ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2169 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6034

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2169
Datum uitspraak: 12-09-2011
Datum publicatie: 22-11-2011
Zaaknummer(s): 6034
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Berichten aan derden
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Nadat beslag onjuist was gelegd, deed verweerder hierover geen mededeling en legde hij opnieuw beslag. Vooropgezet plan. Ongegrond.

12 september 2011

No. 6034

Hof van Discipline

Beslissing

naar aanleiding van het hoger beroep van

klaagster

tegen:

verweerder.

1. Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 28 februari 2011, onder nummer 10-246U, aan partijen toegezonden op 28 februari 2011, waarbij een klacht van klaagster tegen verweerder ongegrond is verklaard.

2. Het geding in hoger beroep

2.1 De memorie waarbij klaagster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 22 maart 2011 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van verweerder.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 11 juli 2011, waar verweerder en, namens klaagster, mr. S. zijn verschenen.

3. De klacht

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet heeft gehandeld, omdat hij:

a. ondanks verzoeken van de advocaat van klaagster heeft geweigerd om aan bank X te laten weten dat een bij die bank gelegd derdenbeslag was opgeheven omdat de eis in de hoofdzaak niet tijdig was ingesteld, en door het leggen van een tweede beslag de vruchten van het eerste beslag heeft geplukt, terwijl het eerste beslag nietig was, daarbij handelend volgens een vooropgezet plan; en

b. de rechter onjuist heeft voorgelicht over dat vooropgezette plan.

4. De feiten

In overweging 3. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5. De beoordeling

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van klaagster tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

6. De beslissing

Het hof:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 28 februari 2011 gegeven onder nummer 10-246U.

Aldus gewezen door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, E.A. Mout-Bouman, A.G. Scheele-Mülder en B.J.Th. Bouma, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 september 2011.