ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1150 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5665

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1150
Datum uitspraak: 27-08-2010
Datum publicatie: 06-12-2010
Zaaknummer(s): 5665
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Verwijt inzage in dossier te weigeren. Gegrond. Waarschuwing.

27 augustus 2010

No. 5665

Hof van Discipline

Beslissing

naar aanleiding van het hoger beroep van

klaagster

tegen:

verweerster.

1. Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage (verder: de raad) van 16 november 2009, onder nummer R.3261/09.93, aan partijen toegezonden op 23 november 2009, waarbij van een klacht van klaagster tegen verweerster klachtonderdeel c gegrond, de overige klachtonderdelen ongegrond zijn verklaard en de maatregel van enkele waarschuwing is opgelegd.

2. Het geding in hoger beroep

2.1 De memorie waarbij klaagster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 23 december 2009 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van verweerster;

- de brief van klaagster aan het hof van 11 juni 2010.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 14 juni 2010, waar verweerster is verschenen.

3. De klacht

 De klacht houdt het volgende in:

 klaagster verwijt verweerster dat:

a. zij onvoldoende met klaagster heeft gecommuniceerd en afspraken heeft gemaakt met (de advocaat van) de wederpartij, zonder voorafgaand overleg met klaagster;

b. zij zich op een ontijdig moment onttrokken heeft aan haar zaak en zich niet heeft gerealiseerd dat het zich onttrekken tot gevolg had dat klaagster hogere kosten diende te voldoen aan de deurwaarder op het moment dat klaagster zelf opdrachtgever was;

c. zij geweigerd heeft om klaagster inzage te geven in haar dossier.

4. De feiten

 In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5. De beoordeling

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van klaagster tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

6. De beslissing

Het hof:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage van 16 november 2009, onder nummer R.3261/09.93, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.

Aldus gewezen door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, mrs. A. Beker, P.M.A. de Groot-van Dijken, P.H. Holthuis en G.J.S. Bouwens, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verkijk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2010.