ECLI:NL:TAHVD:2011:YA3296 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6006

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2011:YA3296
Datum uitspraak: 19-09-2011
Datum publicatie: 25-09-2012
Zaaknummer(s): 6006
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Gedragingen in strafzaken
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verwijt zich bij een zitting he hebben laten vervangen en onjuist te hebben geadviseerd en bijgestaan. Ongegrond.

19 september 2011

No. 6006

Hof van Discipline

Beslissing

naar aanleiding van het hoger beroep van

klager

tegen:

verweerder.

1. Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 15 februari 2011, onder nummer 10-138A, aan partijen toegezonden op 15 februari 2011, waarbij een klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.

2. Het geding in hoger beroep

2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 17 februari 2011 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van verweerder;

- schrijven van verweerder aan het hof van  6 april 2011;

- schrijven van verweerder aan het hof van 17 mei 2011.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 18 juli 2011, waar klager en verweerder zijn verschenen.

3. De klacht

 De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet heeft gehandeld doordat hij:

a. niet naar de (straf)zitting van klager is gegaan, maar een vervanger heeft gestuurd;

b. klager onjuist heeft geadviseerd over de in te nemen proceshouding;

c. een aantal foto’s en politiemutaties niet heeft doen toevoegen aan het strafdossier;

d. niet heeft gereageerd op inhoudelijke vragen over de verleende rechtshulp;

e. in het hoger beroep geen getuigen heeft aangemeld;

4. De feiten

 In overweging 3.  heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5. De beoordeling

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

6. De beslissing

Het hof:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van

15 februari 2011, gegeven onder nummer 10-138A.

Aldus gewezen door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, mrs. G.W.S. de Groot, A.D.R.M. Boumans, C.A.M.J. Raymakers en L. Ritzema, leden, in tegenwoordigheid van mr. G.E. Muller, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 september 2011.