11-202A.
Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. P.M.A. de Groot van Dijken, G. Creutzberg, J.C. van Oven en G.J.S. Bouwens, leden, in tegenwoordigheid van mr. G.E. Muller, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 10 december 2012.