ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1154 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5738

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1154
Datum uitspraak: 06-09-2010
Datum publicatie: 06-12-2010
Zaaknummer(s): 5738
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Berichten aan derden
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verweerder deed onjuiste mededeling over feiten aan voorzieningenrechter. Gegrond.

6 september 2010

No. 5738

Hof van Discipline

Beslissing

naar aanleiding van het hoger beroep van

verweerder

tegen:

klaagster.

1. Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 9 februari 2010, onder nummer 09-214A, aan partijen toegezonden op 9 februari 2010, waarbij een klacht van klaagster tegen verweerder gegrond is verklaard.

2. Het geding in hoger beroep

2.1 De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 9 maart 2010 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van klaagster.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 28 juni 2010, waar zijn verschenen X., directeur van klaagster, alsmede verweerder, vergezeld van zijn gemachtigde, die een pleitnota heeft overgelegd.

3. De klacht

De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet heeft gehandeld doordat hij in een kort gedingprocedure bij de voorzieningenrechter Amsterdam niet waarheidsgetrouw en/of bewust misleidend antwoord heeft gegeven op een vraag van de rechter.

4. De feiten

Het hof gaat uit van de feiten die de raad in overweging 3 heeft vastgesteld, met inachtneming van de kanttekeningen die verweerder daarbij heeft geplaatst in de grieven 1 tot en met 3.

5. De beoordeling

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven 4 tot en met 7 van verweerder tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

6. De beslissing

Het hof:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 9 februari 2010, gegeven onder nummer 09-214A.

Aldus gewezen door mr. C.J.J. Van Maanen, voorzitter, mrs. A.D.R.M. Boumans, A.G. Scheele-Mülder, G.R.J. de Groot en G.J.L.F. Schakenraad, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2010.