ECLI:NL:TAHVD:2011:YA1431 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5964
ECLI: | ECLI:NL:TAHVD:2011:YA1431 |
---|---|
Datum uitspraak: | 13-01-2011 |
Datum publicatie: | 12-03-2011 |
Zaaknummer(s): | 5964 |
Onderwerp: | Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Geen hoger beroep mogelijk tegen beslissing Raad van Discipline waarin verzet tegen beslissing voorzitter ongegrond is verklaard. |
13 januari 2011
No. 5964
De voorzitter van het Hof van Discipline
Beslissing
naar aanleiding van het hoger beroep van
klaagster
tegen:
verweerder.
1. Het geding in eerste aanleg
De voorzitter van het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage (verder: de raad) van 13 december 2010, nummer R.3413/10.43, aan partijen toegezonden op 15 december 2010, waarbij het verzet van klaagster tegen de beslissing van de plv. voorzitter van de raad van 30 maart 2010 ongegrond is verklaard.
2. Het geding in hoger beroep
2.1 De memorie waarbij klaagster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 21 december 2010 ter griffie van het hof ontvangen. Tevens is op 13 januari 2011 een “nader verweerschrift” ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 De voorzitter van het hof heeft voorts kennis genomen van de beslissing van de plv. voorzitter van 30 maart 2010, en het verzetschrift van klaagster van 14 april 2010.
3. De beoordeling
3.1 Naar aanleiding van het hoger beroep overweegt de voorzitter van het hof als volgt. Art. 46h lid 4 van de Advocatenwet bepaalt dat geen rechtsmiddel openstaat tegen een beslissing van de Raad van Discipline tot niet-ontvankelijkverklaring of ongegrondverklaring van een verzet gedaan tegen een beslissing van de plv. voorzitter van die raad waarbij een klacht als kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond dan wel van onvoldoende gewicht is afgewezen.
3.2 Dit betekent dat de Advocatenwet aan klaagster niet de mogelijkheid biedt om in hoger beroep te komen en is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk zodat het dient te worden afgewezen.
De voorzitter van het hof, op vorenvermelde gronden beslissende:
wijst af het door klaagster tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage van 13 december 2010, onder nummer R.3413/10.43, ingestelde hoger beroep.
Aldus beslist op 13 januari 2011 door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter.
Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen na verzending van het afschrift schriftelijk verzet worden gedaan bij het Hof van Discipline.
De eerste dag van deze termijn van veertien dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de veertiende dag dient Uw verzetschrift in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van het verzetschrift maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipline.
U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.
Verzet dient te worden ingesteld door middel van een verzetschrift, waarin de gronden voor het verzet zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.
Het verzetschrift dient in zevenvoud te worden ingediend.
Het Hof van Discipline is gevestigd te Prinsenbeek aan de Markt 44.
Het postadres van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC PRINSENBEEK.
Het telefoonnummer van het Hof van Discipline is 076 5484607.