ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0387 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5506

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0387
Datum uitspraak: 12-02-2010
Datum publicatie: 14-03-2010
Zaaknummer(s): 5506
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verwijt over gebrek aan welwillendheid o.a. bij uitstelverzoek. Ongegrond.

12 februari 2010

No. 5506

Hof van Discipline

Beslissing

naar aanleiding van het hoger beroep van

klagers,

tegen:

verweerder.

1. Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 11 mei 2009, onder nummer 08-064H, aan partijen toegezonden op 11 mei 2009, waarbij een klacht van klagers tegen verweerder ongegrond is verklaard.

2. Het geding in hoger beroep

2.1 De memorie waarbij klagers van deze beslissing in hoger beroep zijn gekomen, is op 9 juni 2009 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van de stukken van de eerste aanleg.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 14 december 2009, waar klagers en namens verweerder de heer Z. zijn verschenen.

3. De klacht

 De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder, in strijd met artikel 46 Advocatenwet, financiële schade aan klagers heeft toegebracht door:

a. niet mee te werken aan een door klager sub 2 verzocht uitstel van een comparitie van partijen in verband met de vakantie van die klager;

b. in een kort geding procedure de rechter onjuist voor te lichten over de reden van een door verweerder verzochte aanhouding en na te laten klager sub 2 tijdig te berichten dat hij om aanhouding had verzocht;

c. cliënten van klagers te adviseren dat zij bij hun overstap naar verweerder niet behoeven af te rekenen met het kantoor van klager;

d. onterecht executiemaatregelen te treffen.

4. De feiten

 In overweging 3. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5. De beoordeling

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van klagers tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

6. De beslissing

Het hof:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 11 mei 2009 gegeven onder nummer 08-064H.

Aldus gewezen door mr. J.H.C. Zwitser-Schouten, voorzitter, mrs. A. Beker, T.A.W. Sterk, A.D.R.M. Boumans en G.J.S. Bouwens, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op